Nul-op-de-Meter (NoM) begon een aantal jaren geleden als businesscase voor de renovatiemarkt. Hierbij kon het vooral genieten op enthousiasme van corporaties en bouwers die aan de slag wilden met innovatieve oplossingen. De effectiviteit van de methodiek en de beoogde opschaling stond ter discussie tijdens een Round Table in het kantoor van Duurzaam Gebouwd-partner REHAU.
De duurzame bouwaanpak NoM omhelst nog steeds een interessante zakelijke propositie. Dat bleek uit het grote animo voor de discussie. Vanuit diverse disciplines, waaronder de ventilatie- en installatiesector en enkele groothandels, werd gediscussieerd over de status quo en de toekomst van NoM.
110.000 woningen verduurzamen
Duurzaam Gebouwd-expert Harm Valk modereerde de discussie en startte met een definiëring. “We spreken doorgaans van NoM als er jaarlijks geen energieverbruik is of meer wordt opgewekt dan wordt verbruikt.” De aanpak kent gematigd succes, waarbij de sector nog wel achterloopt op de eerder gestelde doelstelling om 110.000 verduurzaamde woningen te realiseren. “De energieprestatievergoeding is voor een deel van de markt van toepassing”, vervolgt Valk. “Als we willen dat de aanpak echte aansluiting vindt, moeten we beter gaan nadenken over comfortbeleving bij consumenten.”
De komst van de bouwmethodiek stimuleerde de sector om met innovaties te komen om de strengere eisen te halen. “Onder andere voor de schil, die overigens tiptop moet zijn om tot een duurzame woning te komen”, vindt business development director Arjan van Gils van Kingspan Insulation. “Eerst isoleren en dan goed ventileren voor het comfort van de bewoner”, voegt manager verkoop Nederland Albert van Lohuizen van Brink Climate Systems daaraan toe. “Partijen moeten kennis delen en bundelen om tot concepten te komen waarin dit comfort is meegenomen”, vertelt directeur Ruud van der Knaap van Heatel. “We zitten nog in de beginfase van samen innoveren, want er is meer mogelijk op het gebied van isoleren, ventileren en energie opwekken in één concept.”
NoM als marketinghype
De eerste in een reeks prikkelende stellingen diende zich aan: ‘NoM is een keurslijf aan het worden’. “De methodiek heeft er inderdaad voor gezorgd dat er innovaties kwamen voor de schil en installaties”, vindt senior adviseur Peter Heijboer van DWA. “Daarentegen kunnen de eisen evenwichtiger en is BENG een goede kandidaat om een betere balans te brengen.” Directeur Vincent van Daalen van Wattco merkt bij klanten dat NoM een marketinghype is. “Toch kunnen we nog niet goed overbrengen wat we nu eigenlijk realiseren voor de gebruiker. Het is een kans voor ons als bouwers om duidelijker te communiceren wat een verduurzaming inhoudt op het gebied van comfort en gemak voor de eindgebruiker.”
Ondertussen worstelen woningcorporaties met EPV en salderingsregelingen om hun businesscase rendabel te maken. “Daarnaast is bewonersgedrag een heikel punt”, weet business development manager Rob van Kuik van Alsecco. “Heb je eenmaal voldaan aan de eisen van NoM, dan is het nog de vraag of je bewoners zich gedragen zoals verwacht. Ook hier ligt een duidelijke communicatieopgave, ook voor ons als bouwers naar de woningcorporaties toe.”
Het mogelijke inperken van de salderingsregeling vanaf 2020, de (in)capaciteit van het stroomnetwerk en de verwezenlijking van decentrale energieopwekking vormen belangrijke vraagstukken en uitdagingen voor de komende jaren. Concrete oplossingen liggen voor het oprapen. “In een Micro-wkk zit potentie om enkele van de vraagstukken op te lossen”, vindt manager business development Idse de Wit van Remeha. “Hierbij wek je elektriciteit op door middel van een warmte-krachtkoppeling (WKK), waarmee je de cv-ketel vervangt. Het kan in een woning, maar ook in utiliteit worden toegepast.” Ook accu’s kunnen een belangrijke rol vervullen in een all-electric toekomst. “Om volledig energieneutraal te worden moet per gebied bekeken worden welke energiedrager het best passend is: all electric, duurzame warmtenetten of een groen gastnet”, nuanceert Heijboer.
Bekijk de SWOT en de deelnemerslijst
Handjes tekort
Toekomstbestendigheid kwam ook ter sprake in de beargumentering voor en tegen de tweede stelling ‘Label B, weg ermee’. “Dat lijkt een inkoppertje, maar de sector heeft onvoldoende handen om de ambities voor een energieneutrale gebouwde omgeving in 2050 te behalen”, vindt Van Lohuizen. “Dat betekent dat we vanaf nu per dag 1000 woningen energieneutraal moeten maken”, schetst Heijboer. De noodzaak om aan de slag te gaan moge dan bekend zijn bij veel corporaties, de financiële middelen ontbreken vaak om een dergelijk ambitieniveau in te vullen.
“Kan voor deze partijen NOM-ready, een basisniveau waarbij een upgrade naar NoM binnen handbereik ligt, een uitkomst bieden?”, vraagt Valk de deelnemers. “Het kan als een voorzorgsmaatregel gelden waarmee je in ieder geval voorbereid bent op de toekomst”, vindt consultant sales manager Wilco Henzen van LG Electronics. “Dan is het alleen wel zaak dat je je plan niet afzwakt. Het helpt niet als je niet NOM-ready bouwt en het wel zo noemt.”
Ook in de particuliere woonsector moet er nog het nodige gebeuren om de Europese doelstellingen te halen. “Hier moet er een drive komen van degene die betaalt”, vindt hoofd verkoop projecten Huibert Baak van Coolmark. “Voor de eigenaar is het niet wenselijk om € 80.000 te investeren. Een particuliere woningbezitter vindt het al heel spannend om € 6.000 uit te geven aan zonnepanelen.”
Huibert Baak: “Hier moet er een drive komen van degene die betaalt”
Kloof tussen bouwer en bewoner dichten
De communicatieopgave om duurzame oplossingen aan te prijzen en sexy te maken is hier groot. “Ik mis marketing als het gaat om gezondheid en comfort”, vindt gastheer en commercieel manager window solutions Arjen de Haan van REHAU. “Er zou een label of factor moeten komen dat een beeld geeft tussen energiebesparende maatregelen enerzijds en het uiteindelijke voordeel in onder andere gezondheid anderzijds. “Marketing in de bouw an sich is al spannend”, vindt marketing specialist Gertjan Prins van BASF. Daar sluit CEO Bert de Haes van One Smart Control zich aan. “De consument is vooral op zoek naar de ‘What’s in it for me?’. Totdat we daar een passend antwoord op formuleren, blijft de gemiddelde huizenbezitter op een zoektocht naar oplossingen.” Goed communiceren met de eindklant is tevens een kwestie van bouwers trainen en opleiden. “Je wil kennis opkrikken”, vertelt manager gebouwautomatisering Marco Weg van Oosterberg. “We proberen de kloof tussen bouwer en de corporatie of bewoner te dichten”, vult manager duurzaam bouwen Martin Bijleveld van Veris Bouwmaterialengroep aan.
Martin Bijleveld: “We proberen de kloof tussen bouwer en de corporatie of bewoner te dichten”
Concluderend stelt Valk dat de sector moet meer bij elkaar moet komen voor samenhangende concepten. “Daarvoor zijn nieuwe samenwerkingen noodzakelijk. We steunen de aanpak van BENG, waarbij we eisen voor gebouwschil en installaties splitsen. Daarnaast moeten we ons meer gaan richten op pijlers als gezondheid en comfort. Hoe we de voordelen van een gezond en comfortabel gebouw vervolgens aan de bewoner communiceren, blijft een belangrijke uitdaging. Daar ligt nog een forse marketingklus.”