Circulair en veilig bouwen: herbezinning juridische kaders

timer4 min
Circulair en veilig bouwen: herbezinning juridische kaders

Hoogleraar privaatrecht Stéphanie van Gulijk is gespecialiseerd in bouwrecht en hield onlangs een interessante rede over het juridisch kader van de veiligheid in een circulaire bouwpraktijk.

De Nederlandse bouwsector wordt gedomineerd door twee ontwikkelingen: de toegenomen zorgen over bouwveiligheid, die nog eens verder onder druk komt te staan door de ambitieuze duurzaamheidsagenda van de overheid. Daar zijn volgens Stéphanie van Gulijk alternatieve juridische regels voor nodig.

Dat alles stond centraal tijdens de rede van Van Gulijk, uitgesproken bij de openbare aanvaarding van het ambt van hoogleraar privaatrecht, bijzondere overeenkomsten aan de Tilburg University op 12 april 2019. Hieronder een beknopte samenvatting.

‘Circulair en veilig bouwen. Verantwoordelijkheid is geen estafettestokje’

De veiligheid in de bouw is volgens de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) onder de maat. Bouwprocessen worden complexer en risico’s groter. Volgens de OvV laten opdrachtgevers onterecht de borging van veiligheid in handen van bouwpartijen, die onvoldoende zelfregulerend vermogen laten zien. Rollen, taken, verantwoordelijkheden en samenwerking in bouwprocessen moeten beter. Niet alleen tijdens de ontwerp- en bouwfasen, maar gedurende de gehele levenscyclus van bouwwerken.

De regering bereidt ingrijpende wetswijzigingen voor over kwaliteitsborging in de bouwsector. De overheid wil hiermee meer verantwoordelijkheden voor veilig en kwalitatief goed bouwen bij private partijen leggen. De vraag is echter of dit daadwerkelijk voor verbeteringen gaat zorgen. Zeker in het licht van de duurzaamheidsambities van de overheid.

Rollen verschuiven

In 2050 moeten ontwerp, ontwikkeling, gebruik, beheer en demontage van bouwwerken geheel circulair zijn georganiseerd. Dat vereist een duurzame, intensieve en interdisciplinaire samenwerking tussen bouwactoren. Terwijl in een circulaire bouwpraktijk de rollen en verantwoordelijkheden van bestaande bouwactoren, zoals architecten, constructeurs, opdrachtgevers en producenten verschuiven. En nieuwe actoren, zoals technologiebedrijven en duurzame slopers,  hun intrede in het bouwproces doen.

Van het bijbehorende juridische kader wordt verwacht dat het stimulerende regels geeft, geen belemmerende. Maar voor het realiseren van de circulaire ambities wordt vooral naar de private sector gekeken. Tot op zekere hoogte kunnen private actoren de benodigde samenwerking in een circulaire bouwpraktijk juridisch kaderen, bijvoorbeeld door middel van innovatieve contracten en zelfregulering. In aanvulling daarop moet de wetgever volgens van Gulijk duidelijker de regie nemen, ook omdat bouwveiligheid nu eenmaal een publiek belang betreft.

Samenhang bouwcontracten

Van Gulijk oppert twee alternatieven voor de huidige regulering van bouwcontracten. Als eerste dient de samenhang van bouwcontracten (Boek 7 BW) te verbeteren. De huidige wettelijke schotten tussen bouwcontracten en de daarin opgenomen bilaterale verplichtingen zijn niet bevorderlijk voor de samenwerking die nodig is voor een circulaire en veilige bouwpraktijk. Samenwerking tussen bouwactoren is tot op heden te vaak problematisch, terwijl een circulaire bouwpraktijk van bouwactoren een intensivering in samenwerking door toenemende innovatie en interdisciplinariteit vereist. Daarom is een herbezinning nodig op de plaatsbepaling en afbakening (samenhang) van de bouwcontracten opdracht, aanneming van werk, bewerking en koop-/aanneming.

Inspiratie voor verbeteringen haalt Van Gulijk uit Europese harmonisatiebeginselen en recente wetswijzigingen in België en Duitsland betreffende de regulering van bouwcontracten. Ook de ‘verdienstelijking’ van bouwactiviteiten, met geïntegreerde samenwerkingsvormen zoals DBFM/O, bieden belangrijke voordelen. Verder zijn er ook stimulerende juridische kaders nodig voor thema’s als het auteursrecht van architecten en de uitwisseling, het eigenaarschap en de organisatie van data en informatie in bouwprocessen.

Zorgplicht

Ten tweede moet er volgens Van Gulijk een wettelijke regeling komen van circulaire zorgplichten voor bouwactoren. Uitgangspunt moet zijn dat in een circulaire bouwpraktijk bouwactoren gedurende de gehele levensduur van bouwwerken verplichtingen aangaan. Een gefragmenteerd juridisch kader voor bouwwerkzaamheden naar bouwfase en bilaterale rechtsverhoudingen passen daar niet bij. Het wettelijk vormgegeven (bijzonder) contractenrecht houdt bijvoorbeeld geen rekening met de complexe netwerkstructuren in de bouw.

Ook nu bieden geïntegreerde contractvormen een mogelijke uitweg. Uitgangspunt van deze contracten is het project zelf en niet één van de rechtsverhoudingen in dat project. Dat sluit goed aan bij de circulaire bouwpraktijk, waar bouwactoren gedurende de gehele levensduur van een gebouw verplichtingen aangaan en het juridisch kader voor bouwwerkzaamheden minder gefragmenteerd is naar bouwfase en rechtsverhouding.

Naar Belgisch en Duits voorbeeld moet er volgens Van Gulijk ook worden nagedacht over de toekomstige rol van architecten en constructeurs in een circulaire bouwpraktijk. Vanuit het oogpunt van kwaliteitsborging is een zwaarwegender rol tijdens het bouwproces goed verdedigbaar. Inspiratie kan hierbij worden ontleend aan een onderzoeksproject van de Gemeente Rotterdam: Architect aan Zet.

Verantwoordelijkheden niet doorgeven

Van Gulijk zet ten slotte vraagtekens bij het terugtreden van de overheid, als het gaat om verantwoordelijkheid voor bouwveiligheid. De overheidsambities op het gebied van circulair bouwen stroken niet met de wetgevingsplannen voor kwaliteitsborging in de bouw. De realisaties van die ambities worden bovendien nog te veel overgelaten aan de pionierende en zelfregulerende private markt.

In aanvulling op private wet- en regelgeving moet daarom verder worden nagedacht over een publiekrechtelijke minimumnorm ter regulering van de afstemming, coördinatie en procesverantwoordelijkheid bij duurzame bouwprojecten ten behoeve van een veilige bouw. Zodat het estafettestokje voor verantwoordelijkheid niet steeds wordt doorgegeven en samenwerking in een circulaire bouwpraktijk werkelijk wordt gewaarborgd.

De rede van Stéphanie van Gulijk is in uitgebreide vorm te lezen in deze pdf.

Gerelateerde artikelen, events & downloads

c21 c41 c184 c225 c243 c283
Aardgasvrij dankzij programmatische aanpak ‘Plan Arthur’

Aardgasvrij dankzij programmatische aanpak ‘Plan ...

De klok tikt door om de vastgoedvoorraad aardgasvrij te maken. Om grote stappen te zetten naar duurzame wijken, zonder gebruik van fossiele brandstoffen en uitstoot ...

Lees verder

c21 c140 c185 c225 c283
Op weg naar de perfecte circulaire aanbesteding

Op weg naar de perfecte circulaire aanbesteding

Het adviesbureau Alba Concepts publiceerde afgelopen week een kennisdocument over circulair aanbesteden. Deze whitepaper is erg interessant voor opdrachtgevers ...

Lees verder

c21 c225 c283
‘Traditionele aanpak projectinkoop fundamenteel veranderen’

‘Traditionele aanpak projectinkoop fundamenteel ...

De lancering van de Modelovereenkomst Bouwteam Duurzaam Gebouwd 2020 heeft niet alleen nationaal veel aandacht getrokken. Ook internationaal timmert het model aan ...

Lees verder

c21 c225 c283
Ontdek de voordelen van programmatisch inkopen

Ontdek de voordelen van programmatisch inkopen

Wat zijn de ingrediënten voor een inkoopproces waarbij het streven is om doelen en ambities in de GWW-sector op een hoger niveau te behalen? Dat onderwerp ...

Lees verder

c21 c225 c283
Openhartig gesprek: diepe dalen én hoge pieken samenwerking

Openhartig gesprek: diepe dalen én hoge ...

Het was een opmerkelijke bijeenkomst, half januari in Deventer. Hoe beslecht je een langdurige samenwerking, van meer dan tien jaar, waarin de partijen het door ...

Lees verder

c21 c225 c267 c283
De bouw gaat met paardensprongen vooruit!

De bouw gaat met paardensprongen vooruit!

Als aan de kant van opdrachtgevers de inhoudelijke kennis ontbreekt, wat moeten hoofdaannemers dan meebrengen om projecten tot een goed einde te brengen? En wat ...

Lees verder

c21 c225 c283
‘Het geïntegreerde contract is nog lang niet afgeschreven’

‘Het geïntegreerde contract is nog ...

Hebben geïntegreerde contracten nog bestaansrecht in een aannemers-markt? “Meer dan ooit”, vinden Joris Vergouwen en Esteban Döll van Antea ...

Lees verder

c21 c225 c267 c283
Bereken met dit stappenplan de levensduurkosten van een toekomstbestendig gebouw

Bereken met dit stappenplan de levensduurkosten ...

Om voor toekomstbestendige gebouwen een verantwoorde en duurzame investeringsbeslissing te kunnen nemen, is het van belang de levensduurkosten te berekenen. In ...

Lees verder

c21 c225 c269 c283
Samenwerking in bouw & infra fundamenteel gewijzigd

Samenwerking in bouw & infra fundamenteel ...

Het was afgelopen week exact twee jaar geleden dat een expertgroep van Duurzaam Gebouwd de Modelovereenkomst Bouwteam Duurzaam Gebouwd 2020 lanceerde. Met dit document ...

Lees verder

c21 c225 c261 c283
Smart contracts in gebouwonderhoud

Smart contracts in gebouwonderhoud

In een pragmatisch verhaal over smart contracts en gebouwonderhoud, schrijft smart buildings-expert Wilfred van der Plas hoe je die contracten toepast en wat het ...

Lees verder

c21 c225 c283
‘Praten en afstemmen is ook je werk’

‘Praten en afstemmen is ook je werk’

Ruim vier jaar lang zette het ingenieursbureau van de gemeente Zaanstad de ramen wijd open. Door een transparante, samenwerkingsgerichte werkwijze met aannemers ...

Lees verder

c21 c135 c225 c283
Duurzaamheid en gebiedsgericht werken bij verbetering 7 kunstwerken

Duurzaamheid en gebiedsgericht werken bij verbetering ...

Hoe pak je bij de verbetering van sluizen ook thema’s aan als duurzaamheid en gebiedsgericht werken en let je tevens op meekoppelkansen? Samen met Hoogheemraadschap ...

Lees verder

Reactie plaatsen

keyboard_arrow_up