Smart & Healthy: gezonde gebouwen zijn slim

Bureaustoelen die zich automatisch aanpassen aan de zitpositie of een app die een route voorstelt zonder liften. Dankzij het Internet of Things wordt een slim gebouw ook gezond. De mogelijkheden zijn eindeloos. Maar hoe voorkom je een Internet of too many Things? Consultant Hugo Jansen van bGrid geeft antwoord.

Bron beeld: Deerns

Met je smartphone de verlichting bedienen, een flexplek vinden of een app die je voeding adviseert op basis van je BMI. Het is allemaal mogelijk dankzij het Internet of Things (IoT), een netwerk van installaties, apparaten en systemen die via een datanetwerk met elkaar communiceren.

Personal assistant

In The Edge, het hypermoderne kantoorgebouw van Deloitte, AKD en OVG in Amsterdam, kunnen kantoorgebruikers met hun smartphone onder meer de klimaatbeheersing en verlichting bedienen. Ook kunnen zij hun persoonlijk comfort aan het gebouw overlaten dankzij 'comfort that follows'. Op basis van de voorkeuren passen installaties voor klimaat en verlichting zich automatisch aan. Workplace finding­ technologie helpt gebruikers sneller een geschikte werkplek te vinden. Het gebouw koppelt hierbij de voorkeur van de gebruiker aan informatie over de beschikbaarheid van werkplekken. Een gebruiker die bijvoorbeeld een rustige werkplek zoekt, laat het gebouw deze voor hem vinden. “Een smart building zoals The Edge vormt als het ware de personal assistent van de gebruiker", aldus Jansen. "Het verbetert zijn persoonlijk comfort en helpt hem productiever te werken."

 

“Je moet oppassen dat je niet voor elke slimme, gezonde gebouwfunctie een losse ‘gadget’ gaat creëren”

Hugo Jansen, bGrid

Internet of too many Things

De mogelijkheden van smart & healthy oplossingen zijn ongekend en de vraag groeit explosief. “Alleen al in de commercieel vastgoedsector verwachten we een explosieve toename van sensoren. Nu zijn het er nog 250 miljoen, maar in 2020 worden het er 1 miljard.” In die grote groei schuilt ook een risico, vindt Jansen. “Je moet oppassen dat je niet voor iedere slimme gebouwfunctie een losse gadget creërt. Slimme verlichting van merk A, intelligente klimaatbeheersing van merk B. Voor je het weet ontstaat er een Internet of too many Things.”

Integrale oplossing: bGrid

Deerns’ antwoord op deze uitdaging is bGrid (building Grid): een overkoepelend platform dat alle IoT-­installaties en ­systemen integreert. Dit platform bestaat uit een netwerk van nodes; multi­sensoren die licht, geluid, CO2 en andere parameters meten. Het building operating system stuurt op basis van de data installaties en systemen aan. “Het grote voordeel van bGrid is dat het systeemonafhankelijk is; het werkt samen met hard­ en software van elke leverancier. Daarnaast is bGrid schaalbaar: je kunt sensoren toevoegen aan de nodes zoals een fijnstofmeter. bGrid maakt het ook mogelijk om externe databronnen te koppelen, zoals verkeersinformatie. Bij bGrid is bovendien alles draadloos, waardoor ruimte en kosten voor bekabeling niet meer nodig zijn.”

 

“bGrid is ook toepasbaar in een ziekenhuis. Je kunt bijvoorbeeld waterleidingen meten op de aanwezigheid van legionella.”

Hugo Jansen, bGrid

Ziekenhuizen en overheidsgebouwen

De vraag naar bGrid groeit. “Enerzijds door de vraag naar smart buildings en anderzijds door de aandacht voor gezonde gebouwen. De ‘wedstrijd’ om het eerste WELL­-gecertificeerde gebouw van Nederland geeft daar een extra impuls aan.” Hoewel de belangstelling met name uit de high­end kantorensector komt, ziet Jansen ook mogelijkheden voor andere sectoren zoals ziekenhuizen en overheidsgebouwen. “In een ziekenhuis zou je ter preventie van legionellabesmetting het gebruik van waterleidingen kunnen meten. En in een overheidsgebouw kun je mensen sneller een flexplek laten vinden.”

Hoe ziet Jansen de toekomst van gezonde gebouwen? “Ik verwacht een toenemende aandacht voor fijnstof want dat is een groeiend gezondheidsprobleem in grote steden. Daarnaast zal privacy nog meer een rol gaan spelen. Welke data wil je als gebruiker delen en welke niet? Het is belangrijk dat gebruikers in elk geval de keuze hebben. En ten slotte zullen gezonde gebouwen net zo gewoon worden als duurzame gebouwen, al zal dat nog jaren duren. Verschil in de mate van gezondheid zal er altijd blijven maar ik verwacht wel dat er een minimale standaard voor gezonde gebouwen komt.”

Deel dit artikel

permalink