Jaap de Vries: duurzame bedrijvendokter

Met tientallen samenwerkingsprojecten maakte Jaap de Vries naam in Friesland: “Als je voldoende koplopers hebt, trek je op een gegeven moment de rest vanzelf mee.”

Waar het begrip maatschappelijk verantwoord ondernemen voor veel bedrijven gemeengoed is geworden, gaat duurzaam ondernemen veel verder: namelijk over de toekomst van je bedrijf. Ben je voldoende wendbaar om je aan te passen aan de snelle veranderingen in de samenleving en de markt?

We spraken over deze thema’s met de in Drachten gevestigde Jaap de Vries, ooit in Delft afgestudeerd in de civiele techniek. Vanuit zijn bedrijf DZyzzion (spreek uit: die-zi-zjun) is hij een soort ‘duurzame bedrijvendokter’ voor enkele honderden bedrijven in met name Friesland, Groningen en Drenthe. Hij werkt hierbij samen met lokale partners in verschillende provincies.

Peru

De Vries zoekt nadrukkelijk de samenwerking in kleine groepen met lokale bedrijven, geïnspireerd door zijn eerdere werkzaamheden in Peru. Tien jaar lang, vanaf 1989, werkte hij daar aan met name een duurzame leefomgeving. Aanvankelijk ging het om zaken als de kwaliteit van drinkwater en woningen, afval en afvalwater. Langzamerhand verschoof de inzet van De Vries steeds meer richting goed bestuur.

“Uiteindelijk zag ik wel,” begint De Vries, “dat ze daar prima technici hadden, maar dat het vaak ontbrak aan managementkwaliteiten en een goed bestuur. Als je impact wilt hebben, is een bekwaam bestuur nodig en een effectieve samenwerking tussen lokale overheden, bedrijven, bevolkingsorganisaties en ngo’s.”

De Vries zette met die insteek een netwerk op, het Forum Cities for Life, dat nu nog steeds functioneert. “Dat netwerk draagt heel erg bij aan het bij elkaar brengen van die partijen. Je kunt daar wel als dure Nederlander gaan zitten en putten gaan slaan, maar dat kunnen ze zelf ook. Je kunt echter ook bruggen bouwen.”

Koplopers

De Vries werkte nadien geruime tijd voor ingenieursbureau DGMR en startte daar met het Koploperproject, waarbij hij opnieuw de verbindende factor tussen veel partijen is. Sinds vijf jaar voert hij deze projecten uit onder de vlag van zijn bedrijf DZyzzion.

“Als je bedrijven en organisaties een voor een helpt met verduurzamen, gaat het niet snel genoeg. Je kunt beter zorgen voor een kritische massa van ondernemers die ermee bezig zijn en die aan anderen laten zien wat slim is voor het milieu, de mensen en ook voor het bedrijf zelf. Als je zo voldoende koplopers hebt, trek je op een gegeven moment de rest vanzelf mee.”

Koploper Boonstra Transport ontwikkelde een 100% elektrische vrachtwagen.

De Vries begon met de Koploperprojecten bij hem in de buurt, in de gemeenten Smallingerland en Opsterland, maar werkte later samen met veel andere gemeenten en andere partners, zoals provincies, ondernemersclubs en banken. Zo adviseerde en begeleidde hij ruim 250 Friese bedrijven en daarbuiten nog eens zo’n 100.

De Vries is ook nauw betrokken bij de Freonen fan Fossylfrij Fryslân, die niet alleen de Elfwegentocht organiseerden, maar ook bedrijven helpen om fossielvrij te gaan ondernemen.

In de vele projecten is het uitgangspunt van De Vries telkens weer: toekomstbestendig ondernemen. “Dat gaat niet alleen over netjes ondernemen, niet te veel energie verbruiken en goed op je mensen passen. Uiteindelijk gaat het ook om de vraag: wat is het bestaansrecht van je bedrijf.”

Kansen

“Je moet tegenwoordig wendbaar zijn als organisatie. De samenleving verandert snel. Er ligt een klimaatakkoord, je hebt de ontwikkeling naar een circulaire en inclusieve economie, de hele energietransitie, en ook de manier waarop bedrijven zich organiseren. Bedrijven moeten heel alert zijn. Waar liggen de risico’s en waar de kansen? Met name die kansen zijn belangrijk. Als je je niet aanpast, loop je grote risico’s, maar als je je wel slim aanpast, liggen er veel kansen.”

Het opvallendste aspect in de projecten van De Vries is toch de onderlinge, lokale samenwerking. “We gaan steeds meer naar een netwerkeconomie toe, dus we maken aan bedrijven duidelijk dat ze niet alles zelf moeten willen doen. Bouwbedrijven en installatiebedrijven kunnen beter gezamenlijk concepten ontwikkelen voor bijvoorbeeld energieneutrale woningen.”

Gasloos en grotendeels biobased bedrijfspand van Koploper De Jongens van Outdoor.

“Die samenwerking geeft je klanten bovendien meer vertrouwen, want het feit dat twee partijen samenwerken, geeft aan dat ze elkaar onderling vertrouwen. Als je als bedrijf zonnepanelen wilt plaatsen, doe het dan met een lokale installateur in plaats van een of andere cowboy van ver met een mooi verhaal. Als een lokale installateur zijn werk niet goed doet, krijgt hij in de regio een slechte naam. Dat is daarom een veel betere waarborg om goed werk af te leveren. Op die manier proberen we de samenwerking te bevorderen en de regionale economie te stimuleren. Regionaal samenwerken scheelt ook nog eens veel kilometers en dus CO2-uitstoot.”

Nulmeting

De Vries werkt meestal met een groep van tien, twaalf bedrijven en gebruikt verschillende tools om hun risico’s en kansen in kaart te brengen. Wat doen ze al goed en wat kan er nog beter? Hij doet dat met de zelf ontwikkelde DuOn-scan, die is gebaseerd op ISO 26000, een internationale richtlijn voor duurzaam ondernemen.

“Die toets gaat onder meer over goed bestuur, energie en klimaat, werkomstandigheden, circulair ondernemen en meer. Verder meet ik met de Milieubarometer de milieuprestaties van een bedrijf. Sommige bedrijven zeggen wel ‘we doen al heel veel, met bijvoorbeeld zonnepanelen’, maar kennen ze het complete verhaal? Weten ze bijvoorbeeld wat hun CO2-uitstoot is?”

“Beide tools zorgen samen voor de nulmeting. Die bespreken we samen met alle bedrijven in de groep, want zo kun je veel van elkaar leren. Daarna komt er een concreet actieplan met een permanente verbetercyclus. Wat zijn per onderwerp je ambities en doelen, hoe kan ik meten of het daadwerkelijk gerealiseerd wordt, wie gaat het doen en wanneer? Dus geen hapsnap aanpak, maar een structureel verbeterproces.”

Leasefiets

“Het is de keuze van een bedrijf zelf hoe ver ze vooruit willen kijken, maar we willen wel dat er een heel concreet actieplan ligt, waarin staat wat ze de komende tijd gaan doen. Hoe ambitieus ze zijn, bepalen ze zelf, maar we proberen ze zoveel mogelijk te stimuleren om hoge ambities neer te zetten. Ook die acties bespreken ze met elkaar. Aan het eind van het traject krijgen ze ook nog een communicatieopdracht mee. Heel veel mkb’ers hebben moeite met die communicatie, intern en extern.”

De Koploperprojecten worden meestal afgesloten met een Koplopersymposium, waar de koplopers hun duurzame verhaal kunnen vertellen en waarmee ze andere ondernemers inspireren om het goede voorbeeld te volgen. Ook gaat een van de koplopers met de Koploperprijs naar huis.

Koploper Sijperda Verhuur stapte over op elektrische bestelwagens.

Ondertussen hebben die mkb’ers nog heel veel vragen op dit gebied, zo bleek recent uit een peiling van de Kamer van Koophandel. Door de hoge werkdruk in de bedrijven is er echter weinig tijd om naar antwoorden en oplossingen te zoeken.
Afgezien van veel duurzamer werkende bedrijven, hebben de Koploperprojecten ook andere mooie resultaten opgeleverd, zoals de Leasefiets van Friesland Lease en het duurzaamheidslabel van Sijperda Verhuur, waarbij van veel machines een elektrische of hybride variant te huur is en voor de klant de CO2-uitstoot duidelijk wordt.

Dit is deel 1 van het interview met Jaap de Vries. In deel 2 onder meer: “Berichtgeving in Telegraaf is vaak onjuist”. Lees hier deel 2.

Friesland en verduurzamen staan centraal tijdens het Duurzaam Gebouw Congres ‘It giet om’ op 14 februari in Leeuwarden. Informatie en kaarten vind je via www.duurzaamgebouwdcongres.nl.

Deel dit artikel

permalink