De parel van het Vondelpark

Het circulaire gedachtegoed duikt de laatste jaren vaak op in project en ambitie, maar een integraal circulair ontwerp- en bouwproces blijft uit. De gemeente Amsterdam nam de proef op de som en wees de populaire Vondeltuin in het Vondelpark aan als pilot. Het nieuwe horecapaviljoen dat daar is verrezen zet een vinkje in elke circulariteits-checkbox. DOOR architecten, De Nijs, iCell en BMN blikken terug op een succesvol, maar uitdagend proces.

Beeld: Rob van Esch

De gemeente Amsterdam vernieuwt de Vondeltuin als onderdeel van haar programma Amsterdam Circulair: Leren door te Doen. Copper8 begeleidde de innovatieve uitvraag. De ambities van dit programma op het gebied van circulair bouwen zijn hoog en de Vondeltuin, met het nieuwe horecapaviljoen, fungeren daarin als officiële pilot. Een spannende opgave, zeker omdat in de uitvraag stond dat het een ‘architectonisch icoon’ moest worden. Ook een circulaire ontwikkeling en goede samenwerking bij ontwerp, realisatie en onderhoud stonden centraal. In de selectieprocedure werd deze uitvraag het beste opgepakt door DOOR architecten, dat samen met de gemeente het ontwerp verder uitwerkte in een bouwteam bestaande uit onder meer Smartland, De Nijs, OMRT, Cauberg Huygen en Van Rossum. “Circulariteit zit in onze genen”, aldus Saskia Oranje, founding partner bij DOOR. “Als je dan de kans krijgt om een gebouw te maken dat een reflectie is van de toekomstige manier van bouwen, zodat we onze wereld kunnen behouden, is dat supertof.”

Van lineair naar circulair

Het horecapaviljoen moest zo circulair mogelijk worden, wetende dat 100% circulair nog niet kan. “Dat was ook niet het doel”, stipt Karin Dorrepaal aan, founding partner van DOOR. “Dit was voor een groot deel een leerproces. Weten hoe je dit proces van lineair naar circulair krijgt, was belangrijker dan dat we aan het eind van de rit konden zeggen dat alle materialen herbruikbaar zijn.” Daniëlle de Nijs, directeur van bouwbedrijf De Nijs, beaamt dit: “Het is een behoorlijke lijst wat hier allemaal circulair is en dus echt geen window dressing. Het was echt: circulair, tenzij.” Het ontwerpproces bestond vooral uit een zoektocht in verschillende panden naar herbruikbare of biobased materialen. Dat heeft een scala aan toepassingen opgeleverd, waaronder heipalen van hout uit een duurzaam beheerd bos, herbruikbare betonnen vloerplaten, een gevel en bar gemaakt van oude trottoirbanden, shingles van Amsterdamse watercypressen die toch al gekapt moesten worden en toiletten uit het voormalige KPMG-gebouw aan de A9 in Amstelveen. “Je bent eigenlijk vooral bezig met het inventariseren van reststromen”, aldus Dorrepaal. “Daar hebben we veel van geleerd.”

Cellulose

BMN Bouwmaterialen voegde zich bij deze zoektocht. Het bedrijf neemt namelijk een duidelijke positie in de ontwikkeling naar een meer circulaire bouwsector. “Meer en meer klanten gaan hier tegenaan lopen”, aldus Erik Gort, vestigingsmanager bij BMN. “Daarom zijn wij binnen het specialisme BouwBewust begonnen met het concept Circulair Bouwen. Wij vinden dat ook wij als handel hier verantwoordelijkheid in moeten nemen.” Daarom schoof BMN voor dit project iCell naar voren, producent van cellulose isolatieplaten.

“Dat was een mooie binnenkomer”, aldus Wigand Dijkstra, directeur van iCell, dat vlak daarvoor een samenwerkingscontract had getekend met BMN. “Onze isolatieplaten zijn circulair, want de grondstof – oude kranten – is afval dat uiteindelijk een natuurlijke basis heeft, namelijk bomen. Dat maakt het hergroeibaar. Het is bovendien prettig materiaal om mee te werken, het dempt geluid uitstekend en is qua thermische prestaties vergelijkbaar met glas- en steenwol.” Kers op de taart is een garantie van 75 jaar. Binnen die tijd biedt iCell een terugkoopgarantie van 10 tot 30% van de aanschafprijs om gebruikte platen te verwerken tot nieuwe platen.

Dashboard

De circulariteitsambitie van gemeente Amsterdam was ingestoken om de benodigde energie in de gebruiksfase te beperken en ook bij het materiaalgebonden energieverbruik. “Dat wil zeggen: we wilden een minimale energietotaalvraag over een looptijd van dertig jaar”, aldus Oranje. “Dat is heel complex, want hoe je energie en materiaal in zo’n tijdspanne met elkaar vergelijkt, wil je eigenlijk al in je ontwerp weten.” Daarom heeft DOOR samen met digitale ingenieurs van OMRT een model gebouwd om dit vraagstuk inzichtelijk te krijgen in een dashboard.

"Wat doet de toepassing van hergebruikte materialen met de milieuprestatie van het materiaal en met het energieverbruik? Om die holistische vraag – want dat is het – te beantwoorden, kwamen we op een interactief instrument, waarmee milieu- en energieprestaties van hergebruikte materialen gemeten kunnen worden.” Oranje ziet dergelijke innovaties als een noodzakelijk ontwikkeling om de huidige ontwerpvraagstukken het hoofd te bieden. “Je wilt juist iets interactiefs wat meegaat met je ontwerp, zodat jouw keuzes in het proces steeds slimmer worden.”

Samen pionieren

Het horecapaviljoen is begin zomer 2020 succesvol opgeleverd, ondanks – of juist dankzij – de coronacrisis. “Normaliter hadden we eerder opgeleverd, maar nu was het een kwestie van toewerken naar de datum waarop de horeca weer open mocht”, aldus Daniëlle de Nijs. De succesvolle afronding voor het zomerseizoen schrijven de partijen unaniem toe aan het goed functionerende bouwteam. “Een bouwteam is de enige manier om een project als dit te realiseren”, aldus Oranje. “Je wilt kennis delen en innoveren binnen een supercomplexe opgave, en in dit geval ook nog eens in een strakke planning. Daar heb je elkaar keihard voor nodig.”

Toch is het niet allemaal rozengeur en maneschijn. De circulaire ambities van het project zorgden regelmatig voor onduidelijkheden in het proces. Bedrijfsleider Dennys de Nijs: “Aan de ene kant waren we door het bouwteam heel flexibel, maar aan de andere kant ervoer ik de spanning om binnen de ideologie van circulariteit tot een goed ontwerp te komen, zonder daar al te lang over te doen. De gebruiker wil namelijk ook gewoon op tijd zijn horecagelegenheid hebben.”

Het volledige artikel lees je in het Duurzaam Gebouwd Magazine #48, dat ook digitaal is verschenen. Je leest het magazine in onze kennisbank, helemaal gratis, op ieder gangbaar apparaat zoals je telefoon, tablet of laptop.

Tekst: Reinoud Schaatsbergen

Deel dit artikel

permalink