Van de vijftien grootste gemeenten in Nederland heeft Almere de meeste woningen en gebouwen met energielabel B of hoger.
Sweco bracht de energielabels van de vijftien grootste Nederlandse gemeenten, gebaseerd op het aantal inwoners, in beeld. Uit de analyse blijkt per gemeente het percentage woningen en utiliteitsgebouwen met energielabel B of hoger. Almere kwam tot 60 procent, op grote afstand gevolgd door Amersfoort (38%) en Utrecht (34%).
Het is voor het eerst dat de energielabels van de volledige gebouwenvoorraad per gemeente volledig in kaart zijn gebracht en in een overzichtelijke analyse zijn weergegeven. Energielabels geven aan hoe energiezuinig een gebouw is. Het verduurzamen van woningen en gebouwen is een belangrijke maatregel in het behalen van de klimaatdoelstellingen.
Uit de analyse van Sweco blijkt:
- Almere, Amersfoort en Utrecht zijn gemeenten met een recente grote stadsuitbreiding, waardoor ze het (relatief) grootste aandeel energielabel B en beter hebben.
- Gemeenten met een omvangrijke historische binnenstad, zoals Nijmegen (25%) en Groningen (26%), hebben de grootste uitdagingen om de energielabels te verbeteren.
- Met uitzondering van Amsterdam, Haarlem en Den Haag laten alle gemeenten een duidelijke piek zien in woningen met label C. Dit betreffen woningen die zijn gebouwd in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw.
Vincent Jansen, afdelingshoofd Energie bij Sweco: “Het is opvallend hoe ver we nog verwijderd zijn van de doelstellingen om gebouwen en woningen te verduurzamen. Met uitzondering van Almere heeft in alle gemeenten nog niet de helft van de gebouwenvoorraad het energielabel B of hoger.”
De volledige top 15 ziet er als volgt uit:
Verbetering
Sweco is hoopvol dat het beeld er over een jaar, als het deze analyse opnieuw uitvoert, heel anders kan uitzien. Jansen: “Een duurzame bron voor het verwarmen van een woningen of een gebouw kan snel leiden tot een labelverbetering, naast isoleren en zonnepanelen. Van de vijftien grootste gemeenten zijn tien gemeentes op dit moment al voorzien van een relatief grootschalig warmtenetwerk, waarbij de meesten volop in ontwikkeling zijn voor uitbreiding en verduurzaming van de bron.”
“Ik verwacht dat deze ontwikkeling op korte termijn zal leiden tot energielabelverbeteringen bij alle gemeenten. Daarnaast is het ook van belang dat de overheid meer sturing geeft aan het verbeteren van de labelregistratie, zodat nog meer inzicht ontstaat. Wij merken namelijk dat data-analyses steeds belangrijker worden om de juiste strategie te kunnen kiezen en om de voortgang te monitoren”, aldus Jansen.
Analyse methode
Sweco bracht de energielabels in kaart met behulp van de Energie Strategie Atlas (ESA). Deze, door Sweco ontwikkelde GeoWeb-tool maakt gebruik van openbare data. Hierbij worden meer dan zeventig basiskaartlagen met lokale data en analyses gecombineerd.
De ESA geeft niet alleen inzicht in de energielabels. Het geeft per wijk ook inzicht in de huidige energievraag, zoals het elektriciteits- en gasverbruik, de bestaande infrastructuur zoals gasleidingen, warmtenetten en de potentie voor duurzame vormen van energie, zoals restwarmte en geothermie. De ESA kan verrijkt worden met lokale data voor specifiekere analyses.
Op basis van de meest recente gegevens van de Energielabel database van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft ruim 45% van de woningvoorraad een definitief geregistreerd energielabel. Op een totale voorraad van ongeveer 1 miljoen utiliteitsgebouwen heeft 9% een toegekend energielabel1.
Voor dit onderzoek zijn de energielabels van deze woningen en utiliteitsgebouwen uit de eerdergenoemde databron gehaald. Van de woningen waarvan geen officieel toegekende labels bekend zijn, berekende Sweco de labels op basis van het type woning/gebouw en bouwjaar. Hierdoor ontstaat voor het eerst een volledig beeld van de volledige gebouwenvoorraad per gemeente (woningen en utiliteitsgebouwen, exclusief industrie).
Het volledige rapport van Sweco is te lezen via deze link.
Bron: persbericht Sweco.
[Update: 18-10-2019]