‘Denk in kansen, niet in bedreigingen’. Dat sentiment stond aan de kern van de digitafel Healthy Buildings & Data, die op 2 april door Duurzaam Gebouwd werd georganiseerd.
Op 2 april schoven zes koplopers digitaal aan tafel om de huidige staat van gezonde gebouwen te bespreken, alsook de kansen die data daarin bieden. Dat dit een complex thema is, werd meteen duidelijk toen hen de vraag werd gesteld: ‘Wat is een gezond gebouw eigenlijk?’.
De gebruiker is leidend
“De term ‘gezond gebouw’ is misleidend”, zo trapt Marten Valk (Valkwerk) af. “Het haalt de nadruk weg dat het om mensen gaat. Als je dat voorop kunt stellen, komen er voorzieningen omhoog die niet vastzitten aan sec het gebouw.” Valk voorziet vooral een combinatie van harde en zachte waarden, met aan de ene kant metingen om objectief een gezonde oplossing te beargumenteren en anderzijds het subjectieve welzijn van gebruikers. Want, zegt Valk: “Het gaat uiteindelijk om het welzijn van de gebruikers.”
Atze Boerstra (BBA Binnenmilieu/DGMR) beaamt dat metingen op zich weinig zeggen. “Vergelijk het met de huisarts: die meet niet alleen je temperatuur of je bloeddruk, maar vraagt naar je symptomen of kwalen in de familie. We moeten uit meer dan één informatiestroom onze data halen en feedback van gebouwgebruikers minstens net zo serieus nemen als meetdata.” Boerstra benadrukt dat sommige zaken niet of nauwelijks met de huidige sensornettools te meten zijn, zoals tocht of biologische agentia in de lucht, terwijl die wel van invloed zijn op de gezondheid. Doe dus niet alleen metingen, vraag ook naar gebruikerservaringen en kijk ook naar de kenmerken en risicofactoren van het gebouw.
Toch is die context nog niet breed genoeg, vindt Marc Kooij (Strukton Worksphere). “We richten ons in veel gevallen op de ontwerpen van nieuwbouwprojecten, terwijl er juist veel bestaand vastgoed is. Juist daar zien we dat de inrichting en werking niet meer passend is bij de huidige wens en eisen van de gebruiker.” Een gebouw kan voor gebruiker A zijn gemaakt, maar intussen zit gebruiker C in het pand. Kooij pleit er ook voor om verschillende competenties te bundelen bij het doorvoeren van verbeteringen in een gebouw. Immers: “Door het inzetten van integrale teams kun je meer bereiken en daarom moet je samenwerken. Er is geen organisatie die zowel installatietechnische als arbo achtergronden heeft.”
Kinderschoenen
Ontwerp een gebouw dus niet alleen op gezondheid, maar borg de gezondheidskwaliteit ook. Kan de WELL-certificering hier een rol in spelen? “WELL is zeker belangrijk, maar je hebt ook de internationale standaard RESET. Die is hier nog niet zo gangbaar, maar dat maakt zijn opmars”, zegt Christiaan de Wolf (DGMR). Hij ziet dat verifiëren en valideren wat wordt ontworpen een groei krijgt, waarbij het bewustzijn voor kwaliteit steeds belangrijker wordt bij opdrachtgevers, vastgoedinvesteerders, ontwikkelaars en aannemers. “WELL en RESET heb je daarbij nodig, denk ik.”
Toch blijft De Wolf kritisch. “We staan met betrekking tot ‘aantoonbaar gezonde gebouwen’ nog in de kinderschoenen. Je ziet in de media genoeg voorbeelden van WELL en die halen allemaal de hoogste scores. DGMR en BBA Binnenmilieu zijn daar vaak bij betrokken, maar het voelt bij mij niet altijd even goed om onszelf daarvoor op de borst te kloppen. Wat mij betreft hebben we met z’n allen in onze markt nog grote stappen te maken en zijn er nog geen goede voorbeelden van een prototype gezond gebouw.”
Voorbeelden zijn er dus wel, maar een project waarin alle maatregelen samenkomen, blijft uit. Gezien de coronasituatie zal de focus wellicht ook veranderen, denkt Boerstra: “De komende anderhalf jaar gaat het, wat betreft gezonde gebouwen, denk ik vooral over het voorkomen van virusverspreiding binnen. Wat kun je bijvoorbeeld qua ventilatie-instellingen en luchtfiltering doen mochten we komende winter een tweede coronagolf krijgen? We moeten ons bewust zijn dat daar veel aandacht voor komt, maar we moeten de andere gezondheidsaspecten en ook het aspect energieprestatie niet te veel loslaten ten gunste van alle corona-aandacht.”
Integraal
Robert Koolen (Heijmans) geeft aan dat de focus ook niet geheel op het gebouw moet blijven liggen. “Het gaat niet zozeer om een gezond gebouw, maar om gezond wonen. Los van het feit dat die beschrijving de menskant wat meer belicht, geeft het ook aan dat de woonomgeving een belangrijke rol speelt bij gezondheid. Een goede buitenruimte, veel groen in de omgeving, aandacht voor speelgelegenheid en geborgenheid in de omgeving zijn hierbij dus net zo cruciaal.”
Abdalla beaamt dit. Hij voegt toe dat de behoeftes van de gebruikers nog te weinig in zicht zijn: “Wat is belangrijk voor de gebruiker? Dat wordt vaak onderschat. De basis voor een gezond gebouw ligt bij een goed integraal ontwerp, waarbij bouwfysische en installatietechnische maatregelen goed afgestemd zijn op de behoeftes van de gebouwgebruikers. Bij DWA hanteren we voor zo’n ontwerp vier principes: licht, lucht, geluid en thermisch comfort. Dat is meer dan techniek alleen.”
In het kader van integraliteit: vragen opdrachtgevers dit al uit aan de installatiesector? Geraerts antwoordt: “We zien meer en meer vraag naar ventilatie, verwarming en verkoeling, waarbij alle sectoren goede en betrouwbare oplossingen kunnen aanbieden. De combinatie van twee of drie van deze elementen betekent echter niet meteen een goede totaaloplossing. Mede om die reden zien wij meer dan ooit de noodzaak om als fabrikant samen te werken met andere fabrikanten. Onze rol als ventilatiefabrikant is al heel erg veranderd de laatste jaren; hij is complexer. Ik geloof absoluut in de meerwaarde om een totaaladvies af te geven aan opdrachtgevers en uitvoerende partijen.”
Datagebruik
Om toch te komen tot een inhaalslag voor de kwaliteit, werd de deelnemers gevraagd welke richting we op moeten. Wat zijn de gouden tips voor gezonde gebouwen? “Wij moeten ervan uitgaan dat een gezonde werkplek een mensenrecht is en geen privilege. Daar moeten we ons sterk voor maken”, aldus Abdalla. “Een gezond gebouw dient, voor ingebruikneming, goed getest te worden. Op basis van metingen wordt uitgesloten dat er onvolmaaktheden zijn in de uitvoering die voor een minder gezond binnenklimaat kunnen zorgen. Daarnaast leveren dit soort metingen waardevolle inzichten op die niet verschaft kunnen worden door multisensoren. En, last but not least, blijf monitoren en sensordata analyseren in de gebruiksfase. Zo zorg je dat het gebouw voor altijd voor een goed binnenklimaat gaat zorgen.”
Ook op gebied van dataverwerking moeten we een stap verder zetten, zegt De Wolf. “Wat nog te weinig gebeurt, is verschillende databronnen combineren. Deskundige analyse is essentieel om tot een gezond presterend gebouw te komen.” Dat stelt men ook in staat om op basis van algoritmen proactief te sturen op bijvoorbeeld de binnenmilieukwaliteit. "Vanuit onze dochteronderneming Sensornet hebben wij met sensoring en data-analyse op het gebied van railinfrastructuur al veel goede ervaringen opgedaan en vertalen dit nu samen met BBA Binnenmilieu naar het slim ontwerpen, bouwen en beheren van gezonde gebouwen." Volgens De Wolf moet daarvoor vroeg in het ontwerptraject duidelijk worden wat je wilt meten en hoe je dat wilt doen. “In het gros van de schadeprojecten die wij onderzoeken, zie je informatieverlies van ontwerp naar uitvoering en naar de gebruik-/beheerfase. Een integrale beschouwing, verificatie, validatie en leren/aanpassen zijn dus heel belangrijk.”
Koolen voegt toe: “Het goedkoper worden van sensoren en de mogelijkheden van de techniek om informatie te koppelen, zorgen ervoor dat er steeds meer gemeten en bijgestuurd kan worden. Dan gaat het over de monitoring van luchtvochtigheid, temperatuur, CO2, maar ook fijnstof in de woning. In combinatie met private kwaliteitsborging en de zekerheden die bouwers moeten gaan geven over de prestaties van een gebouw, is dit voor de consument een enorme stap vooruit in het creëren van een gezonde leefomgeving.”
Met z’n allen
Integraal, dus met zijn allen. Dat beaamt iedereen aan de virtuele rondetafel. Bij integraal heeft niemand de waarheid in pacht en dat onderkennen is cruciaal. Valk: “Leg uitgangspunten, behoeften en waarden gezamenlijk vast, ga samen op zoek naar wat wijsheid is en committeer je. Anders wordt het gezondheidsaspect er gedurende het traject uit bezuinigd. Het is dus een kwestie van projecten anders aanvliegen, door vroegtijdig alle partijen erbij te betrekken, zodat ze weten waar je het voor doet. Als dat niet bekend is, gaan mensen vanuit hun standaardmodus te werk.”
Wat betreft Geraerts moet vooral naar bewijslast gekeken worden om de transitie op gang te helpen. Hij haalt daarbij het Stadskantoor Venlo als voorbeeld aan. “Dat is een gebouw waarin iedereen zegt dat ze gezonder zijn en zich prettig voelen. Dat moet je kunnen aantonen naar woningbouwverenigingen, wetenschappelijk onderbouwd. Ik denk dat het belang van gezondheid en de gevolgen van ziekteverzuim te weinig belicht worden. Het is wellicht zinvol om ziektekostenverzekeraars erbij te betrekken, ook zij hebben er baat bij dat er minder ziekteverzuim is bij bewoners en werknemers.”
Al die aspecten zijn te verzamelen, vindt Kooij, zodat ook data in die integrale mix worden meegenomen. Dat is ‘een vak an sich’ geeft hij toe. “Als elke startup een eigen element ontwikkelt met een eigen platform, dan mis je integraliteit. Die hebben we nodig voor goede analyses. Ik zie een nieuw vakgebied opkomen van mensen die deze data kunnen analyseren. Bestaande techneuten kunnen dat vaak niet, dat is een stukje verzuiling. Ik zie daar een enorme kans voor een nieuw soort studenten en professionals.”
Principe
Weten waar je staat, denken in kansen en met een integrale blik ontwerptrajecten aangaan, dat blijken op dit thema de belangrijke routes te zijn. Abdalla voegt daaraan toe dat de juiste mindset net zo belangrijk is: “Als ik in een gebouw ga werken, verwacht ik dat mijn werkomgeving gezond is. Daar ga ik van uit. Daarom moet het realiseren van gezonde gebouwen geen klantvraag zijn, maar een principe.”
De digitafel Healthy Buildings & Data was het eerste digitale rondetafelgesprek van Duurzaam Gebouwd. In de komende weken werken wij diverse andere digitafels en ook webinars uit. Interesse om deze samen met ons te organiseren? Bekijk hier onze digitale mogelijkheden.