In hun derde samenkomst verkenden de expeditieleden van ’t Veen (Hattem) de circulaire mogelijkheden van deze gebiedsontwikkeling. De bijeenkomst leverde veel kennis en inspiratie op en verleidde projectleider Sybold Herder tot het lanceren van het begrip Total Revenue of Circularity.
Hoe kun je materialen uit een donorgebouw toepassen in nieuwbouw? Welke kansen zijn er daarbij voor de bestaande natuur? Zomaar enkele onderwerpen die aan bod kwamen tijdens de derde digitale samenkomst van de leden van de DG Expeditie ’t Veen in Hattem. Na een sessie over klimaatadaptie en over duurzame energie en warmtevoorziening, stond dit keer circulair bouwen centraal.
Natuur
De aftrap werd gegeven door gespreksleider en Duurzaam Gebouwd Expert Geanne van Arkel (Ambassadorwise). Zij liet zien hoe je de bestaande natuur als norm kunt hanteren en gebruikte daarbij het produceren van tapijttegels als voorbeeld. Haar voormalige werkgever Interface wilde niet alleen de negatieve impact van de productie van tapijttegels elimineren, maar ook juist een positieve impact voor het milieu en de maatschappij realiseren. De handvatten om dat te bereiken werden uit de natuur gehaald, met als motto ‘ontwerp als de natuur’ en streef naar een compleet ecosysteem.
Een van de sheets van Geanne van Arkel, waaraan ze inspirerende voorbeelden toevoegde.
Als je dan, aldus Van Arkel, niet alleen flexibel en energiek bent in je projecten, maar ook de levensduuranalyse meepakt en let op as a service-concepten, wordt het geheel steeds beter betaalbaar en kost circulariteit niet eens extra geld. Zorg er wel voor dat je alle geledingen uit je organisatie meeneemt, waarbij de (circulaire) doelen voor iedereen duidelijk zijn en je die ook transparant intern en extern communiceert. De eindstreep van klimaatpositiviteit kun je met behulp van diverse tools (check materialScan) en normeringen halen, waarbij je het beste kunt uitzoomen om meerdere kansen te kunnen grijpen, in plaats van te veel te focussen.
Na Van Arkel ging Sybold Herder (gemeente Hattem) in op de circulaire ambities van de gemeente Hattem met ’t Veen. Hij gebruikte daarbij een indrukwekkende video waarin Thomas Rau, architect van het circulaire hoofdkantoor van de Triodos Bank aan het woord komt. Als geen ander weet Rau het begrip circulariteit te ontleden en te verhelderen. Centraal daarbij staat zijn visie op een gebouw, dat hij een ‘depot van materialen’ noemt, waar je na het gebruik zonder veel waardeverlies weer alles uit kunt halen.
Registreren
Als laatste voor de pauze nam gastspreker Arend van de Beek (Lagemaat) het woord. Hij ging specifiek in op afgedankte gebouwen als bron van gebruikte materialen voor een ander werk. Van de Beek zou je oneerbiedig sloper kunnen noemen, maar zijn kennis en input over de toepassing van materialen en het hergebruik ervan is duizelingwekkend. Heel veel startpunten en concrete aspecten van circulariteit weet Van de Beek te benoemen en af te pellen, en als vanzelf kom je dan uit bij lijstjes vergelijkbaar met de Ladder van Lansink, die telkens weer goed kunnen worden toegepast.
Van de Beek voegde er zelf nog twee aspecten aan toe. Registreer zo vroeg mogelijk en zorg voor een goede redistributie: ga niet te veel met het afval slepen. Als je materialen gaat hergebruiken, doe dat dan zo dicht mogelijk bij de bron. Ook hamerde hij op het thema digitalisering, dat hij verbindt met het registreren en het in BIM 3D-modellen opslaan van bestaande gebouwen.
Beton en TRC
Na de korte pauze gingen alle aanwezigen drie afzonderlijke brainstormsessies in, alles opnieuw online en gebruikmakend van de tool Mindmeister. De uitkomsten van de drie digitale tafels werden gedeeld in het daaropvolgende plenaire debat. Een van de discussiegroepen, onder leiding van Sybold Berger, ging heel diep in op de aspecten rond beton. Met kenners als Van de Beek en Peter Musters (VBI) in de sessie werden talloze aspecten benoemd, waardoor duidelijk waar de kernpunten in de circulaire bouw en economie liggen en hoe je ermee kunt omgaan.
Vooral het aspect remontabiliteit kwam bovendrijven, waarbij je door slim te bouwen onderdelen met veel gemak opnieuw kunt gebruiken en de waarde in een tweede of derde leven bewaard blijft. Ook zou je van de nog resterende, te slopen panden in ’t Veen kunnen bekijken wat er kan worden hergebruikt. Al is het maar onder wegen of wandelpaden.
Verder is het nog de vraag wat de natuur in en om ’t Veen zou kunnen bijdragen en is het zaak goed te kijken wat er al is. Gebruik dat als uitgangspunt van het ontwerpen van de openbare ruimte. Waarna Herder, die namens Hattem vooral zocht naar ijkpunten, conclusies en naar het ‘hoe dan’, uitkwam op: ’t Veen moet een ecosysteem worden, waarin de circulaire potentie wordt geoptimaliseerd. En in dat kader is het zaak alle tools en opties mee te nemen, die je kunt samenballen in het begrip Total Revenue of Circularity (TRC), aldus Herder tot besluit.
Gebiedsontwikkeling ’t Veen
’t Veen is onderdeel van een stedelijke transformatie die Hattem groen, vitaal en klimaatadaptief maakt. Het voormalige bedrijventerrein trekt de omliggende natuur naar de stad toe en wordt getransformeerd tot een duurzame en gezonde woon-, werk- en recreatiebestemming. Voor deze ambitieuze en complexe opgave zocht de gemeente Hattem naar toepasbare kennis over duurzame toepassingen, zodat de transformatie van het gebied naar een hoger niveau kan worden getild.
Duurzaam Gebouwd Expeditie
De Duurzaam Gebouwd Expeditie is gestoeld op verbinding. Duurzaam Gebouwd creëerde de Expeditie om complexe opgaves in te vullen met ambitieuze opdrachtgevers, zoals de gemeente Hattem. De kracht schuilt in het betrekken van een grote diversiteit aan partners: bouwers, innovators, installateurs en ontwikkelaars zijn onder andere vertegenwoordigd als expeditiepartner. Duurzaam Gebouwd blijft een centrale begeleidende rol houden binnen deze reis, met als doel de gemeente een stap verder te brengen in de ontwikkeling en expeditieleden exposure en kennis te bieden.