Volgens Martin van Staveren is het hedendaagse risicomanagement verworden tot een exercitie voor de bühne.
Martin van Staveren, expert op het gebied van risicomanagement, kondigt het einde aan van de klassieke risicomanager, en hij niet alleen. Ondanks alle inzet op dit terrein pakken vermijdbare faalkosten in projecten consequent stukken hoger uit dan winstmarges. Van Staveren bepleit daarom de ontmanteling van het afgescheiden risicomanagement in organisaties en komt ook met een oplossing voor het probleem.
De omgang met onzekerheden - Van Staveren gebruikt liever de drie-eenheid ‘onzekerheden, risico’s én kansen’ - gaat volgens hem vaak al mis bij het niet goed opstellen van het doel. Als daarna de risico’s worden benoemd, missen die een correlatie met het doel en worden zo niet relevant. Bovendien komen die risico’s wel op papier, maar de benoemde beheersmaatregelen worden meestal niet uitgevoerd.
Schrikken
In 2018 schreef Van Staveren op Managementboek.nl al over Het einde van de risicomanager. Dat was even schrikken bij sommigen, maar hij kreeg ook bijval. Sterker, uit de reacties kwam een heel fascinerend detail naar voren, aldus Van Staveren.
“In allerlei organisaties lopen risicomanagers rond die wel zo heten, maar dat eigenlijk niet willen zijn. Wat ze wel op hun kaartje moeten zetten, weten ze niet. Nog ernstiger zijn de gevolgen hiervan. De werkomgeving denkt dat zij ‘van de risico’s zijn’ en verwacht dat deze specialisten hun functie als klassieke risicomanagers vervullen. De overige afdelingen zijn dan onteigend van de risico’s. Als zelfs veel risicomanagers doorhebben dat het zo niet meer gaat, hoe werkt het dan wel?”
“Je moet dan eerst heel goed weten wat je wilt realiseren, want als er geen beoogd resultaat is, moet je je echt zorgen gaan maken. Omgaan met onzekerheden moet je verder slim doen. Dus expliciet, gestructureerd en realistisch. Als je zo werkt, ben je een risicoleider.”
“Je hoeft de onzekerheden niet per se allemaal weg te nemen. Sommige kunnen ook een positief effect sorteren, maar helaas wordt dat vaak niet meenomen. Let erop dat je de risico’s die je neemt, ook echt kunt dragen. Risicomanagers kunnen bij dit alles enorm goed helpen, mits ze bereid zijn hun nieuwe voorbeeldrol van risicoleider te gaan vervullen.”
Informele leider
De omgang met risico’s, van oudsher geborgd in systematisch georganiseerde processen, hoort dus vooral bij de mensen zelf te liggen. Volgens Van Staveren moeten ze daarom voortaan ‘risicoleiderschap’ tonen. Sterk hiërarchisch georganiseerde organisaties zijn daarvoor wat minder goed geëquipeerd.
Van Staveren: “In het klassieke leiderschapsmodel stuit je op een sterke man en zijn volgers. Moderner gestructureerde organisaties bieden meer mogelijkheden voor initiatief, keuzes maken en lef. Dat is overigens nadrukkelijk niet alleen voorbehouden aan de formele leiders. Sterker, juist informele leiders kunnen ook leiderschap tonen. Wat mij betreft kan iedereen risicoleiderschap tonen. Timmer dan niet alles dicht met protocollen en leg meer verantwoordelijkheden neer bij de professionals. Het is de kunst om die mensen in je organisatie te mobiliseren, die intrinsiek gemotiveerd zijn voor het omgaan met risico’s en dit zonder prikkels van buitenaf zelf oppakken. Dan heb je kans op een sneeuwbaleffect.”
“Mocht de geleidelijke weg tot niets leiden, probeer dan met interventies van buitenaf het verandertraject als innovatie neer te zetten. Het is zaak een balans te vinden tussen een aanpak die past bij de structuur en bij de cultuur van een organisatie, en ook past bij de motivatie en competenties van de mensen.”
Niet iedereen wordt zomaar een risicoleider. “Het is natuurlijk niet niks. Het woord risico bezit de lading van gevaar. Ook is er vaak angst om erop te worden afgerekend. Deze emotionele component maakt dat de ontwikkeling van risicoleiderschap aandacht vraagt.”
Weerbaarheid
Met deze psychologische factor stapt Van Staveren over op een breder perspectief. “De maatschappij waarin wij leven heeft ons veel welvaart en welzijn gebracht. Bijna alles is goed georganiseerd en er gaan maar weinig dingen mis. Daardoor is onze weerbaarheid beperkt op het moment dat er wel iets misgaat.”
“Volgens het klassieke risicomanagement zouden we dan de risico’s met steeds meer protocollen en regels moeten uitsluiten. Onze wereld wordt echter almaar complexer, waardoor we steeds achter de feiten aanlopen. Als we toch proberen alles dicht te timmeren, ontstaat er een dure illusie van controle. Dat we alle risico’s kunnen vermijden, en dat kan dus niet en moeten we ook niet proberen. Dit laat onverlet dat we bijvoorbeeld bekende en vermijdbare veiligheidsrisico’s wel degelijk tot een minimum moeten beperken. Iedereen weer veilig naar huis, aan het eind van de werkdag!”
Principes
Van Staveren ziet ten slotte nog een trend: “Ga minder op regels sturen en meer op principes. Dit is een heel interessante ontwikkeling, die je ook tegenkomt in de recente ISO normen en richtlijnen voor bijvoorbeeld kwaliteit. ISO 31000 voor risicomanagement schrijft niet meer voor hoe je dat precies moet uitvoeren. Op basis van een aantal principes, zoals waardecreatie en bescherming, kan elke organisatie het omgaan met risico’s nu op de eigen manier invullen.”
“Principes zijn een heel mooie manier om veel flexibeler en efficiënter te werken. Het is ook een term die ik steeds vaker in de bouw hoor. Laat niet alle contracten los, maar vraag je wel goed af of je alles moet dichtregelen.”
Is er tot slot in de huidige hoogconjunctuur wel genoeg tijd om aan de benodigde cultuurveranderingen te werken? “Tsja, overal wordt keihard gewerkt en is er tijdgebrek. Het is de kunst om uit die tredmolen te stappen. Als je haast hebt, moet je gaan zitten. En als je daarna nog steeds haast hebt, moet je gaan liggen.”
Tekst: Ysbrand Visser
Risico-expert dr. ir. Martin van Staveren MBA adviseert vanuit risicobureau VSRM bedrijven en publieke organisaties binnen én buiten de bouw en infra. Hij is verder kerndocent aan de Executive Masteropleiding Risicomanagement, Universiteit Twente, en auteur van de boeken Risicogestuurd Werken en Risicoleiderschap.