Terwijl we weten dat het eigenlijk niet meer anders mag en kan, bouwt nog niet iedereen circulair. Welke partijen in het bouwproces kunnen ervoor zorgen dat demontabel bouwen de standaard wordt en welke roadmap kunnen we opstellen? Op die vragen zocht Duurzaam Gebouwd een antwoord, tijdens een rondetafelgesprek met experts in The Green House te Utrecht.
Ook wel bekend als het meest circulaire gebouw van Nederland vormt The Green House in hartje Utrecht een bijzonder podium voor het gesprek. In een zaal aangrenzend aan een kas genieten de experts eerst van een lunch, die – hoe kan het ook anders – duurzaam is. Daarna start de discussie, met als uitgangspunt een lijst met do’s & dont’s om de complete sector te laten versnellen in circulair bouwen.
Eerst werd er met het vingertje gewezen. Op een positieve manier weliswaar: moderator Wietse Walinga van Duurzaam Gebouwd vroeg de experts om partijen aan te wijzen die volgens hen het voortouw moeten nemen in circulaire realisaties. Dat leverde nogal wat verschil in visie op. Zo vond kwartiermaker en projectontwikkelaar Rogier Joosten van The Green House dat de bal vooral bij de opdrachtgevers ligt. “Intrinsiek gemotiveerde opdrachtgevers kunnen het verschil maken voor een circulaire ontwikkeling”, overtuigde hij. Daar was adviseur bouwconcepten Peter Musters van VBI het mee eens, met een toevoeging. “De opdrachtgever moet geadviseerd worden door zijn directe omgeving. Een samenspel is randvoorwaardelijk voor een ambitieverhoging.”
De onderbelichte zachte kant
Die integrale aanpak, waarbij alle stakeholders intensief met elkaar optrekken, lijkt favoriet. Daar voegt communitymanager Niels van Ommen van het Bouwgenootschap een belangrijke sleutel aan toe. “Houding, gedrag en cultuur zijn de bepalende kernwaarden voor die beoogde nauwere samenwerking. De zachte kant van project- en procesmanagement is in dit opzicht nog onderbelicht, maar hier bevindt zich wel de kantelingsmogelijkheid.” Dat sluit aan bij de visies van Vice President ING Sustainable Finance Mayke Geradts en Strategy Consultant Jurriaan Coomans van Accenture Strategy. “Een ketenaanpak is vereist om de circulaire economie te realiseren, inclusief klanten en ook de financiers”, vindt Geradts. Adviseur technische marketing Cindy Vissering van Betonhuis sluit zich aan bij meer nadruk op de ‘zachte kant’. “We moeten afspraken maken over de principes van de circulaire economie en hoe we die willen beoordelen op effectiviteit en duurzaamheid. Bedrijven hebben een verantwoordelijkheid naar hun werknemers om het bestaan van het bedrijf te garanderen. Daarom moeten investeringen op basis van een perspectief gemaakt worden waarbij zij een businesscase kunnen vormen.” Dat is niet het enige vlak waar een verandering mag plaatsvinden. Ook op het gebied van bewustmaking moet er nog het een en ander veranderen. “Dat begint bij kennis van circulariteit”, vindt netwerkmanager Mark Kemna van FSC Nederland.
Bekijk de pdf met alle deelnemers
Akkoord met rigiditeit?
Nog altijd zijn er aanbestedingen die op de traditionele wijze in de markt komen. Zonder circulaire ambities, met blauwdrukken voor gebouwen die over enkele decennia alweer ouderwets zijn. Waarom blijven sommigen akkoord gaan met rigiditeit? “Wat is er nodig om dit stigma te doorbreken?”, wil wethouder duurzaamheid John Nederstigt van gemeente Haarlemmermeer weten. In zijn gemeente wordt al langere tijd ingezet op circulariteit, met onder andere Park 20|20 als stervoorbeeld van een Cradle to Cradle-geoptimaliseerde werkomgeving.
Vanuit de leveranciershonk reageert manager circular economy Rick Veenendaal van Gispen. “Op dit moment omarmen we nog een hybride model, waarin we zowel circulaire innovaties als reguliere oplossingen aanbieden. Dat moet, want de helft van onze klanten kopen circulair in. Ze richten zich dan ook nog vaak op nieuw materiaal in plaats van hergebruikt.” Dat beeld herkent technical sales manager Guido Rockx van Armstrong. “Natuurlijk hebben we oplossingen om alle projecten circulair met C2C-materiaal in te vullen. Maar de uitvraag naar C2C-producten met de bijbehorende recycling is nog onvoldoende.” Daarbij bemerkt key accountmanager Ronald Geukema van Tarkett dat leveranciers zelf het voortouw moeten nemen. “Het is aan ons om opdrachtgevers zo goed mogelijk richting volledige circulariteit te adviseren. Grondstoffen worden steeds kostbaarder en dat stimuleert hergebruik.”
Tegelijkertijd is er een fors gebrek aan arbeidskracht. In de sector is het op dit moment jagen naar geschikte professionals om bouwopgaves in te vullen. Prefab en remontabel bouwen kunnen de uitkomst bieden voor het gebrek aan handen. “Daarom moeten we sturen op producten en innovaties die we opnieuw kunnen inzetten in toekomstige projecten. In het ontwerpproces is het belangrijk om al rekening te houden met het loskoppelen van elementen. Als opdrachtgever is er vooral winst te halen door te sturen op een demontageplan.” Dat is exact wat Ronald Schleurholts van Cepezed beoogde bij de bouw van The Green House. “Dit gebouw is ontworpen om over 15 jaar te demonteren en te monteren op een nieuwe bestemming. Veel materialen zijn hergebruikt uit de voormalige Knoop Kazerne. Voor ons was het logisch om te ontwerpen voor demontage. Dat hebben wij kunnen overdragen aan het ontwikkelende consortium, waarna zij met veel enthousiasme alle ketenpartners in dit principe hebben meegenomen. Ze waren overtuigd van de winst. Vraag je opdrachtgever dus altijd om een demontageplan op te stellen.” Daar ziet manager circulariteit Marije Kamphuis een belangrijke stap. “Toch is het niet altijd zo dat die circulaire ambities daadwerkelijk worden ingevuld. Dat kan verschillende redenen hebben, waaronder beperkingen van geld en tijd. Die drempels kunnen we wegnemen door in te zetten op industrieel bouwen.”
Circulaire grondafgifte
Een belangrijke stimulans voor een meer circulaire omgeving is het vertrekpunt voor gemeenten om in 2023 voor 100% circulair in te kopen. Die afspraak lezen we terug in de transitieagenda circulaire bouweconomie. Een andere ‘do’, ditmaal specifiek voor gemeenten, is toegespitst op het omvormen van het traditionele model voor gronduitgifte. “Dat moet anders kunnen”, vindt directeur Stefan van Uffelen van Madaster. “Is het mogelijk om de gronduitgifte circulair te regelen, zodat je beter kunt inspelen op tijdelijkheid?” Het grootste deel van de deelnemers ziet de kansen die samenhangen met die innovatieve vorm van grond uitgeven. Inclusief Nederstigt. “Dit wordt een belangrijke stimulans. We willen een stuk grond weer kunnen terugbrengen naar de functie die het hiervoor had of het een nieuwe functie toebedelen. We werken eraan om tijdelijk gebruik van grond mogelijk te maken. Onze overtuiging is dat je een veranderende vraag eenvoudig moet kunnen faciliteren.”
Een circulaire gronduitgifte stimuleert het ontwerpen voor demontage en het op zijn minst nadenken over hergebruik bij opdrachtgevers. De al eerdere aangekaarte bewustwording over het onderwerp verdient nog aandacht. “Kunnen we dat bijvoorbeeld met certificeringen voor elkaar krijgen?”, vraagt Walinga zich af. Als voormalig directeur van DGBC weet Van Uffelen alles over certificeringsmethodieken en wat ze kunnen betekenen voor de broodnodige awareness. “Een certificering als BREEAM geeft houvast, maar het is een middel en geen doel. Vanuit Madaster stellen we ons de vraag of we standaarden moeten geven of dit juist aan de markt moeten overlaten.” Volgens Kemna schuilt de waarde van certificaten vooral in het definiëren van duurzaamheid en circulariteit. “Certificeringen geven duidelijkheid over wat er wel of niet nodig is. Tegelijkertijd kan het ook ambities afremmen.” Dat onderkent Musters. “Voor koplopers is dat zo, maar voor het peloton is het handig om tools te hebben om snel te klimmen.”
vlnr: Mark Kemna, Ronald Geukema, Jurriaan Coomans, Mayke Geradts
Naslagwerk voor restwaardeberekeningen
Geen definitieve do of don’t dus als het gaat om een certificeringen. Circulariteit hoeft niet per se opgenomen te staan in regelementen en gidslijnen. “Ik zie liever dat we zelf manieren bedenken om circulariteit als uitgangspunt te bedenken”, vindt Schleurholts. “Maak bijvoorbeeld een BIM met een overzicht van alle materialen. Door in een vroeg stadium hierop in te zetten heb je in de toekomst een fijn naslagwerk waar je aan kunt refereren, onder andere voor restwaardeberekeningen.”
Daar voelt partner Jim Teunizen van Alba Concepts veel voor. “Die data vormt de sleutel voor het volledige bouwteam én voor taxateurs en financiers. De bewijslast voor restwaarde is voor iedereen een belangrijke issue en hoe sneller we onderbouwing hebben van deze waarde, hoe eenvoudiger we een business en value case kunnen opstellen. Het laatste wat we willen is achteraf een rekensom maken, dus ga hier tijdig mee aan de slag.” Geradts ziet hier ook een rol weggelegd voor de financiers. Daarmee is ze zelf in de praktijk al aan de slag gegaan. “Hierbij gaat het om de strategische dialoog te voeren met klanten die circulaire ambities hebben en samen circulaire businessmodellen in kaart te brengen voor deze bedrijven."
Conclusie – do’s en dont’s voor Circulair Bouwen
1. Verplicht een demontageplan bij ontwerp van het project. Doe dit niet alleen voor de architect en bouwer, maar ook voor je huurder
2. Verbind geldstromen met restwaarde
3. Verander gronduitgifte naar een vorm van erfpacht, zoals Bodemwende van Thomas Rau.
4. Combineer circulair bouwen altijd met de energietransitie-opgave. Het ene wel doen en het andere niet is een gemiste kans.
5. Gebruik zo weinig mogelijk en zo licht mogelijk materiaal (refuse en reduce)
6. Certificering is een middel maar nooit een doel op zich
7. Vraag aan je leveranciers naar zijn 100% circulaire planning
8. Deel de kennis en de goede succesvolle voorbeelden
9. De opleiding bouwtechniek moet een nieuw leven krijgen
10. Betrek taxateurs nu al bij het circulair bouwen
11. Werk samen met je ketenpartners