Nieuwe warmte-infrastructuur? 3 valkuilen die gemeenten kunnen vermijden

In heel Nederland gonst het binnen gemeenten: we moeten aardgasvrij. Voor koken, douchen en verwarmen zetten we straks een andere warmtedrager dan aardgas in.

We zien veel gemeenten adviezen inwinnen om de juiste keuze te maken, maar soms nemen ze daarbij de langere termijn effecten niet goed mee. Er zijn 3 valkuilen die ze kunnen vermijden.

Laagste collectieve kosten bepaalt voorkeursvariant

Het type bezit (grondgebonden, hoogbouw, vooroorlogs, corporatie- of particulier bezit, etc.) bepaalt wat de meer kosteneffectieve strategie is om van het aardgas af te gaan. Dat is waar, maar kijk wel naar de kosten van alle betrokkenen, zowel de eenmalige als de structurele kosten. Een all-electricoplossing kan gasnetvervanging voorkomen, maar in bijna alle gevallen moet de grond toch open om elektriciteitskabels te verzwaren. Die kosten worden gesocialiseerd en komen dus alsnog voor rekening van gebruikers.

Een warmtenet vraagt minder voorinvesteringen van bewoners, maar kan in de loop der jaren uiteindelijk de gebruiker toch meer geld kosten. De aansluit- en verbruikskosten zijn namelijk hoger dan bij all electric, waarbij de gebruiker vaak zelf veel opwekt.

Reken daarom van alle mogelijke alternatieven eerst de kosten voor alle partijen uit: aansluit- en investeringskosten voor de huisbezitters, vastrecht en maandelijkse energielasten, investeringskosten van de warmte-exploitant en de netbeheerder. Kijk wat de collectief meest voordelige optie is en kijk dan hoe de baten en lasten verdeeld kunnen worden over de betrokkenen.

Overigens is er nog een veelvoorkomende denkfout: het vermijden van gasnetvervanging levert geen winst op in de businesscase. Ook deze kosten worden gesocialiseerd. Voorkomen van die kosten, maakt niet dat je het geld aan een andere bestemming kan toerekenen. Helaas… een interessante ontwikkeling die er aan zit te komen, is het vinden van een alternatieve bestemming voor gasnetten die nog goed zijn. Glasvezel, waterstof, buizenpost, wie heeft het meest lucratieve idee...?

Restwarmte: zonde om niet te gebruiken

Eens, uiteraard. Maar een warmtenet kan pas uit als er 30 tot 40 jaar een groot aantal aansluitingen gebruik maakt van de infrastructuur. Open netten en redundantie van bronnen – als er een bron wegvalt, moet een andere bron het opvangen – zijn inmiddels bekend als aandachtspunten voor die afweging, maar denk ook na over afspraken over de vergroening van de bron. Blijft het warmtenet functioneel als de aanbieder niet meer de beschikking heeft over fossiele brandstoffen? Of moet je op termijn met bijstook werken?

Ten tweede: zet de warmte op de juiste plek in. Maak een afweging voor je hele gemeente: waar staan panden die niet met een all-electricoplossing aardgasvrij gemaakt kunnen worden? Zet daar je restwarmte in. Beperk daarbij je scope niet tot de gemeentegrens. Soms is een warmtebron in de ene gemeente beter in te zetten voor hoogbouwcomplexen in een andere gemeente. Want of we 1,5 graad wel of niet halen, is niet afhankelijk van de koplopers, maar van ons allemaal.

Ten slotte: restwarmte is geen excuus om niet te isoleren. We hebben alle bronnen tot hun maximale capaciteit nodig om de Parijse doelstellingen te halen!

Lock in: keuze voor de eerste wijk bepaalt de rest

De transitie naar aardgasvrij speelt op wijkniveau. Alle gemeenten die de Green Deal Aardgasvrije Wijken hebben ondertekend, hebben zich gecommitteerd aan het aardgasvrij maken van een wijk. Maar pas op, de keuze voor all electric in een wijk uit de jaren ‘60/’70 kan een voor de hand liggende keuze zijn, zelfs als je de kosten voor netverzwaring meeneemt. Maar in sommige gevallen moet ook het hoogspanningsnet worden aangepast als de elektriciteitsvraag aanzienlijk toeneemt. De kosten hiervoor zijn zo hoog, dat deze niet te verantwoorden zijn voor één wijk. Alleen als aanpalende wijken ook all electric worden, is dit een acceptabele investering.

In gemeenten waar restwarmte beschikbaar is, kan dit betekenen dat er vervolgens onvoldoende afname is voor een rendabel warmtenet. Andersom geldt overigens ook: de keuze voor aanleg in een wijk geeft vaak onvoldoende schaal. Andere wijken moeten mee in dezelfde strategie. Een afweging op wijkniveau kan zeker, maar verbreed je scope tijdens het maken van de afweging ook naar aanpalende wijken om geen onbedoelde negatieve bijeffecten over het hoofd te zien.

Advies voor toekomstige warmtevoorziening

Kortom… veel adviesbureaus kunnen helpen met het maken van een afweging voor de juiste toekomstige warmtevoorziening. Houd 3 zaken voor ogen bij het toetsen van het advies:

Meer weten? Bovenstaande kennis is gebaseerd op onze projecten voor Green Deal Aardgasvrije Wijken gemeenten waar wij bij betrokken zijn, zoals Woerden, Schiedam en Leidschendam en onze samenwerking met Netbeheer Nederland.

Auteur Leonie van der Steen werkt als transitiemaker/directeur bij SquareWise, dat als doel heeft transities naar een duurzamere samenleving te versnellen.

Deel dit artikel

permalink