Auteur: Tom de Hoog
Grenzeloos Talent Katerina Doulkari rondde in 2013 haar masters aan de TU Delft af. Inmiddels werkt zij als façade engineer bij Thornton Tomasetti in Londen. Duurzaam Gebouwd sprak haar over de projecten waarbij zij is betrokken en over de prestaties van diverse materialen voor muurbekleding.
Vertel eens iets over je professionele achtergrond…
“Op mijn diploma staat architect en ingenieur. Buiten Nederland wordt die titel 'ingenieur' niet 100% erkend. Het staat namelijk niet in de traditionele studies voor civiel ingenieur maar voor bouwkunde, een multidisciplinair ding. Ik kan dus niet strikt zeggen dat ik een ingenieur ben of een architect, ik ben van alles wat! Mijn vooropleiding deed ik in architectuur – waarin ik een graad heb - in mijn geboorteland Griekenland. Aan de TU Delft deed ik mijn 2-jarige master in Building Technology. In het tweede jaar kreeg ik interesse in geveldesign en zo kwam ik na mijn studie terecht in het façade consultancy team bij Thornton Tomasetti.”
Welk aspect van je studie is nog steeds van grote waarde voor je?
“De manier waarop de studie is vormgegeven aan de TU Delft, met de geïntegreerde benadering van gebouwen. Ook in mijn huidige werk moet ik weten wat andere disciplines inhouden en dus niet alleen denken in mijn bubble. Als ik aan een gevel werk voor een project is kennis over wat een constructeur bijvoorbeeld kiest als duurzame strategie voor zijn gebouw onmisbaar. Je kunt nu eenmaal niet alle doelen die je hebt voor wat betreft duurzaamheid en energieconsumptie in de gevel stoppen en de rest van het gebouw niet daarbij betrekken. Ook geldt dat je in elke fase van een project invloed kunt hebben als je weet waarvoor de andere disciplines staan.”
Wat is jouw rol bij die projecten?
“Ik maak deel uit van een team dat meestal werkt in opdracht van een ontwikkelaar, architect of aannemer. We adviseren over de haalbaarheid en de technische performance van een gevel. Dat kan over de karakteristieken en detaillering van de constructie gaan, maar ook over daglichtinval of duurzaamheid van te gebruiken materialen. We maken doorgaans vanaf het begin deel uit van het ontwerpteam en krijgen de kans diverse mogelijkheden te onderzoeken en welk type façade het best past in het concept van het gebouw. Afhankelijk van de keuzes (soort gevel en materialen) maken we een uitgewerkte studie voor de cliënt van de eigenschappen gevel en de visuele presentatie. Deze informatie wordt samen met toepasselijke regelgeving opgenomen in de technische specificaties voor de constructeur van de gevel.”
Wat heeft jouw speciale aandacht?
“Ik ben het meest geïnteresseerd in constructies en detaillering. En, in de prestaties van een structuur en de duurzaamheid van de gekozen materialen. Dat laatste is overigens het domein van een speciaal team bij Thornton Tomasetti, dat daarover adviseert voor het totale gebouw niet alleen de muurbekleding. Mijn team werkt nauw met hen samen als de opdracht hierom vraagt, bijvoorbeeld om materialen te beoordelen of bij vragen over daglichtinval. Ik leer daar nu veel over en raak er steeds beter in thuis.”
Wat is je mening over hergebruik van materialen voor constructies?
“Dat heeft te maken met wat cliënten willen, de constructie en ook de beschikbaarheid van materialen voor een project. Op dit moment is de bouwindustrie in het Verenigd Koninkrijk een beetje lastig als het hierover gaat. Er is wel meer aandacht voor de thermische prestaties van materialen… maar ik ben zelf nog geen voorbeeld tegengekomen, waarbij het ontmantelen en hergebruiken van muurbekleding een strikte voorwaarde is.”
Hoe zit het met de thermische mogelijkheden van glas?
“ik zie veel producten van glas en ik denk dat we zo’n beetje aan de grenzen komen wat daarmee mogelijk is als het gaat om thermische aspecten en lichtdoorlating. Er zijn de vierdubbelglas-panelen en de technieken met meerdere lagen, maar die zijn (nog) niet beschikbaar in de formaten waaraan architecten en/of cliënten de voorkeur geven. Ik bezocht enkele seminars over innovaties op glasgebied. Het belangrijkste onderwerp was daar dat de markt eerst meer volume moest garanderen om leveranciers te bewegen grotere formaten te produceren. Het is wel zo dat fabrikanten vooruitgang hebben geboekt in de thermische prestaties van glas door nieuwe coatings toe te passen, maar het uiterlijk van deze producten is de laatste 3 à 4 jaar niet veel verbeterd. Gekleurd glas is niet erg populair in het Verenigd Koninkrijk, helder glas heeft meestal de voorkeur.”
Werk je vanuit Londen met leveranciers in Nederland?
“Bij een van de projecten, waarin wij samenwerken met Renzo Piano, is het Nederlandse Scheldebouw betrokken voor de façade. Met hen werken we nauw samen. Een ander bedrijf is MHB dat stalen frames maakt voor een project en ook advies gaf voor bekleding bij een ander project.”
Wat zijn je plannen?
“Ik wil de realisatie meemaken van enkele van de projecten waar ik vanaf het begin bij betrokken ben geweest en ook lang aan heb gewerkt. Dat geeft me ook de kans om mee te maken hoe de ontwerpen in de praktijk uitgevoerd worden. Vanuit Londen was ik ook al betrokken bij enkele internationale projecten. Daarvan doe ik er graag meer om zo te leren over façade-design en de eisen die in de verschillende regio’s aan materialen gesteld worden.”
Valt Griekenland daar ook onder?
“Vanwege de economische situatie in mijn geboorteland zie ik de bouwindustrie daar niet in staat om nieuwe techniek te implementeren. Natuurlijk zijn er nieuwe gebouwen, zoals de Stavros Niarchos Foundation door Renzo Piano, die volgens de hoogste internationale standaarden zijn gebouwd, maar in breder perspectief worden die technieken niet toegepast. Ik zou graag projecten doen in Azië vanwege het extremere klimaat en de andere kijk op materialen. De producten waarmee ik daar zou werken, zijn anders van kwaliteit dan in Europa en ook construeert men façades daar anders.”