In Westerlo gaat op een heuse duurzame bouwcampus het eerste circulaire gebouw van België verrijzen. Vanuit twee kanten speelt Nederland daarbij een voorname rol.
Het is eind februari en de thermometer tikt al de 20 graden aan. Plaats van handeling is een voormalig Brits militair kampement, dat pas na de val van de Berlijnse Muur is opgedoekt. Het terrein in Westerlo, halfweg Antwerpen en Maastricht, is nu ingericht met gebouwen die de Belgische bezoekers voorlichten over en inspireren voor het onderwerp duurzaam bouwen.
Flamboyant
De dertig werknemers op Kamp C, onder wie zes architecten, worden aangestuurd door de Nederlander Peter-Paul van den Berg. Met een verleden als crisismanager probeert hij in het Belgische bouwlandschap drempels weg te nemen en bergen te verzetten. Van den Berg is zonder meer een flamboyante verschijning, niet alleen door zijn wapperende, grijze haardos. Hij neemt bij voorkeur geen blad voor de mond, wat nogal afwijkt van de Belgische omgangsvormen. Van den Berg is de disruptie in hoogsteigen persoon, die het liefst een middelvinger opsteekt naar de Belgische bouwwereld. Niet om te bruuskeren, maar om wakker te schudden.
Van den Berg heeft maar één, simpele missie: het versnellen van de transitie naar een duurzame samenleving. En het gestrekte been dat hij bij voorkeur gebruikt, past volgens hem juist prima bij de kennis en integriteit die Belgen inbrengen. Dat de bouwwereld in België nogal verschilt van de Nederlandse, schuilt in de traditie dat iedere Belg minstens eenmaal in zijn leven zelf een huis wil bouwen.
Vonkje
“In iedere familie is wel een bouwprofessional aanwezig”, begint Van den Berg, “en Kamp C is er om aan hen het vonkje van duurzaamheid over te brengen. Van dat sensibiliseren is het steeds meer informeren geworden, want iedereen die hier nu komt, is er inmiddels al van overtuigd dat je moet verduurzamen. Van onze architecten krijgen ze gratis advies over hoe hun bouwplannen het beste verduurzaamd kunnen worden.”
Kamp C heeft mede daarom de rol op zich genomen om innovaties te laten doorstromen naar de bouwsector. Websites, publicaties en heel veel bijeenkomsten dragen bij aan het presenteren van inspiratie en hapklare brokken. Daarbij horen ook voorbeeldprojecten, zoals de recent begonnen bouw van een complete woning van twee verdiepingen door een 3D-printer van tien bij tien meter.
Peter-Paul van den Berg wil de bouwsector anders ‘laten dansen’.
’t Centrum
Een ander actueel project is de aanbesteding die op Kamp C tot het eerste circulaire gebouw van België moet leiden: ’t Centrum. Het wordt in aankoop, realisatie, gebruik en beheer een circulair bedrijfsgebouw, waarin alle betrokkenen worden gestimuleerd om circulair te werken, bouwen en ondernemen. Team ATP, bestaande uit Turntoo, PLEKvoor en Alba Concepts, begeleidt het hele proces- en projectmanagement, met duurzaamheid als essentiële voedingsbodem.
Een woordvoerder van het Nederlandse Alba Concepts: “Wij zien circulariteit als een essentieel vraagstuk, waar de bouw momenteel op moet acteren. We moeten echter oppassen dat circulariteit een containerbegrip wordt dat niet concreet gemaakt kan worden. Alba Concepts focust op het meetbaar maken van circulariteit in de breedste zin van het woord, bij elk project.”
Losmaakbaarheid
“Wij doen dat met technisch inhoudelijke kennis. En we stellen vragen over de herkomst, toekomstwaarden en losmaakbaarheid van materialen, maar ook over de procesinrichting ernaartoe. Circulariteit vraagt een andere manier van uitvragen en samenwerken. Als wij circulaire projecten realiseren, achterhalen wij eerst de ambities van onze opdrachtgevers. Dat vraagt aandacht en expertise om de werkelijke drijfveren te achterhalen en te concretiseren.”
“Bij Kamp C waren de beweegredenen vanaf het begin scherp. Kamp C is namelijk tot in de haarvaten bezig met het imagovraagstuk. Ze willen breed uitdragen dat je van elkaar kunt leren en ze willen laten zien dat circulariteit echt kan. Vervolgens kies je focusgebieden, waarop je wilt acteren en je onderscheiden. En je tast het ambitieniveau af. Hoe hoog kun je de lat leggen?”
Speeltuin
Van den Berg geeft daarop het antwoord: “Eén van mijn ambities is dat ’t Centrum in de top-3 moet komen van de meest circulaire gebouwen in de Benelux. Maar wat we gaan bouwen? Ik heb geen idee. Dit wordt een speeltuin voor de bouw, waarin we dingen gaan doen die nog niet wettelijk zijn vastgelegd. We zullen tegen muren gaan aanlopen, maar dat gevecht willen we aangaan. Met een omgevingsvergunning op grote lijnen, waar achteraf regulering op volgt.”
In de uitvraag naar de markt werd niets gezegd over bestekken, materialen, aantallen kantoren, niets. Op zich kun je circulariteit wel meetbaar maken, maar in de initiële fase is het in België lastig meten. Belgische bedrijven worden in de aanbesteding namelijk eerst beoordeeld op ervaring, bekwaamheid en referentieprojecten. Pas later in het aanbestedingsproces volgt de visie en een ontwerp. Bovendien wilde Kamp C geen al te specifieke eisen stellen. Alba Concepts: “Het is charmanter om de markt uit te dagen om zelf een eigen, hoge lat te formuleren.” Van den Berg is tevreden over de eerste fase: “Zeven consortia met meer dan veertig bouwbedrijven hebben ingetekend en drie (zie kader) daarvan zijn doorgegaan naar een concurrentiegerichte dialoog. Op basis daarvan volgt een ontwerp en de gunning.”
Aansprakelijkheid
“Die bedrijven werden getriggerd om echt gave dingen te doen”, vervolgt Van den Berg, “en dat begint al met de consortiumvorming. Je merkte dat sommige consortia dachten dat het een gewoon, leuk commercieel project is. Die schreven in met hun vaste vriendjes, met wie ze al vaker samenwerkten. De bedrijven in de drie winnende consortia willen echt leuke dingen doen en daar gaat het om. Als je dat niet snapt, verandert er niets.” “Dat was meteen een kritiek moment in het hele proces. Breng bedrijven bij elkaar, die nog nooit hebben samengewerkt en ga met een blanco vel papier rond de tafel zitten. Bekijk dan vanuit alle geledingen van een bedrijf hoe je dingen kunt gaan proberen, waarvan je nog niet zeker weet of dat de komende twintig jaar standhoudt.”
“Met de wil om te innoveren en startups eraan te koppelen, ga je op een heel andere manier naar het bouwproces toe. Ik verwacht daarom niet dat een consortium voor de komende twintig jaar aansprakelijk wordt voor dit proces, dat net nieuw is. Wij nemen een stukje aansprakelijkheid over, want we willen juist dat ze die innovatieve kant opgaan. Anders vallen ze toch weer terug op veilige keuzes.”
Zeven pijlers
Ook Van den Berg hamert op dat diepgewortelde circulaire uitgangspunt. “Dat hele gebouw interesseert mij niets. Het is het proces ernaartoe dat belangrijk is. En dan gaat het heel sterk over de zeven pijlers van circulair bouwen die wij hier hanteren. De verandering komt pas als je al die pijlers echt raakt. Als je echt op een andere manier gaat kijken naar het hele proces en niet alleen maar zegt: ik gebruik bio-ecologische materialen, dus ik ben circulair.” “Het belangrijkste is”, besluit Van den Berg, “en dat heb ik geleerd van mijn vriend Erick Wuestman: als je de bouwsector anders wilt laten dansen, moet je eerst andere muziek opzetten. En dat is circulair aanbesteden.”
Tekst: Ysbrand Visser