Zeer energiezuinige scholen bouwen kan. Maar er is meer aandacht nodig voor oplevering, beheer en onderhoud. Dat blijkt uit een jaar lang monitoren. 8 zeer energiezuinige scholen zijn een jaar lang gemonitord.
Het gaat om 5 ‘NESK’-scholen, uit de tender Naar Energieneutrale Scholen en Kantoren uit 2009 van het voormalige ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu plus 3 andere bijzondere nieuwbouwscholen. Samen bieden ze qua bouwkundige en installatietechnische oplossingen een mooi palet aan innovatieve nieuwbouwscholen voor het primair en voorgezet onderwijs. De monitoring bestond uit het meten en analyseren van de energieverbruiken, diverse binnenklimaataspecten, en de gebruikerstevredenheid gedurende vier seizoenen. De bevindingen zijn besproken met alle betrokkenen, die vervolgens verbeteringen konden doorvoeren. Adviesbureau Enerdeco heeft de monitoring uitgevoerd, in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl).
80% energiebesparing voor 8 scholen
De monitoring heeft een schat aan informatie opgeleverd. Belangrijkst is het bewijs dat er inderdaad grote stappen zijn gemaakt richting energieneutraal. Daarnaast voldoet de kwaliteit van het binnenmilieu vaak aan het Programma van Eisen Frisse Scholen. De 8 scholen bereiken gemiddeld 80% energiebesparing ten opzichte van de norm op het moment dat zij de bouwvergunning kregen. 1 school is energieneutraal en 1 zelfs energieleverend. De nieuwe top-15 uit 2016 die RVO.nl onlangs heeft gepubliceerd, laat zien dat er sindsdien al weer verdere verbetering van de energieprestaties is geboekt.
Beheer en onderhoud
Er is echter meer aandacht nodig voor oplevering, beheer en onderhoud. De gemonitorde projecten geven goed inzicht in succesfactoren en verbeterpunten, deels projectgebonden, deels structureel. Belangrijke conclusie is dat van een correcte oplevering en van goed beheer en onderhoud nog lang niet altijd sprake is. Zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers moeten meer aandacht hebben en verantwoordelijkheid nemen voor goede controle bij de oplevering van gebouw en installaties, goede instructies voor de gebruikers, goede overdracht aan het onderhoudsbureau, snel oplossen van storingen, monitoring van energiegebruiken en binnenmilieu aspecten, inventariseren van gebruikerservaringen en snel doorvoeren van correcties en verbeteringen. Die verbeteringen dienen ertoe te leiden dat de scholen daadwerkelijk zo energiezuinig en fris zijn, als vooraf is beoogd en dat ook gedurende de exploitatieperiode kunnen blijven. Het rapport ‘Acht scholen naar Energieneutraal’ levert waardevolle informatie voor aanscherping van de energie-eisen, voor ‘bijna-energieneutraal bouwen’ in 2020, en voor de Innovatie Bouwagenda. Het rapport is te vinden op RVO.nl/frissescholen.
Berekende en gemeten energiegebruiken
De bovenstaande grafiek geeft een overzicht van de berekende en de gemeten gebouwgebonden energiegebruiken. Dit zijn de verbruiken voor verwarming, koeling, ventilatie, warmtapwater en verlichting. De scholen zijn oplopend gesorteerd volgens de berekende energiegebruiken. Opvallend is dat er vaak grote verschillen zijn tussen berekende en gemeten waarden. Maar gemiddeld voor de 8 scholen is dit verschil minimaal, zie de meest rechtse kolommen in de figuur.
Resultaten na herinregelen
Bij de monitoring van de 8 scholen is diepgaander inzicht verkregen in de energetische werking van de scholen. Daarbij zijn verklaringen gevonden voor sterk afwijkende energiegebruiken. Zo heeft de energieleverende multifunctionele accommodatie in Westergeest veel meer zonnepanelen gekregen dan in de berekeningen was verondersteld. En bij de 2 Amsterdamse scholen Houthaven (zie foto bovenaan, met de trommelende kinderen) en Klaverblad blijken de installaties veel langer te draaien dan nodig. Met als gevolg veel extra elektriciteitsgebruik van de ventilatoren en onnodige opwarming van verse lucht buiten gebruikstijden. Na correctie voor de hoeveelheid zonnepanelen en verbetering van de instellingen ontstaat het beeld uit de de figuur linksonder op deze pagina. Duidelijk is dat de berekende en de gemeten verbruiken die verwacht mogen worden na goede inregeling dicht bij elkaar komen te liggen. De monitoringrapportages gaan in op nadere details.
Energiegebruik op de meter
De bovenstaande figuur geeft de verbruiken op de meter weer, zoals verwacht mogen worden na goede inregeling van de installaties. Hier blijken grote verschillen op te treden tussen basisscholen, multifunctionele accommodaties met intensiever gebruik en bijvoorbeeld een praktijkschool als focus, waarbij de lesapparatuur zorgt een stevig additioneel gebruik. De resultaten van deze monitoring ondersteunen het pleidooi voor het werken met 3 energiemodules:
- het gebouw ‘as built’
- kwaliteit van de inregeling en beheer
- een gebruiksmodule
Een indeling die nodig is op het traject naar een werkelijk energieneutrale gebouwde omgeving.
Dit artikel staat ook in Duurzame Scholen Magazine, dat begin mei verschijnt en ook te lezen in DuurzaamGebouwd.nl/Duurzaam-Gebouwd-Magazine. Auteurs zijn Irma Thijssen en Hans Korbee van RVO.