Philippe Rol gaat tot op het bot

Grenzeloos Talent Philippe Rol studeerde in 2010 af aan de TU Eindhoven. Met een MSc in Architectural Engineering op zak zette hij al snel een eigen bedrijf op. Nu is hij actief in Atelier to the Bone (AttB) en ontwerpt hij voor beweging en verandering. 

AttB staat voor tot op het bot. Je wil tot de kern van dingen komen?

“Het gaat ons om het samenbrengen van mens en materiaal op een manier dat we op beide vlakken tot het bot gaan. Dus ook de sociale kant van ontwerpen heeft een belangrijke rol. Je maakt een omgeving voor mensen. Als je het beperkt tot ruimte, hoogte en breedte, dan heb je het nog steeds niet over gebruikskwaliteit of het faciliteren van interactie. Aan dat laatste ontlenen we als mensen werkelijk waarde: hoe we met elkaar omgaan. Wij als architecten ontwerpen ‘de huls’, waarbinnen die interactie plaatsvindt. Dat sociale stuk vind ik belangrijk om altijd mee te beginnen.”

Wij als architecten ontwerpen ‘de huls’, waarbinnen die interactie plaatsvindt. Dat sociale stuk vind ik belangrijk om altijd mee te beginnen.

Philippe Rol

Je zoekt verbinding met de vastgoedsector. Wat is een voorbeeld waar je helemaal achter staat?

“Bijvoorbeeld Europan 14, een Europese prijsvraag voor professionals onder de 40 die gevraagd wordt een visie te geven. Er zijn onder andere 5 locaties in Nederland waar een uitdaging ligt. Het thema van dit jaar is ‘Productive cities’ en gaat erom productiviteit terug in de stad te krijgen. Dat kun je zo plat maken als woongebouwen voorzien van een plint waarin een productieruimte zit. Dat is volgens mij niet het antwoord, want dan maken we nog steeds ruimte volgens het oude model. De vraag gaat echter over lokaal produceren. Dat betekent dat een soort raamwerk nodig is, waarmee je lokale communities faciliteert. Bij AttB kijken we daarvoor naar The Human Scale van onder meer Jan Gehl. Hierin stelt hij dat je eerst uitgaat van mensen, dan naar plekken en dan pas naar gebouwen. Dat staat haaks op onze huidige vastgoedwereld, die uitgaat van m2 en verhuurbaarheid. Ik wil niet de vastgoedwereld in de hoek zetten, maar dit is wel iedere keer de discussie. Bouwbedrijven willen ook gewoon meters maken. Aan openbare ruimte wordt niets verdiend, maar het is wel de plek waar de sociale interactie plaatsvindt. De balans daarin is mede mijn verantwoordelijkheid.”

Ook werk als docent in Duitsland. Wat vertel je je studenten?

“Ik geef les in aan de Fachhochschule Bochum in Duitsland. Ik ben daar terechtgekomen vanwege de deelname en het winnen van een Europan wedstrijd 4 jaar geleden. We maakten toen een ontwikkelstrategie voor een terrein in Kaiserslautern, vergelijkbaar met Strijp-S in Eindhoven. Die benadering was nieuw en presenteerden we op verzoek op de Fachhochschule. Ze wilde deze aanpak aan studenten meegeven en nu doceer ik daar ieder semester een ontwerpproject. Zo zijn we met studenten naar een recyclingbedrijf in Venlo geweest en hebben we gekeken wat voor materialen voorhanden zijn om een paviljoen van te maken. We zijn gaan ontwerpen aan de hand van beschikbaar materiaal. Dat is volledig anders dan de huidige praktijk waar je de BREEAM’s en de LEED’s hebt om te zorgen dat de mate van duurzaamheid weer meetbaar wordt. Zo is duurzaamheid verworden tot een vaag containerbegrip en het invullen van een Excel-sheet om te zien of bepaalde scores wel worden gehaald.”

Dduurzaamheid is verworden tot een vaag containerbegrip en het invullen van een Excel-sheet om te zien of bepaalde scores wel worden gehaald.

Philippe Rol, Atelier to the Bone

Waste mining om aan materialen te komen, is mooi. Maar ontwerpen zonder dat er afval ontstaat, gaat nog stapje verder. Ondersteun je die visie?

“Absoluut. Ik vind niet dat ik alleen maar afval moet hergebruiken, want ik zie mijzelf als medeverantwoordelijk voor de herkomst van materialen en waar het uiteindelijk naartoe gaat. Een mooi voorbeeld daarvan is wat AttB vorig jaar deed voor de Dutch Design Week. Met 2.200 legborden van oude stellingkasten, zo’n 120 kuub die waren voorbestemd voor de shredder, maakten wij een expositie. Vervolgens gebruikte meubelmaker Herso die weer om meubelonderdelen van te maken. Het zaagsel van die bewerkingen wordt samen met andere stoffen geperst tot duurzame kattenbakkorrels, die 2 maal zo lang meegaan als reguliere korrels. Het doet me echt goed om met mensen aan het werk te zijn die dat ook zien.”

Wat zijn je toekomstplannen?

“Ik zoek het vooral in ruimtelijk ontwerp en daarbij betrek ik de mogelijkheden die afvalstromen bieden. Ik wil graag meer met recyclebedrijven samenwerken om vaker te ontwerpen met materialen die al een leven achter de rug hebben. Circulair denken bij ontwerpen gebeurt nog veel te weinig. Daarnaast wil ik meer samenwerken op het gebied van sociale duurzaamheid met partijen die omgevingspsychologie tot wetenschap maken, bijvoorbeeld Eyckveld in Den Haag. Zij kunnen verbeteringen meetbaar maken en zo kan ik me bezighouden met het creatieve stuk van een project.”

Iets uit de tijd dat je studeerde waar je nu nog wat aan hebt?

“Jacob Voorthuis zit in de raad van advies van AttB en hij is absoluut een persoonlijke held. Hij leerde mij te waken voor cynisme, omdat dat de discussie onmogelijk maakt. Daar had ik het wel eens wat moeilijk mee vanwege verschillen tussen de ‘oude’ en de ‘nieuwe’ wereld. De oude wereld bepaalt nog steeds grotendeels hoe processen ingericht worden. Ik moet mijn eigen rol die ik heb om zaken te veranderen, niet overschatten maar ook zeker niet onderschatten. Als ik het beter kan doen, moet ik het doen.”

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Tom de Hoog