Verregaand verduurzamen door meer met minder

‘To sustain our future, rich in colour’. Dat is de slogan die prijkt op de website van Baril, leverancier van duurzame verfoplossingen. Meer bereiken met minder vormt de ambitie, met een reductie van CO2-uitstoot, hergebruik van materialen en het verlagen van onderhoudskosten. We horen van productmanager Geert Duijghuisen hoe Baril inzet op duurzaamheid.

Al bijna 40 jaar werkt het bedrijf aan oplossingen voor de bescherming van de gebouwschil van allerlei vastgoedtypologieën. “We zijn betrokken bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving, infra, marine & offshore en industrie”, geeft productmanager Geert Duijghuisen aan. “Duurzaamheid zit in onze genen. We waren een van de eersten die watergedragen innovaties uitbrachten in de jaren ‘90 en we werden in 2002 uitgedaagd voor de beste ondernemingsvisie van Brabant, met als thema ‘duurzaam ondernemen’. De jury loofde ons voor lef en durf voor de verduurzaming van ons proces en product, maar we sleepten niet de hoofdprijs in de wacht. Toch gaf ons dit het signaal dat deze route de enige juiste was.”

Groenste verf

Dat betekende een verdere intensivering van activiteiten rondom toekomstbestendigheid. Duijghuisen noemt dat de ‘license to practice’: “We willen een maatschappelijk geëngageerde onderneming zijn, dat staat vast. Daarbij willen we onze footprint verkleinen. Dat doen we enerzijds door onze eigen bedrijfsprocessen te optimaliseren. Toen we ons 35-jarig jubileum vierden, verduurzaamden we onze luchthuishouding, legden we een zonnedak aan en openden we een nieuw hypermodern laboratorium. Anderzijds ontwikkelen we producten die de schil blijvend beschermen, CO2-uitstoot verminderen en de Total Cost of Ownership (TCO) zo laag mogelijk houden.”

Voor de ontwikkeling van die innovaties kijkt de leverancier kritisch naar eigen processen en de samenstelling van producten. “We ontwikkelden een complete biobased verflijn met de naam Copperant, die we aanduiden als ‘de groenste verf van Nederland’. Gebouwen die met deze verven worden afgewerkt, blijven hun waarde behouden. We maken gebruik van biobased grondstoffen, waardoor we de CO2-uitstoot drastisch verlagen.” Het gebruik van dergelijke duurzame grondstoffen is nog geen gemeengoed in de markt. “Onze maatschappij draait nog grotendeels op fossiele grondstoffen. Dat kan anders. Het belangrijkste element om te veranderen is wilskracht. We gaan niet kantelen door af te wachten, maar zijn actief op zoek naar partijen die net als wij actie willen teweegbrengen.”

Zoektocht naar koplopers

Die zoektocht betekent onder andere een gesprek met RAU architecten, om gedachten uit te wisselen over circulaire realisaties. “In de huidige economie zien we nog weinig gebouwen die als grondstoffenbank dienen, maar er is een urgentie om dit versneld te organiseren. De trend van schaarste van grondstoffen zet door en we zullen steeds vaker onze materialen uit bestaande gebouwen moeten halen.” Het ligt in de lijn der verwachting dat er meer aandacht komt voor duurzame materialen, aangezien dit een directe link heeft met de waarde van het gebouw.

“Je maakt andere keuzes als je weet dat de materialen ook weer moeten worden losgekoppeld. Overigens is het een uitdaging om als onderdeel van de gebouwschil mee te gaan in een dergelijke opzet, maar ook hier is het een kwestie van willen.” De ambitie om in 2020 een materialenpaspoort als standaard aan te houden, motiveert circulaire koplopers om door te pakken. Dat vraagt echter wel om een rolverandering van Baril. “We hebben een adviserende rol gekregen en besteden daarom veel tijd en aandacht aan het bezoeken van ontwikkelaars, woningcorporaties, scholen en zorgcentra. Centraal staat de zoektocht naar koplopers die ons uitdagen om met een oplossing te komen die past bij de ontwikkeling. Tegenwoordig is er meer ruimte voor de TCO-gedachte (total cost of ownership). Daarbij zien we dat er meer aandacht is voor circulair bouwen. Wij vinden dat je dan goed moet nadenken over de eigenschappen van je product. Zo is het bijvoorbeeld ‘not done’ om met een circulair product op de markt te komen dat nog giftige eigenschappen heeft.

Uiteindelijk moeten we toe naar een gebouwenvoorraad waarvan alle elementen losmaakbaar zijn, óók de schil en dus de verf. Dankzij het inzetten van non-toxische biobased verven blijven gebouwen hun waarde als toekomstige grondstof behouden.”

Zien is geloven

Toch is het vervangen van fossiele grondstoffen door herwinbare grondstoffen een strijd die nog lang niet is gewonnen. “Dat komt vooral doordat men het nog niet met eigen ogen heeft gezien. Wij kunnen verf aanbieden waarmee je als opdrachtgever stappen zet in duurzaamheid, circulariteit en het verlagen van je footprint. Wij willen opschalen, maar het is noodzakelijk dat de markt hierin mee gaat. We proberen nieuwsgierigheid te belonen en zoveel mogelijk mensen te laten proeven aan onze oplossingen. Die zijn zo divers, dat je zelf een beslissing kunt maken over de toekomstbestendigheid. En vanzelfsprekend adviseren wij daarin.”

Project – AM Huis Utrecht

Het door en voor AM Architecten ontwikkelde kantoorpand op het Utrechtse Business Park Papendorp had een verfrissende opknapbeurt nodig. Koeverma en Schilders met Verve uit Rotterdam zijn deze uitdaging aangegaan met de biobased verf Copperant. De wens van AM Architecten om dit met biobased verven te doen was deels geboren uit het feit dat het pand tijdens de opknapbeurt gewoon in gebruik zou blijven; biobased verven zijn geurloos en berokkenen geen schade door vluchtige organische stoffen.

In overleg met Danny Rijken van Baril werd gekozen voor de Copperant Pura muurverf. Deze extra matte muurverf op basis van water en plantaardig bindmiddel voldoet aan de eisen van de opdrachtgever. In een weekend zijn de lastig bereikbare delen geschilderd met een hoogwerker, maar de rest is tijdens werkuren met succes gerealiseerd.

Deel dit artikel

permalink