Showcase van circulariteit en duurzaamheid

Architect Taco Tuinhof wil een stuk oude agrarisch-industriële omgeving bij het Kanaal door Walcheren in Middelburg omvormen tot ‘hotspot’ voor duurzame, circulaire bedrijvigheid en biobased bouwen. Een ware showcase van circulair denken en bouwen. Zijn bureau Rothuizen Architecten Stedenbouwkundigen is gevestigd in een energieneutrale voormalige graansilo.

Auteur: Peter Urbanus
Foto: Taco Tuinhof en Josephine Pawsey

“Er liggen hier prachtige kansen voor samenwerking en synergie”, menen Taco Tuinhof en Josephine Pawsey stellig. Zij is bij Rothuizen Architecten Stedenbouwkundigen verantwoordelijk voor marketing en new business development. Tuinhof deed onlangs van zich spreken bij nieuwbouw voor ggz-instelling Emergis. Delen en grondstoffen van een gesloopt kantoor van Rijkswaterstaat in Terneuzen werden hergebruikt. Ook herbruikbare delen van het gebouw verwerkte hij in het ontwerp.

De in de jaren vijftig gebouwde graansilo en de omringende loodsen en terreinen lagen vroeger aan een zijtak van het Kanaal door Walcheren. Na het doortrekken van de N57 en de aanleg van het nabijgelegen aquaduct is die afgesneden van het kanaal.

Comfortabel

De gemeente Middelburg had geen bestemming voor de graansilo, die al sinds begin jaren tachtig in onbruik was. Vijf jaar terug kocht Rothuizen Architecten Stedenbouwkundigen de grond en kreeg de silo er bij. Vanwege de economische crisis was de vestiging in Middelburg ingekrompen. “Ons hoofddoel was het overleven van de crisis”, verklaart Tuinhof. Ook de Kunstuitleen en de afdeling Bouwkunde van de Hogeschool Zeeland (HZ) namen hun intrek in de silo. De laatste verhuist op termijn weer naar een ander onderkomen.

Rothuizen maakte van een silo een passief gebouw met hoge isolatiewaarde. Voor de verwarming en koeling wordt grondwater opgepompt, dat wordt gebruikt in een vloerverwarmingssysteem. Tuinhof: “Het is hier binnen altijd comfortabel.”

Hergebruik gebouwen

“De loodsen zouden eigenlijk worden gesloopt. Maar het betreft hier beeldbepalend agrarisch erfgoed”, zegt de architect. “Hergebruik van een gebouw is weer beter dan slopen en delen hergebruiken.” Tuinhof ziet allerlei mogelijkheden om de bestaande gebouwen met elkaar te verbinden. Door de bestaande infrastructuur minimaal aan te passen, denkt hij dat beleving van het terrein kan worden verbeterd.

“De vraag is: wat willen we met dit terrein en deze gebouwen doen?”, zegt hij. “Daarom heb ik Josephine gevraagd om mee te denken.” Pawsey is cultureel antropoloog en verdiept zich in de sociale aspecten van een duurzame toekomst. Als voorbeeld noemt ze het succes van de Ceuvel in Amsterdam, een duurzame broedplaats voor creatieve en sociale ondernemingen op een voormalig scheepswerfterrein. “Laagdrempelig, kennis, cultuur, uitwisseling, maar ook met een biertje aan het water kunnen zitten. Er is voor iedereen wel een reden om er binnen te stappen.”

Voedselbank

Tuinhof en Pawsey zijn er van overtuigd dat zoiets ook in Zeeland succesvol zou kunnen zijn. Een voorbeeld nemen aan de Randstad houdt het blikveld open, al is Middelburg geen Amsterdam. “Een duurzame broedplaats voor creatieve en sociale onderneming, met een Zeeuws tintje”, luidt de conclusie.

Een van hun wensen is herstel van de verbinding met het kanaal. “Hoe super zou het zijn om met mijn kano naar het werk te kunnen?”, lacht Tuinhof. De nadruk moet liggen op circulariteit en duurzaamheid. Pawsey kwam met de suggestie dat ook de plaatselijke voedselbank hier moet blijven. Ook die past immers in de circulaire benadering.

Deze instelling is hier al gevestigd, maar het pand is sterk verouderd. Door de Voedselbank te verhuizen naar één van de andere geschikte panden op het terrein kan de instelling betere voorzieningen bieden voor zijn bezoekers. In combinatie met kooklessen, taallessen en een moestuinfunctie hebben. Zo ontstaat ook weer ruimte voor sociale interactie. “Een duurzame toekomst bereik je alleen met creatieve samenwerkingsvormen”, meent Pawsey.

Onderwijs

Tuinhof ziet hier toekomst als proeftuin voor duurzame innovatie en onderzoek naar duurzame en circulaire ontwerpen en technieken. Zo denkt hij aan een biobased woning, waar studenten proeven kunnen uitvoeren en zelfs zouden kunnen wonen.

Dat zou in samenwerking kunnen gebeuren met het lectoraat Biobased Bouwen van de HZ en de Avans Hogeschool. De mbo-opleidingen Scalda en het EduDelta College zouden er kunnen werken met groenprojecten. Er is nog veel onderzoek nodig naar de isolerende functies van groenbedekking, regenwaterbuffering, voeding en educatie. Zo’n opzet zou ook verbindingen mogelijk maken tussen ondernemers en onderwijs, denken Tuinhof en Pawsey. “Een showcase voor circulariteit en het combineren van maatschappelijke en commerciële functies.” Momenteel denken ze ook over een festival dat (mogelijk) aankomende zomer op het terrein plaats zal vinden. Een laagdrempelig evenement, waar cultuur, bedrijvigheid, duurzame ontwikkeling, muziek en theater samen komen. Allemaal in het kader van circulariteit.

Deel dit artikel

permalink