Duurzaam Gebouwd-expert Ronald Schilt schreef een artikel over een recent onderzoek onder particuliere woningeigenaren over kennisdeling omtrent verduurzaming naar gasloos. 30 mensen reageerden en niet één daarvan was aangesloten op een warmtenet, praktisch allemaal kozen ze voor een warmtepomp. “Kiest de consument net zo rationeel als de onderzoekers van de verschillende rapporten veronderstellen?”
Diverse onderzoeksrapporten geven aan dat warmtenetten de goedkoopste en beste wijze is om van het gas af te gaan. Slechts voor 25% van de woningen is warmtepompen de beste keuze, zo wordt gesteld. Dit staat echter in schril contrast met het beknopte onderzoek. “Wellicht hebben de onderzoekers gelijk, maar krijgen ze het ook? Toen we met een tiental van de particulieren in gesprek waren, bleken autonomie en onafhankelijkheid de belangrijkste argumenten om voor een warmtepomp te kiezen. Warmtenetten worden als duur, niet duurzaam en onbetrouwbaar ervaren. Feitelijk is dit in algemene zin niet juist, maar zijn dit wel de “emoties” op basis waarvan ze zeer gereserveerd staan t.o.v. warmtenetten. Daarentegen was de ingreep in hun woning fors en waren de kosten met 20.000 tot 75.000 euro bepaald niet laag te noemen”, aldus Schilt.
Acceptatie en draagvlak
De vraag is of de rationele aanbevelingen van de onderzoekers opgevolgd worden door de ‘irrationele’ consument. “Als we kijken in de recente geschiedenis is dit nog maar de vraag. Donald Trump dankte zijn verkiezing in belangrijke mate aan mensen die onder zijn beleid het meest te lijden hebben. Brexit kwam er dankzij de stemmen van degenen die bij uitstek gebaat zijn bij de arbeidsregels en landbouwsubsidies van de EU. Tot slot heeft de Nederlandse kiezer drie keer op rij een referendum van de regering weggestemd. Omdat de transitie van gas los valt of staat bij acceptatie en draagvlak bij de burger is het essentieel om oog te hebben voor het schijnbaar irrationele gedrag van de particuliere woningeigenaar. Naar mijn idee een aspect dat zeker in de beleidsonderzoeken nog onvoldoende aan de orde is”, besluit Schilt.