De overheid koopt jaarlijks voor ongeveer 73,3 miljard euro in aan werken, diensten en leveringen in. Dat moet straks zo circulair mogelijk volgens het Uitvoeringsplan Circulaire Economie 2019-2023. Van papier naar praktijk dus. Hoe gaan gemeenten aan de slag met circulaire doelen?
Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wijst in het Uitvoeringsplan Circulaire Economie op de voorbeeldrol van het Rijk. De ambities van de centrale overheid zullen daarbij voor een belangrijk deel door gemeenten ingevuld moeten worden. Zo zet wethouder Ap Reinders (Economie & Ondernemerschap, Werk & Inkomen en Arbeidsmarktbeleid, foto onder) in de gemeente Haarlemmermeer vol in op circulair: “Er zijn kengetallen vastgesteld waarop we willen sturen bij inkoop en die zijn recent bij een actualisatie van het inkoopbeleid door het college nog eens bevestigd. Om kort te gaan, komt het erop neer dat we circulair inkopen op het terrein van aanbestedingen van werken en leveringen, maar ook van diensten waar een fysieke component deel van uitmaakt.”
Bij de gemeente Lelystad weet Elly van Wageningen, met in haar portefeuille onder meer Duurzaamheid integrale aanpak (incl. energietransitie, voedsel & fysieke leefomgeving) te melden dat er een uitvoeringsplan duurzaamheid is met zes speerpunten, waarvan afval & circulaire economie er één is. Ook is er een actieplan voor maatschappelijk verantwoorde inkoop en draaien er diverse pilotprojecten. Om circulair goed tussen de oren te krijgen bij de medewerkers is tevens de inkoop-coach opgeleid en werken we met duurzaamheidregisseurs met verschillende disciplines.”
Circulaire doelen stellen
De gemeente Utrecht is een koploper waar het circulaire economie betreft. Zo is de doelstelling vanuit de overheid dat gemeentes 10% circulair inkopen in 2020. De gemeente Utrecht haalde het afgelopen jaar al 18%. Het Utrechtse Actieplan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) beschrijft drie ambitieniveaus: op het hoogste niveau wordt de markt maximaal uitgedaagd en op het laagste niveau past deze gemeente minimaal de landelijke selectie- en gunningcriteria toe (PIANOo).
Wethouder Klaas Verschuure (circulaire economie) licht de aanpak toe: “Er zijn tien zogeheten kansrijke inkoopcategorieën benoemd. Dat zijn sectoren waarin we relatief veel inkopen en waar tegelijkertijd veel potentiële impact te halen valt voor onze maatschappelijke doelstellingen. Deze tien categorieën zijn grond-, weg- en waterbouw (GWW), straatmeubilair, riolering, afvalstromen, groen, vaar- & voertuigen, eigen vastgoed, energievoorziening, ICT (hardware, software en netwerken) en facilitaire diensten. Het nieuwe college dat vorig jaar aantrad, heeft onlangs de doelstelling verhoogd naar 33% circulaire inkoop in 2022. Dit betekent eigenlijk dat we in bovengenoemde kansrijke sectoren 100% circulair moeten gaan inkopen.”
Ook wethouder Ap Reinders stelt duidelijke doelen: “Per jaar willen we minimaal twee contracten voor grotere projecten, die aantoonbaar circulair worden ingericht. Een mooi voorbeeld is Hyde Park (foto onder), waar verouderde kantoorgebouwen circulair worden gesloopt om plaats te maken voor nieuwe appartementen. Daar noemen we ‘slopen’ zelfs ‘oogsten’, omdat veel materialen hergebruikt worden. Dit zie je al vaker in de bouwsector, waar projectontwikkelaars de ‘circulaire pet’ opzetten. Het mooie hiervan is dat zo de circulaire economie wel heel tastbaar en zichtbaar wordt.”
Kennis uit de markt halen
Gemeenten die circulair willen, onderzoeken hoe ze daarin samen kunnen optrekken met de markt. Wethouder Klaas Verschuure: “Als gemeente Utrecht nemen we deel aan diverse netwerken om onze kennis en ervaringen met circulair inkopen te delen en de laatste ontwikkelingen te volgen. Daarom consulteren we gericht de markt bij strategische aanbestedingen om de juiste uitvraag te kunnen doen met de juiste ambities op het gebied van circulariteit en duurzaamheid.”
“Een voorbeeld is het regionale betonketenoverleg waarin we ‘slechts’ een van de partijen zijn die samen werken aan het sluiten van de betonketencyclus. Daar spreken we in alle openheid over de barrières en hoe we die samen kunnen wegnemen. Het resultaat is bijvoorbeeld dat we een hoger percentage gerecycled beton vragen, omdat uit die overleggen blijkt dat dat haalbaar is. Ik vind dat een mooi voorbeeld van samenwerking tussen overheid (vraag) en markt (aanbod).”
In Haarlemmermeer onderschrijft Ap Reinders het belang van consultatie. Tegelijk meldt hij dat er meer vaart in zou mogen komen. “Wat ik terug hoor uit onze gemeentelijke organisatie is dat het van branche tot branche verschilt. Overwegend zijn we wel positief over de welwillendheid van partijen om over aspecten als duurzaam en circulair na te denken. Belangrijk is dat wij als opdrachtgever geen onrealistische eisen moeten stellen. Juist de marktconsultaties helpen ons om onze uitvraag goed op te stellen.”
Hyde Park laat zien hoe verouderde kantoorgebouwen circulair worden gesloopt om plaats te maken voor nieuwe appartementen (artist impression, gemeente Haarlemmermeer).
“Ik vind het belangrijk dat we als Rijk, Provincie en gemeente innovatie moeten stimuleren. Kijk naar Total Cost of Ownership (TCO) waarmee je op het gebied van onderwijshuisvesting veel kunt doen. Dan zien we dat het binnen de huidige financieringsstructuur nu nog lastig is. Daar zouden we wat aan moeten doen.”
Circulair as-a-service?
Hoe wordt circulair zichtbaar voor de burger en voor de overheid zelf? Wethouder Elly van Wageningen noemt een aantal projecten die in de gemeente Lelystad vaart geven aan de circulaire ambities: “Er is een brug geplaatst van composiet materiaal dat afkomstig is uit de recyclingindustrie. Bij een nieuwe bedrijfslocatie bij de gemeente kijken we naar decentraal zuiveren. Daardoor kan restmateriaal uit de lokale waterzuivering hergebruikt worden en wordt ook de rioolwaterzuivering minder belast.”
“Al eerder is er de renovatie geweest van het gemeentehuis. Daarbij is zeer goed gekeken naar hergebruik van materialen. Het gebouw is volledig verduurzaamd en kreeg een A+-label toegekend. Al het meubilair is vervangen. Zo zijn de 600 geheel demontabele stoelen van Herman Miller volledig cradle-to-cradle gecertificeerd. Ook binnen een pilot met beeldschermen en multifunctionals kijken we naar circulariteit. Dit houdt in dat we ze niet kopen, maar huren van de leverancier. Het eigendom ligt dus niet bij de gemeente.”
Voor de gemeente Utrecht meldt wethouder Klaas Verschuure dat materialen as-a-service momenteel nog op kleine schaal toegepast wordt. “We zetten bijvoorbeeld in op behoud of reparatie van bestaand meubilair, terwijl nieuw meubilair circulair wordt gemaakt met een koop-terugkoopregeling. Voor de aanbesteding voor warme dranken vroegen we ook echt het leveren van warme dranken, in plaats van een koffie- en theeautomaat.”
Inkoopkracht
Door in samenwerkingsverbanden te stappen, kunnen gemeenten inkoop bundelen en zo eisen stellen aan leveranciers. Wethouder Ap Reinders: “Als deelnemer in de Metropool Regio Amsterdam (MRA) ondertekenden we de intentieverklaring ‘Circulair Inkopen’.”
In Lelystad onderstreept wethouder Elly van Wageningen het belang van deelname aan de MRA. “Binnen de MRA kunnen we inkoopkracht ontwikkelen, dus we zien de voordelen van de schaalvergroting. Zo volgen we de uitwerking van de inkooppakketten en passen dit waar mogelijk toe in de eigen inkoopprocedure. Nu al vragen we voor alle aanbestedingen een paragraaf duurzaamheid en circulariteit, maar hier toetsen we niet op in de uitvoering.”
“In de marktconsultatie willen we samen met potentiële leveranciers maatgevende indicatoren gaan ontwikkelen die in de uitvoering van de opdracht gebruikt kunnen gaan worden. Uiteindelijk willen we wel voldoen aan de ambities van de MRA. Zo verplicht de gemeente Lelystad zich ook tot het bijhouden van de MVI-zelfevaluatietool, zoals in de MRA Roadmap is neergelegd.”
In Utrecht ervaart wethouder Klaas Verschuure dat circulair inkopen niet altijd mogelijk is. “Het stelt je voor lastige vragen over wie verantwoordelijk is voor kwaliteit, veiligheid of beschikbaarheid. Een koffieautomaat kan de leverancier weer meenemen als het contract afloopt, maar een weg ga je niet opbreken als je na een paar jaar met een andere aannemer verder gaat. De vraag is uiteraard ook wat het kost.”
Tekst: Tom de Hoog
Foto boven: In Utrecht hebben bushokjes een dak met sedum (foto gemeente Utrecht).