Veris Bouwmaterialengroep BV
De Veris Bouwmaterialengroep organiseerde op 13 en 16 juni een bijeenkomst voor haar leveranciers. Samen met SBK en EcoChain ging Veris hier in op levenscyclusanalyse op basis van Activity Based Footprinting. Veris is de inkoop- en serviceorganisatie voor ruim 100 Bouwmaterialengroothandels van Bouwcenter, Stiho en het Belgische Bouwpunt.
De Bouwmaterialenhandel krijgt steeds vaker de vraag “Welke impact hebben de materialen en producten die je in je gebouw gebruikt op het milieu?’ Opdrachtgevers selecteren vaker op duurzame materialen en wet- en regelgeving worden strenger. Deze verschuivingen in de markt zorgen voor een grotere belangstelling voor het milieu en de voetafdruk van de bouw- en vastgoedsector.
Strengere milieuwetgeving jaagt levenscyclusanalyse aan
“We krijgen in 2018 te maken met een grenswaarde voor de Milieu Prestatie Gebouw (MPG)”, vertelde hoofd inkoop Frenk Lamers van Veris Bouwmaterialengroep over de nieuwe eis. “Nieuwe regels stimuleren de bouw- en vastgoedsector om zich in te zetten voor duurzamere materialen. Wij hebben als Veris bedrijven een convenant getekend om onder andere op dit gebied stappen te zetten, samen met onze ketenpartners.” Op deze overeenkomst ging Martin Bijleveld, manager duurzaam bouwen bij Veris Bouwmaterialengroep hier verder op in. “We hebben een duurzaamheidsstrategie opgesteld met SGS Search en een van de onderdelen is de ondertekening van een convenant. Daarmee werken we samen met partners om de sociale- en milieuimpact te verlagen bij bouwprocessen.” Daarnaast heeft de organisatie speerpunten als het reduceren van vervoersbewegingen, duurzaam vervoer en warehousing en het trainen van personeel met betrekking tot kennis over duurzaamheid. “Daarnaast werken we samen met bedrijven als New Horizon om materialen terug te halen uit gebouwen.”
Zo laag mogelijke voetafdruk door strengere eisen
De klant van Veris, de professionele aannemer, dient in de toekomst dus aan te geven wat de milieu impact is van het gebouw dat hij oplevert. De milieu impact wordt onder andere veroorzaakt door de materialen die in het pand verwerkt zijn. Hij mag van zijn bouwmaterialenhandel verwachten dat zij hem hiermee helpen. Een Life Cycle Analysis (LCA) helpt om de waarde van bouwmaterialen te bepalen en de milieu-impact inzichtelijk te maken, van wieg tot graf. Met schaduwkosten ligt een vergelijking met andere producten voorhanden. “Een LCA voor je producten en bedrijf wordt steeds belangrijker, want de markt vraagt om cijfers”, aldus Bijleveld. Daar sloot Harry Nieman van Stichting Bouwkwaliteit zich bij aan. “Deze systematiek laat je processen verbeteren en uiteindelijk duurzamere oplossingen en gebouwen creëren.”
De strengere eisen van de sector vormen een aanjager om pijlen te richten op een zo laag mogelijke voetafdruk. “Gemeenten kunnen dankzij de omgevingswet eventueel nog ambitieuzere wensen op het gebied van energiezuinigheid en duurzaamheid formuleren”, wist Nieman. “Verder is de wet kwaliteitsborging van de bouw bijna beklonken, waarbij bij oplevering aangetoond moet worden dat een project in orde is. Ten slotte is er de MPG, opgesteld om milieuprestatie van gebouwen eenduidig te berekenen. Deze is sinds 2012 al in het Bouwbesluit opgenomen, maar krijgt pas vanaf 1 januari 2018 een minimumeis.”
Gemeenten, gebouweigenaren en andere opdrachtgevers sturen vaker op duurzaamheid en gezonde materialen. “In 8 van de 10 tenders zijn dit cruciale selectiecriteria”, zei directeur strategie en beleid Robert Koolen van Heijmans. “Wij sturen op het toepassen van LCA’s, LEAN design en biobased bouwen. We gebruiken de Nationale Milieu Database (NMD) om erachter te komen, welke producten de laagste milieu-impact hebben en kiezen aan de hand daarvan leveranciers die voorop lopen in duurzame materialen.”
Onvoldoende alternatieven in NMD
De NMD bestaat uit milieudata van allerlei producten, die zijn onderverdeeld in 3 categorieën: merkgebonden data, merkongebonden branchegemiddelde data en merkongebonden data die niet getoetst zijn volgens het SBK-toetsingsprotocol. “NMD beschikt nog over onvoldoende alternatieven om er duurzame ontwerpen mee te optimaliseren”, vond Koolen. “Daarnaast is de norm nog onvoldoende scherp en blijft een vraag voor duurzame materialen vanuit de consument uit.” Hij roept leveranciers op om meer data in te voeren. “Door de data te verzamelen en in te voeren kunnen zij zich onderscheiden. Verder geeft het ons als aannemer de informatie die wij nodig hebben om een gedegen keuze te maken voor de meest duurzame producent.”
Gegevens over nieuwe producten invoeren is nog niet voor alle bedrijven weggelegd. “Er kleven grote voordelen aan het inzichtelijk maken van je milieuprestaties, maar er is een flinke valkuil”, legde sales director Henk van Dop van Ecochain uit. “Op de traditionele manier is het kostbaar om per product de impact inzichtelijk te maken. Daarnaast zijn traditionele LCA-berekeningen statisch, terwijl de meeste organisaties juist dynamisch zijn. Met een branchegemiddelde LCA help je alleen de achterblijvers, en kunnen de duurzame koplopers zich niet onderscheiden. De grootste beperking is misschien nog wel dat je met traditionele berekeningen niet kunt zien waar je optimalisatiepotentieel zit.”
Stapsgewijs verbeteren met tool
Die barrières moet de EcoChain software gebaseerd op ‘Activity Based Footprinting’ doorbreken. “Deze tool visualiseert de milieu impact op alle niveaus en geeft duidelijk weer waar de verbeterpunten op het gebied van milieu-impact zitten”, vertelt Van Dop over het instrument dat Ecochain aanbiedt. “De eerste stap is het verzamelen en invoeren van data over je energie, materialen, producten en processen. Vervolgens worden de energie en de materialen op een slimme manier verdeeld over de processen en de producten, waardoor je van niet maar één maar van al de producten een LCA score krijgt. Tenslotte verbeter je op basis van de inzichten, stapsgewijs door aan de knoppen te draaien en aanpassingen te doen in bijvoorbeeld inkoopprocessen.”
Het eindresultaat is een duurzamer product en een gezonder bedrijf. “Wij werken met de software en zien vooral de meerwaarde in het optimaliseren aan de hand van de informatie die je ontgint”, vertelde duurzaamheidsmanager Bauke Geuzebroek van Knauf. “Doordat je zelf elementen kunt wijzigen en nieuwe scenario’s kunt voorstellen, weet je bijvoorbeeld wat het met je milieuprestaties doet als je groene stroom afneemt en het aantal transportbewegingen beperkt. Daarnaast zie je welke onderdelen van je product het grootste aandeel hebben in je milieuprestaties en kun je aan de hand hiervan gerichter aan de slag.” Dat onderstreepte senior consultant sustainability Mariska van Dalen van Tebodin. “Vanaf je inkoop kun je processen beter gaan sturen. 70% van de footprint van je bedrijf zit in de inkoop, dus het loont om dit te analyseren en te verbeteren.”
Grotere toegang tot investeringen
Steeds meer bedrijven investeren in het circulair maken van producten om kosten te besparen, de invloed op het milieu te verkleinen en een stapje voor te krijgen op concurrentie. “Andere belangrijke redenen om zo snel mogelijk circulair te produceren en opereren zijn de betere reputatie van je bedrijf en de grotere toegang tot investeringen”, aldus Van Dalen. “Financiers zijn actief op zoek naar investeringen die helpen CO2-uitstoot te verlagen. Zij moeten rapporteren over hun activiteiten om een steentje bij te dragen aan het terugdringen van de afgifte van broeikasgassen.”
Aan het eind van de bijeenkomst volgde de oproep van Veris aan haar leveranciers om aan de slag te gaan met het inzichtelijk maken van de footprint. “Daarom doen we de Veris-leveranciers een aanbieding”, vertelde Van Dop. “Maak gebruik van deze mogelijkheid om processen te optimaliseren en zo meer winst uit je bedrijf te halen en je impact op het milieu fors te verlagen.”