Het Corporatiedebat 2019 leverde weinig goed nieuws op over de verduurzaming van de woningportefeuilles. Marnix Norder: “Het roer moet rigoureus om.”
De bomen groeien op vakbeurs PROVADA (RAI Amsterdam, tot en met donderdag) bijna tot in de hemel. Althans, als je de pracht en praal van veel stands in aanmerking neemt. Maar in de paneldiscussie over de verduurzaming van het overgrote deel van de woningvoorraad van Nederland waren de berichten heel wat minder positief.
Natuurlijk zijn er al initiatieven waarmee op het schaakbord van de energietransitie met enkele pionnen wordt geschoven. Maar voor echte actie van lopers, paarden en torens - laat staan van de koningin - is meer nodig. En vooral meer geld, of liever: minder van de vermaledijde verhuurdersheffing.
Rode cijfers
Marnix Norder (Aedes) omschreef het vandaag in Amsterdam zo: “Nagenoeg elke corporatie is wel bezig met de verduurzaming, alleen verschilt het tempo sterk. Projecten als de Stroomversnelling en Renovatieversneller lopen nu, maar voor een grote slag (Startmotor: 100.000 woningen aardgasvrij 2019-2022; red.) zijn we niet klaar.”
“Financieel zijn we in een jaar of drie van investeren aan het einde van ons pad en belanden we in de rode cijfers”, vervolgde Norder. “Wij kiezen daarom liever voor beschikbaarheid en betaalbaarheid van woningen, en dan maar niet voor verduurzaming. Het is nog steeds absurd dat huurders via de achterdeur van de verhuurdersheffing worden uitgemolken en kopers kunnen profiteren van de hypotheekrenteaftrek. Inkomenspolitiek hoor je via de voordeur te voeren en daarom moet het kabinet het roer rigoureus omgooien.”
Zelf kiezen
Sander Heinsman (woningcorporatie Portaal) was het natuurlijk hardgrondig eens met Norder. “Wij zijn klaar voor de verduurzaming als de overheid maar de juiste keuzes gaat maken. Zonder extra maatregelen gaan de huurders echter de rekening betalen. Het draagvlak is nu meestal ook onvoldoende. Daarom zijn wij gestart met het project Jouw Thuis, zodat de huurder zelf kan kiezen. Dat is evenwel slechts een oplossing voor een klein deel van onze portefeuille.”
V.l.n.r.: Marjan Minnesma, Marnix Norder, Maxime Verhagen, Sander Heinsman en debatleider Tom van 't Hek.
“Niets doen is echter veel duurder, want de energierekening van de mensen stijgt veel sneller dan de huur. Er zijn ook wel huurders die graag aan de slag willen gaan, maar ondertussen krijgen wij er ook veel mensen met een rugzakje bij.” En die hebben helemaal geen armslag om iets te doen, klonk het vrij uitzichtloos uit de mond van Heinsman.
Continuïteit
De twee andere partijen in het debat klonken wat milder, maar komen dan ook uit een sector met andere belangen. Maxime Verhagen (Bouwend Nederland) had de nodige moeite om zijn stem te verheffen, omdat hij na een paar uur live radio nogal verkouden de RAI betrad.
“Ons grote probleem is de continuïteit waarvoor de overheid moet zorgen. Door de onzekerheid over de salderingsregeling vraagt de consument zich af wanneer hij moet gaan zorgen voor opslag van door zonnepanelen opgewekte stroom. Ook is er onzekerheid over de keuze van gemeenten voor een type warmtevoorziening. Krijgt een wijk een warmtenet of niet? Dus wachten burgers met het maken van een keuze.”
Verhagen pleitte wel voor isoleren, innoveren en industrialiseren, maar was ook heel duidelijk met de uitspraak: “Ik heb niets aan luchtkastelen, ik wil opdrachten hebben.”
Nul-op-de-meter
Het meest positieve geluid kwam uiteindelijk van Marjan Minnesma (Urgenda), die schetste dat de verduurzaming al in 2035 moet kunnen worden voltooid in plaats van vijftien jaar later. Haar organisatie zorgt al jaren voor energieneutrale woningen (project Thuisbaas), met name voor rijtjeshuizen, twee-onder-eenkappers en vrijstaande woningen. Voor portiekwoningen en de gestapelde bouw geldt haar rekensom nog niet, dus begin daar nog niet aan, aldus Minnesma.
Met een bedrag van 35.000 euro aan verduurzaming voor een NOM-woning duikt Urgenda ver onder de berekeningen van de corporaties (€ 50-100.000). En het kan nog beter als door opschaling de prijzen van de warmtepompen omlaag gaan. Alleen zal door het tekort aan arbeidskrachten, zo betoogde Minnesma realistisch, het tarief van arbeid stijgen.
Het debat werd vooraf van brandstof voorzien door cijfers van Gert Jan Hagen (Springco). Uit een onderzoek onder 50.000 sociale huurders bleek dat twee derde van hen niet meer kan, en twee derde niet meer wil betalen aan woonlasten (om verduurzaming mogelijk te maken). Hagen noemde wel enkele lichtpuntjes (31% positief gestemden), die Minnesma direct aangreep: ga alvast met hen beginnen. Er liggen verder ook kansen om met de groep van twijfelaars (37%) het draagvlak te vergroten.
Niet betalen!
Wie uiteindelijk grote ingrepen wil plegen, kan terecht bij de analyse van Jimmy Kools (Fakton). In ver doorgevoerde scenario’s becijferde hij hoe de business cases van warmtenetten er kunnen gaan uitzien. Het rendement voor woningcorporaties is vooralsnog negatief. Daarom zullen er slimme financieringsconstructies moeten worden bedacht. Zo kan een investering in een netwerk van leidingen over een langere periode worden afgeschreven en liggen daar kansen voor financiering met obligaties.
Over die financiering hief Norder ten slotte duidelijk de waarschuwende vinger: “De betaalbaarheid van de verduurzaming mag niet plaatsvinden over de rug van de belastingbetaler of huurder. Daarom staat bij ons met stip op 1, op 2 en op 3: weg met de verhuurdersheffing.” Minnesma hielp hem daarbij graag een eindje op weg met haar oproep aan de corporaties om die rekening van de overheid gewoonweg niet meer te betalen.
Tekst: Ysbrand Visser