Een gouden stap in wijkontwikkeling

Een duurzame woning in een groene omgeving gaat vaak gepaard met hogere kosten voor de bewoner. Juist dat is voorkomen in het project Goud en Groen aan de Mauritshof in Harmelen. Daar staan 24 betaalbare NOM-woningen die zijn gebouwd door een bouwteam.

Tekst: Reinoud Schaatsbergen, Beeld: Harold Lakerveld

Goud en Groen behelst twaalf eengezinswoningen en twaalf appartementen, gericht op starters, doorstromers en senioren. De mix aan woontypen was een wens vanuit de gemeente Woerden en leidde er uiteindelijk toe dat Mulleners + Mulleners Architecten een knus doch opvallend ontwerp leverde, geheel passend binnen de dorpse en groene omgeving.

Betaalbaar duurzaam

Aannemer Radix & Veerman won in 2017 de tender voor het project, dat in de loop van juli 2020 is afgerond. De woningen moesten zo energiezuinig mogelijk zijn binnen bepaalde prijscategorieën – een goedkoop segment van rond de 230.000 euro en een middeldure van rond de 330.000 euro – en de aannemer wist daarin te overtuigen. “Die 24 woningen bouwen op een klein plot was wel een puzzel. We waren de enige met een plan waarin dat getal werd gehaald”, aldus Erik Veerman van Radix & Veerman. Hij voegt eraan toe: “De opdrachtgever was ook erg gecharmeerd van onze keuze voor de architect, dus dat speelde ook wel mee.”

Doorslaggevend was, geeft Veerman aan, hoe duurzaamheid in het plan zat verwerkt. “De eis was energieneutraal, met een wens voor NOM. Ook dat is ons als enige gelukt, door in het voortraject al bouwkundig en installatietechnisch aan te tonen dat we met onder andere een warmtepomp op het terrein en zonnepanelen op het dak aan de wens konden voldoen.” Het ontwerp en de realisatie van de warmtepomp van Mitsubishi Electric werden gedaan door Stonecold B.V..

Comfortabel klimaat

“NOM red je alleen als je het afgiftesysteem naadloos aansluit met de gekozen Ecodan warmtepomp voor het beoogde rendement”, aldus Wim Stouthart van Stonecold B.V. “Samen met lokale ondernemers, wat ook werd gewaardeerd door de opdrachtgever, hebben we de systemen zo weten te plaatsen dat elke woning er optimaal van profiteert. Dat maakte de woningen in eerste instantie iets duurder, maar bij elkaar levert het toch een energiewinst op die het geheel goedkoper maakt.” 

Die samenstelling was de doorslaggevende factor, geven beide heren aan. Veerman: “De woningen móesten betaalbaar zijn, dus er kwam geen triple glas of een wtwinstallatie. Dat hoge comfort behaalden wij door een CO2-gestuurde ventilatiebox, vloerverwarming, warmtepomp en zonnepanelen. Dan kom je rekenkundig uit op een luchtdichte NOM-woning.”

Esthetische uitwerking

Terug naar het ontwerp. Dat valt namelijk op, kaart Veerman aan, door enkele stedenbouwkundige details. “De architecten bij Mulleners + Mulleners begrijpen goed wat klanten fijn vinden”, aldus Veerman. “Ze hebben de woonblokken aantrekkelijk ontworpen, bijvoorbeeld door de uitwendige hoeken van de appartementswoningen net iets te verhogen. Ook dachten ze commercieel goed mee, wat erg prettig is. De dakhellingen zijn nu ongeveer 45 graden, zodat er natuurlijke schaduwwerking optreedt en er relatief veel zonnepanelen op de daken pasten.”

Andere details zijn ter plekke goed te zien, zoals de met natuursteen verrijkte portiek van de appartementen. “Die krijgen daardoor echt een eigen entree”, zegt Veerman. “Het woonblok is dus een eenheid, maar daarin herken je de verschillen per woningtype.” Hetzelfde geldt voor het interieur, geeft Veerman aan: “Ieder blok heeft zijn eigen plattegrond. In het ene blok heeft het appartement een woonkamer op de eerste verdieping, zodat die uitkijkt op een park. In het andere blok is de woonkamer beneden met bovenin een tv-kamer met uitzicht op de daktuin.” Die variatie in woningtypen leidde er volgens Veerman toe dat de woningen aan alle eerste kandidaten zijn verkocht. “Mensen herkennen het huis en vinden dat fijn. Dat verkoopt goed.”

Enerverend

Zowel Veerman als Stouthart kijken tevreden terug op het project en werken in een bouwteam is voor herhaling vatbaar. “Dat heeft wel de toekomst, denk ik”, zegt Stouthart. “De ontwikkelaar, architect, installateur; iedereen was erbij en dan weet je met elkaar waar je voor staat. Dat werkt goed en je krijgt ook nog leuke reacties vanuit de bewoners. Zo wens ik het altijd wel.” Veerman beaamt dat volhartig: “Vroeger was het meer top-down. Daar geloof ik niet in. Je moet er allemaal wat aan kunnen verdienen. Pas dan wordt het ook een goed product.”

Dat zorgt voor plezier in je vak, geven beiden aan. “Als ik iets doe, wil ik er lol in hebben”, aldus Veerman. “Met een jurist aan tafel gebeurt dat niet.” Liever laat hij de kopers of omwonenden aan tafel schuiven, wat ook bij Goud en Groen is gebeurd. “Dat vind ik naar de toekomst een belangrijk aspect. Binnenstedelijke projecten zijn vaak lastig door ingewikkelde omgevingen, maar als je de directe omgeving uitnodigt om samen het plan te maken, ontstaat er begrip en enthousiasme. Bij Goud en Groen was de vergunning er binnen acht weken doorheen en in drie jaar tijd gingen we van tender naar plan naar bouw. Daar krijg ik energie van.”

Dit artikel is ook te lezen in Duurzaam Gebouwd Magazine #48, dat op 2 oktober is verschenen. Lees hier gratis het hele magazine.

Deel dit artikel

permalink