Auteur: Tom de Hoog
Grenzeloos Talent Niels van Geenhuizen studeerde in 2003 af aan de TU Eindhoven in Construction Management en Urban Development. Hoe kwam hij in aanraking met duurzaamheidsdenken en hoe belangrijk is dat nu voor hem?
Wat was je eerste baan na je studie?
“Ik was nog aan het afstuderen en toen had ik al een baan bij Arcadis. Ik kreeg een tip van de vrouw, die inmiddels mijn echtgenote is. Na een gesprek werd duidelijk dat Arcadis mij graag wilde hebben.”
Had die eerste functie al iets met duurzaamheid te maken?
“Eigenlijk niet. Mijn afstuderen ging over het ontwikkelen van een bedrijventerrein en hoe je het concept daarvoor moet bewaken tijdens dat proces. Vaak zie je dat concepten vanuit een bepaalde visie, variërend van autoboulevard tot Greenport, in het opportunisme van de dag niet goed uitgewerkt worden. Snelle uitgifte van grond gaat dan voor en dan maakt het minder uit wie koopt. Om dat te voorkomen had ik met een studiegenoot een stappenplan ontwikkeld dat de bestemming en daarmee de waarde van zo’n bedrijventerrein zou kunnen borgen. We keken naar de driehoek mindware, software en hardware. Hoe je iets organiseren (software), is dan het belangrijkst en dat zou je ook van toepassing kunnen verklaren op duurzaamheid als principe.”
Je bent nu programmamanager duurzaamheid bij Arcadis. Hoe kwam je op die plek terecht?
“Ik startte als generalist bij Arcadis, dat was redelijk uniek toen ik er begon. Toen was er die documentaire in 2007 ‘Afval is voedsel’ van VPRO Tegenlicht en kwam Cradle to Cradle naar Nederland. In een project waarbij ik op dat moment betrokken was – Greenport Venlo – werd toen gezegd: “We moeten wat met Cradle to Cradle om ons op de kaart te zetten.” Ik vertaalde toen de principes van Cradle to Cradle naar een gebiedsontwikkeling van 5.400 hectare, als economische filosofie. Zo werd ik wakker wat betreft duurzaamheid. Het is meer dan alleen maar plannen; het is ook geld verdienen door creatief te zijn en anders te denken. Plus, je zorgt voor een positieve impact op mens en omgeving. Dat vond ik heel gaaf.”
Die documentaire bleek een schakelpunt voor jou?
“Ja, ik kwam erachter dat duurzaamheid meer is dan planet en ‘geitenwollen sokken’ maar dat het ook business is. Inmiddels ben ik wel een beetje klaar met Cradle to Cradle. Begrijp me goed: ik geloof in de filosofie erachter wat heeft veel mensen geïnspireerd om vooraf na te denken hoe je grondstoffen hoogwaardig kunt hergebruiken. Cradle to Cradle is een beschermde naam, waardoor ik denk dat het als idee echter niet zoveel verder meer komt in Nederland. Een punt is dat EPEA ofwel Braungart ingehuurd moet worden om te helpen in het behalen van een certificaat, maar tevens het certificaat afgeeft. Dat doet hij niet goed, vind ik. Je ziet dan ook veel meer aandacht voor circulaire economie ontstaan, omdat mensen en organisaties zelf invulling eraan kunnen geven. Je kunt alleen maar vermenigvuldigen als je kunt delen.”
Ik geloof in de filosofie achter Cradle to Cradle wat veel mensen heeft geïnspireerd om vooraf na te denken hoe je grondstoffen hoogwaardig kunt hergebruiken.
Niels van Geenhuizen
Welke plek heeft ‘duurzaamheid’ nu bij Arcadis?
“Duurzaamheid zie ik als een onmisbare functie, die vergelijkbaar is met Human Resources, Finance of Client Development. Het thema moet dus echt een plek krijgen in een organisatie. Klimaatverandering is een wereldwijd en complex probleem. Als grote organisatie kunnen we het goede voorbeeld geven door te werken aan oplossingen met maximale impact voor mens, economie en milieu. Duurzaamheid is inmiddels een vak en een thema dat continu evalueert en waarin je 2 jaar vooruit moet lopen op de rest. Toen ik begon, keken alleen de koplopers naar CO2-reductie en energiebesparing om daar wat mee te doen. Inmiddels is het wetgeving geworden. Als je als organisatie meer dan 250 man in dienst hebt, moet je nu voldoen aan de Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED) en om de 4 jaar een audit doen. Dat zal ook gebeuren met de circulaire economie; ook daarvoor komt uiteindelijk wetgeving.”
Ook voor circulaire economie komt uiteindelijk wetgeving.
Niels van Geenhuizen
De programma manager wordt Chief Sustainability Officer?
“Ik denk dat er bij Arcadis over 5 jaar een directeur duurzaamheid nodig is. Of ik dat word? Ik ben nu zo’n 6 jaar bezig met duurzaamheid in deze rol. Voor mij is het belangrijk dat ik leuk en uitdagend werk kan doen. Ik wil dynamiek meemaken en dat vind ik zelf belangrijker dan status of een titel. Inmiddels werk ik in heel Europa en juist de afwisseling maakt dat interessant. Naar mijn mening is het Nederlandse bedrijfsleven koploper in de wereld als het gaat om het integreren van duurzaamheid in businessmodellen. Ik zeg hier bewust bedrijfsleven en niet overheid.”
Want de overheid doet het niet goed?
“De overheid moet meer duidelijkheid geven. Daarbij doet men zelf weinig aan energiezorg, laat staan handhaving ervan. Bedenk: dat zijn ook organisaties van 250 man of meer en ze moeten daarom zonder meer voldoen aan Europese wetgeving. De visie is in 2050 dat alle woningen van het gas af moeten, maar de vertaling op provinciaal of lokaal niveau ontbreekt. Als ik aan mijn gemeente vraag wat ze doet om mijn wijk – een beschermd stadsgezicht - over ruim 30 jaar energieneutraal te hebben, krijg ik geen antwoord. Ik wil dat weten, want dan kan ik daar als bewoner rekening mee houden bij vervanging van de huisinstallatie. Ik word glazig aangekeken; de gemeente weet alleen te melden dat zonnepanelen niet mogen.”
Is er een advies uit je studietijd waar je nog steeds veel aan hebt?
“Een van mijn profs zei altijd dat het bedrijfsleven op veel vlakken veel verder is dan wat de uni kon meegeven. Maar hij leerde ons wel hoe complexe thema’s te analyseren en hoofdpunten van bijzaken te onderscheiden. Dat vond ik waardevol en het maakte mij zekerder en zorgde dat ervoor dat ik verder ben gekomen in mijn vak.”
Wat was bijzonder dit jaar?
“Wat ik echt een schouderklopje vond en de erkenning dat we er echt aan werken, is dat we als Arcadis gevraagd zijn deel te nemen aan de expeditie naar Spitsbergen van klimaatjournaliste Bernice Notenboom, samen met een groep topbestuurders en wetenschappers. 4 dagen lang hebben we de effecten van klimaatverandering gezien en met elkaar gewerkt aan klimaatoplossingen. Dat was voor mij een ‘wauw’-moment in mijn carrière.”