Volgens Henberto Remmerts (Tauw bv) is innoveren, opschalen en ketensamenwerking nodig voor de realisatie van de doelstellingen op het gebied van duurzaamheid.
Met de juiste schaalgrootte en contractduur creëer je kansen voor duurzaamheid, innovaties en ook samenwerking, aldus Remmerts. Die kansen hebben één gemene deler: partijen investeren pas als de opgave of opdracht in tijdsduur en financiën een redelijke omvang heeft. De opdrachtgevers moeten daarom binnen aanbestedingen en contracten lef gaan tonen, aldus Remmerts.
Dit is precies het terrein waarop Remmerts zich thuis voelt. Binnen het advies- en ingenieursbureau Tauw is droge en natte infrastructuur en inrichting van de openbare ruimte een grote tak. Daarbij bekwaamde Remmerts zich aanvankelijk in de bodemsaneringen. Sinds 2012 ligt zijn specialisatie binnen de vakgebieden van Tauw op het contract- en risicomanagement. Op dat laatste terrein is hij binnen Tauw ook business leader.
Idealisme
De duurzaamheidsambitie zit diep verankerd in het DNA van Tauw. De intrinsieke maatschappelijke verantwoordelijkheid is er volop aanwezig. “In de bodemsanering waren wij heel erg begaan met het milieu. Dat moest veel beter en daar sloegen we zelfs wel eens in door. Zorgden alle vervoersbewegingen van een bodemsanering niet voor meer verontreiniging dan we opruimden? Ik vond het prachtig om bij te dragen aan de enorme opgave van de bodemsaneringen. Nog steeds willen de meesten hier in huis graag bijdragen aan een kwalitatief goede leefomgeving.”
Niet vreemd dus dat Remmerts vindt dat het te langzaam gaat met de duurzaamheidsdoelstellingen. “Als je kijkt naar de bijdrage van de bouw aan de akkoorden van Parijs, gaat het niet hard genoeg. Het is vaak laaghangend fruit. Ontwerpen we een beweegbare brug met zonnepanelen of een windmolen, of doen we niets? Vaak zijn de kosten van goede ideeën niet mee begroot en is men zich niet bewust van de ‘meekoppelkansen’. Met alleen laaghangend fruit en er veel over praten schiet het niet op. Toch is dat gesprek met elkaar onderdeel van het bewustwordingsproces.”
Lange termijn
“Opdrachtgevers moeten daarom willen investeren in de lange termijn. Het maakt voor een aannemer nogal een verschil of hij een opdracht heeft voor een jaar of een werkvoorraad van acht jaar. Dan pas kun je ook als aannemer investeren én innoveren. Grotere opdrachtgevers als Rijkswaterstaat zijn daar wel mee bezig, maar veel kleinere gemeenten niet. Waarom breng je niet met meerdere gemeenten in een regio al het wegenonderhoud in één contract onder? Dat zal bijdragen aan duurzame oplossingen met lagere levenscycluskosten.”
“Gelukkig zijn er veel opdrachtgevers die nu over hun inkoopstrategie nadenken en zoeken naar dergelijke contractvormen. Vroeger had je het over een stukje weg, dijk of riolering, waarbij aannemers er niet over hoefden na te denken hoe dat er ging uitzien. Nu wordt er steeds meer gekeken naar samenwerking, en naar welke kennis er nodig is en welke clustering zinvol kan zijn.”
Partnerschap
“Soms zijn innovaties nodig om een stap naar voren te kunnen zetten. Je kunt hiervoor heel goed het innovatiepartnerschap inzetten. Daarbij kijken opdrachtgevers en opdrachtnemers samen hoe ze een opgave met bijbehorend doel het meest efficiënt, kostentechnisch acceptabel en qua planning kunnen aanpakken. Wij proberen daarin nu te investeren en klanten daarin te begeleiden.”
“Je gaat dus met elkaar een onderzoeksfase in en daarbij is innoveren een voorwaarde. Als je vervolgens samen hebt bepaald wat de beste werkwijze is en hoe je het gaat doen, wordt daarna de prijs gemaakt. Qua risicoprofiel haal je zo een heel belangrijke angel uit het proces. Die angel zit er bij een geïntegreerd contract wel in, omdat daarbij veelal een vaste prijs wordt gevraagd, inclusief een budget voor risico’s. Risico’s die bij een innovatie vaak vooraf niet overzien kunnen worden.”
In het geheel is er volgens Remmerts ook een rol weggelegd voor het gedachtengoed van de Marktvisie. Een deel van de publieke opdrachtgevers voelt hier wel voor, maar hoe denken de bouwers daarover? Een lastige vraag, beaamt Remmerts, “want uiteindelijk moet er bij een commercieel bedrijf wel een plusje komen. Je kunt niet alleen maar gaan investeren. Als zo’n partnerschap de goede voorwaarden creëert, en gaandeweg zorgt voor faalkostenreductie en kwaliteitsverbetering, komen opdrachtgevers en opdrachtnemers wel in de goede houding.”
“Er bestaat echter ook angst bij opdrachtgevers. Dat er misbruik van de samenwerking wordt gemaakt en bouwers van alles kunnen vragen. Dat moet je in het proces borgen. Je moet daarin de goede prikkels proberen in te bouwen en zeker geen boetes. Een bonus werkt beter en dat geldt ook voor de EMVI-methode, het wegen van prijs en kwaliteit. Als de prijs geen doorslaggevend criterium meer is, kan een inschrijver ook echt onderscheidend zijn op kwaliteit zonder te hoeven duiken of te speculeren.”
Gedrag
Tauw wordt nu specifiek ingehuurd om dergelijke innovatieve projecten op de rails te zetten. Met daarin doelen om te versnellen, het optimaliseren van grondstoffengebruik, transport, energie en veiligheid, en het verminderen van overlast. “Onze opdrachtgevers benaderen Tauw vanwege onze intrinsieke motivatie ten aanzien van duurzaamheid. Bovendien neemt Tauw steeds meer mensen in dienst, die niet alleen kijken naar de techniek, maar ook softskills inzetten om doelstellingen te halen.”
“Het is nu zo’n tien jaar geleden dat ik daadwerkelijk inzag dat er meer speelt in het hele bouwproces dan alleen techniek en regels. Dat houding en gedrag, verborgen agenda’s, gebrek aan vertrouwen en angst een net zo belangrijke rol hebben. Vooral gedrag en cultuur worden steeds belangrijker.”
“Als je risico’s analyseert, die ogenschijnlijk technische of financiële risico’s zijn, stuit je ook altijd op factoren als belangen, verwachtingen en vertrouwen. Als je wilt samenwerken, moet je elkaar vertrouwen. Als je elkaar wilt kunnen vertrouwen, moet je elkaar begrijpen. Om elkaar te begrijpen, moet je elkaar waarderen. En om elkaar te waarderen, moet je elkaar kennen. Als je niet in al die stapjes investeert, kom je nooit aan echt samenwerken toe. Openheid en elkaar mogen aanspreken is daarom mijn credo.”
Het slotakkoord van Remmerts keert weer terug naar het opschalen om belangrijke duurzaamheidsdoelstellingen te kunnen halen. Ook voor opdrachtnemers werkt dat in hun voordeel, “want hoe hard doe je in een kleiner project je best, als je na afloop weet dat je weer op nul staat?”
Tekst: Ysbrand Visser