Auteur: Ingrid Rompa
De Canadees-Nederlandse architect Cedric Burgers (zie foto boven) heeft een passiefhuis ontworpen in Vancouver. Hij wil hiermee Nederlandse technologieën introduceren in Canada. “Hier moet je jezelf eerst bewijzen en laten zien dat het werkt, voordat anderen in je geloven. Daarom start ik met mijn eigen woning.”
Het zwaartepunt in Noord-Amerika ligt niet op energiebesparing. In tegenstelling tot Europa zijn de energiekosten hier niet zo hoog. “Duurzaam bouwen is daarom nog niet echt nodig, vinden veel mensen”, zegt architect Cedric Burgers. “In Canada zegt de industrie: we kunnen niet bouwen volgens een beter standaard, omdat het te duur is. Dus onze energieprijzen gaan naar beneden en de building standard gaat nooit omhoog.”
Cultuurverschil tussen Canada en Nederland
In Canada zijn geen belastingvoordelen voor duurzaam bouwen. “Je moet alles op eigen initiatief doen, dus de meeste mensen zeggen: ‘Dan doe ik het niet’.” Behalve de lage energieprijzen is er nog een andere drempel waardoor Canadezen niet zo snel investeren in duurzame toepassingen. “Het argument dat je na 5 of 10 jaar geld kunt terugverdienen door het nemen van energiebesparende maatregelen, gaat niet op in Noord-Amerika. Hier blijven mensen niet zo lang in een huis wonen als in Europa. In Canada verkopen ze hun huis gemiddeld binnen 5 jaar. Dat is een groot cultuurverschil.”
Burgers wil zich toch inzetten voor duurzaam bouwen. Zijn argument is het milieu. De kennis haalt hij uit Nederland. “Nederland is veel verder op dit gebied dan Canada.”
Passiefhuis introduceren als statussymbool
De manier waarop hij het passiefhuis wil introduceren, is verrassend. “Energie-efficiency is niet interessant in Noord-Amerika, maar de manier van leven wel: gezond en comfortabel. Het passiefhuis wordt dus een statussymbool. Hier wordt straks gepraat over hoe het voelt om in een passiefhuis te wonen. Dat de lucht wordt gefilterd, het huis altijd warm is, dat de muren heel dik zijn en er geen geluiden van buiten te horen zijn, dat er geen lawaaierig luchtverwarmingssysteem wordt gebruikt... Het is een heel andere benadering.”
De hoge kosten maken een passiefhuis juist extra aantrekkelijk, meent hij. “Het is een luxeproduct, waarover mensen op feestjes praten: ‘Nobody wants to cut back on luxury.’ En juist omdat het zo duur is, willen andere mensen het ook hebben. Ja, zo moet je het hier doen: of je het nu leuk vindt of niet. Je begint in het hogere segment. Als het daar wordt omhelst, wil iedereen het hebben. Daarna verspreid het zich langzaam richting andere segmenten. Zo worden nieuwe dingen geïntroduceerd in Canada. De Nederlandse technologie moet dus eerst een statussymbool worden.”
Eigen passiefhuis als voorbeeld
Burgers werkt samen met het Nederlandse bedrijf Zehnder. “Zij is specialist op het gebied van energiezuinige ventilatie, verwarming en filtering en gecertificeerd voor passiefhuizen. Het passiefhuis dat ik nu bouwt met behulp van Nederlandse technologieën, krijgt dus een voorbeeldfunctie. We hebben in het Canadese dorp Whistler (ten noorden van Vancouver, red.) al wel een woning gebouwd volgens de eisen van het passiefhuiscertificaat, maar dat is niet voldoende. Wanneer je iets wilt veranderen, moet je groot denken.” Eind 2018 moet zijn huidige passiefhuisproject af zijn.