Experts van TwynstraGudde geven in een reeks van blogs inzicht in de vormgeving van het innovatiepartnerschap en de toepassing ervan. Na de afstemming met de markt, het afbakenen van de grenzen en het kiezen van de juiste marktpartijen, gaat het in deze aflevering van de serie over verdienmodellen voor de opdrachtnemer.
Opdrachtgevers die kiezen voor een innovatiepartnerschap stuiten tijdens de procedure waarschijnlijk op vraagstukken die in andere procedures onbekend zijn. Al drie afleveringen lang wordt ingegegaan op deze vraagstukken, de bijbehorende dilemma’s én de oplossingen op basis van de praktijkervaringen bij TwynstraGudde. In deze vierde blog in de reeks wordt ingegaan op het verdienmodel van de opdrachtnemer in het innovatiepartnerschap.
Aandachtspunt 4: het verdienmodel van de opdrachtnemer
In een normale overheidsopdracht zal de opdrachtnemer zijn kosten terugverdienen in de opdracht zelf (opdrachtsom). Bij een innovatiepartnerschap hoeft dat niet het geval te zijn. Ten eerste kan het zijn dat een partij die in de ontwikkelfase investeert in de innovatie, bij de overgang naar de commerciële fase afvalt. Daardoor kan die partij zijn investering niet terugverdienen. Ten tweede kan het zijn dat de investering die de marktpartijen in de ontwikkelfase doen, zo groot zijn dat ze die in de commerciële fase van deze opdracht niet kunnen terugverdienen.
Verdienen in toekomstige opdrachten
In beide gevallen is deelname aan een innovatiepartnerschap voor marktpartijen pas rendabel als er kansen liggen om in toekomstige opdrachten wél te gaan verdienen. Het is van groot belang dat je als opdrachtgever enigszins zicht hebt op de investering die je verlangt van marktpartijen. Dat geldt bovendien ook voor de mogelijke opbrengst die daar tegenover staat, zowel in de huidige opdracht als in eventuele toekomstige opdrachten.
Enig risico is inherent aan innovatie, maar het verdienmodel moet voor opdrachtnemers wel interessant genoeg zijn om überhaupt te willen investeren in een onzekere uitkomst. Hoe groter de mogelijke opbrengst voor de marktpartijen tijdens de realisatiefase of in andere toekomstige projecten, des te hoger de bereidheid om te investeren in innovatie tijdens de ontwikkelfase.
Neem bijvoorbeeld de situatie dat een eenmaal ontwikkelde innovatie direct is toe te passen in toekomstige opdrachten van je eigen organisatie of van vergelijkbare opdrachtgevers. Een marktpartij zal in dat geval meer risico willen nemen dan als de innovatie eerst het predicaat proven technology moet krijgen, voordat deze in andere opdrachten mag worden toegepast. Als de innovatie alleen in de huidige opdracht is te gebruiken, ligt het meer voor de hand dat de vergoeding in het ontwikkeltraject kostendekkend is.
Hoogte van de vergoeding
Bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding voor de ontwikkelfase is het daarnaast verstandig om aandacht te besteden aan wat gebruikelijk is in de markt, of partijen risico’s kunnen en willen dragen, en - niet onbelangrijk - hoeveel je als opdrachtgever bereid bent te investeren. Zeker als je het ontwikkeltraject ingaat met meerdere partijen, kunnen de kosten hoog oplopen. Je betaalt immers alle partijen voor hun inspanningen, terwijl je in veel gevallen niet met alle partijen verder gaat naar de commerciële fase.
Vaste vergoeding op basis van inspanning
In de opdrachten waarbij wij betrokken zijn, is gekozen voor een vaste vergoeding die gekoppeld is aan de geleverde inspanningen van opdrachtnemers en niet aan hun resultaten. Het kan immers zijn dat een opdrachtnemer het ontwikkeltraject volledig heeft doorlopen (en dus alle gevraagde inspanningen heeft geleverd), maar toch niet het gewenste resultaat heeft behaald.
Deze onzekerheid is een kenmerk van innovatie. Het is wel zo redelijk om de betreffende opdrachtnemer in dat geval te belonen voor zijn inzet. Door de vergoeding beschikbaar te stellen na afloop van de ontwikkelfase, voorkom je dat een partij halverwege afhaakt.
Wil je meer weten over onze ervaringen, of ben je benieuwd naar concrete handvatten voor het inrichten van het innovatiepartnerschap? Neem dan contact op met Leon Tammes (lta@tg.nl).
Dit is de vierde blog in een serie (de blogs zijn zelfstandig te lezen; je vindt ze op deze overzichtspagina).
In onze volgende blog gaan we over twee weken in op 'samenwerking en het bewaken van het gelijke speelveld'.