Zonnepanelen als dakbedekking in sociale woningbouw: het kan!

Zonnepanelen die niet óp een dak worden gemonteerd, maar de dakpannen volledig vervangen. Dat zie je nog niet vaak. In de Zoetermeerse Landenbuurt verschijnen echter in een klap 214 voldaksystemen op corporatiewoningen.

Het is bouwer ERA Contour die in opdracht van woningcorporatie De Goede Woning het onderhoud en de verduurzaming van de woningen tot Nul op de Meter (NOM) uitvoert. Dat gebeurt onder meer met zonnepanelen in een voldaksysteem van Robisol. Deze toepassing zie je nog niet vaak in de sociale woningbouw. Dat zit hem in de onbekendheid - met het systeem en met het kostenplaatje - en de vermeende brandgevaarlijkheid.

Sven Meijerink (directeur Robisol) ruimt die laatste bezwaren met gemak uit de weg. “Met ons voldaksysteem heb je geen dakpannen meer nodig, geen boeiborden, zinkwerk of nokken en ook veel minder arbeid”, begint de Duurzaam Gebouwd-expert. “Wij bieden de nodige keuzemogelijkheden en zo is er prijstechnisch altijd uit te komen. Daar komt nog de duurzaamheid bij en dan is dit helemaal een goede keuze, want zo is er ook sprake van minder materiaalgebruik en een lagere CO2-footprint.”

Robisol levert voor het project het BiTile Zonnedaksysteem met PV-panelen van Sonnenstromfabrik. Meijerink: “Die zonnepanelen zijn net iets smaller dan normaal, waardoor we drie rijen panelen onder de dakramen kunnen plaatsen. De zwarte paspanelen zijn niet van glas, maar hebben de juiste kleurstelling voor dit zonnedak. Deze worden op onze CNC-machines op maat gezaagd voor de aansluitingen op de dakramen en warmtepompen. Doordat ook de nokken, zijkanten en onderzijde van hetzelfde materiaal worden vervaardigd, ontstaat een groot dakvlak met een uniforme uitstraling.”

Brandveiligheid

Door diverse branden kwamen geïntegreerde systemen recent vaker in het nieuws. Van de onderzochte branden kent Meijerink de oorzaak: “Dat waren vrijwel altijd stekkers, die onvoldoende zijn genormeerd of slecht werden geïnstalleerd. Sommige stekkers van verschillende merken passen wel op elkaar, maar het binnenwerk is onvoldoende gestandaardiseerd. Zo kan een grote weerstand ontstaan, waardoor de stekker smelt en een vlamboog veroorzaakt. Als daar plastic onder ligt, kan er brand ontstaan.”

“Vaak kiest men bij zonnepanelen voor de goedkoopste oplossing. Bij indaksystemen krijg je dan plastic bakken of platen onder de panelen. Soms wordt dit plastic zelfs over woningscheidende wanden gelegd en dus over de brandscheiding. Het plastic is weliswaar niet de oorzaak van brand, maar verergert wel de gevolgschade. Wij gebruiken een brandveilige, vlamdovende condensfolie (klasse B; red.), zodat je bij een eventueel defect geen uitslaande brand krijgt. Verder kan vlamboogdetectie helpen om de bron van het vuur uit te schakelen.”

Ventilatie en koeling

Meijerink wil nog wel meer kwijt over de brandveiligheid van zonnepanelen. “Het BiTile Zonnedak bezit een luchtspouw van 9 centimeter en een uitstekende koeling, mede dankzij ventilatieopeningen bij de nok, de goot en tussen de panelen. Dankzij die openingen kan de brandweer direct onder de zonnepanelen blussen. Een dak of een stekker vliegt echter niet zomaar in brand. Die ventilatie is er vooral om het rendement van de panelen te verhogen, evenals de levensduur ervan. Bedenk ook dat het aantal gasincidenten nog altijd een stuk hoger is, met veel grotere gevolgschades. Het lijkt mij vervolgens logischer dat een gasloze woning een lagere verzekeringspremie zou krijgen.”

Isolerende dakplaten

Een laatste aspect dat Meijerink aansnijdt, betreft de isolerende dakplaten. “Vanwege condensvorming onder aluminium en glas heb je altijd een waterdichte condensfolie nodig. Daarbij is voor een goede plaatsing de maatvoering van de rails erg belangrijk. Samen met ERA Contour hebben we hiervoor de passende modus gevonden. Met standaard renovatieplaten, onze folie en onze tengels, kunnen wij het dak eenvoudig uitmeten en makkelijk maatcorrecties uitvoeren.”

“Dit is ons grootste project tot nu toe. Het is prettig dat we samen met ERA Contour een goede planning hebben gemaakt, waarbij alle woningen snel achter elkaar worden aangepakt. Zodoende kunnen we een continue bezetting reserveren en ook de materiaaltoevoer goed organiseren”, besluit Meijerink.

Dit artikel verschijnt ook (in uitgebreide vorm) in de nieuwe uitgave van Duurzaam Gebouwd Magazine (nummer 46), die in de tweede helft van maart verschijnt. Je leest dit magazine gratis en digitaal in onze kennisbank.

Deel dit artikel

permalink