Auteur: Tom de Hoog
Zij studeerde in 2012 af aan de Faculteit Bouwkunde van de TU Eindhoven met een master architectuur. Maar architect is ze niet geworden. Grenzeloos Talent Robin Aerts vond haar draai helemaal bij Rijkwaterstaat (RWS), waar zij ambassadeur is voor het toepassen van de Omgevingswijzer.
Wat ging je na je studie doen?
“Ik werd aangenomen voor het Rijkstraineeprogramma bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Dat is een 2-jarig programma opgedeeld in 4 halve jaren. Het idee is dat je zo breed in de organisatie gaat ‘proeven’ om die goed te leren kennen. En, het is ook goede manier om te ontdekken waar je zelf verder in wilt. Ik ben begonnen bij het Directoraat-Generaal Ruimte en Water en het project RRAAM: Rijk-regio programma Amsterdam, Almere, Markermeer. Ik deed daar een stuk publieksparticipatie en ook het voorbereiden van de bestuursovereenkomst. Maar ook bereidde ik voor de Tweede Kamer deels de voortgangsrapportages voor. Dat was mijn eerste ervaring met het ‘Haagsche’ en dat was heel interessant.”
Waar kwam je nog meer terecht?
“Dat was bij Rijkswaterstaat en daarna een periode bij Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, waar ik werd gedetacheerd naar het openbaar bestuurslichaam Saba. En als laatste in die 2 jaar kwam ik weer terug bij Rijkwaterstaat waar ik kon doorstromen en daar zit ik nu nog steeds. Ik werk er nu 2 jaar en adviseer over ruimtegebruik en duurzaamheid als coördinator ruimtelijke kwaliteit en vormgeving Midden-Nederland. Ook ben ik lid van het duurzaamheidsteam Midden-Nederland, dat vanuit deze uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Infrastructuur en Milieu actief is. Tevens ben ik ambassadeur van de Omgevingswijzer die Rijkswaterstaat heeft ontwikkeld en nu onderdeel is van de Aanpak Duurzaam GWW. ”
We zijn niet alleen verantwoordelijk voor veilig van A naar B, we zijn dat ook voor een duurzamere leefomgeving'
Robin Aerts
Wat houdt je ambassadeurschap in?
“Collega’s in de regio die iets met duurzaamheid willen, kunnen bij mij terecht. Ik help ze dan met het gebruiken van de tool. Ik ga er ook mee rond en vestig de aandacht erop om te zorgen dat de Omgevingswijzer wordt ingezet om te zien waar een duurzame meerwaarde bij een project valt te behalen. Ik probeer mensen dan echt aan te sporen om door te pakken op die duurzaamheid.”
Veel vergaderen en presentaties zeker?
“Nou het is een charmeoffensief, haha. Ik denk dat het begint bij de mensen zelf. Ze moeten zich ervan bewust worden dat zij zelf het verschil kunnen maken. Het gaat mij erom dat duurzaamheid als het ware in hun ‘genen’ terechtkomt. Je merkt nu dat duurzaamheid binnen Rijkswaterstaat steeds meer een thema wordt. Dan gaat het ook over circulariteit en duurzame inkoop. Dat zijn mooie dingen maar er vallen nog veel meer zaken onder duurzaamheid waar we ook winst op kunnen behalen, zowel economisch als maatschappelijk. Dan gaat het bijvoorbeeld over ruimtelijke kwaliteit en duurzame leefomgeving. Ook nadenken over smart mobility in plaats van gelijk de weg verbreden. Ik merkt dat hier snel in oplossingen wordt gedacht. Soms is het beter om je af te vragen wat nu echt het probleem is en dus in breder perspectief te kijken en te zoeken naar een integrale aanpak. We zijn ook een maatschappelijke organisatie en dat maakt dat we niet alleen verantwoordelijk zijn voor veilig van A naar B, we zijn dat ook voor een duurzamere leefomgeving.”
Wat is een voorbeeld wat jou betreft?
“Een mooi voorbeeld is de Houtribdijk bij Lelystad. Daar hebben we de Omgevingswijzer toegepast en daaruit kwamen veel kansen voor het project naar voren. Zo bleek bijvoorbeeld dat de locatie en vormgeving van zandwinputten een positief effect kunnen hebben op meerdere duurzaamheidsthema’s tegelijk, zoals duurzame energie, ecologie en waterkwaliteit. Deze kans is meegegeven in het Omgevingsdossier, een document waaruit de aannemer kan putten om het werk met een zo groot mogelijk draagvlak vorm te geven en uit te voeren.”
De Omgevingswet komt eraan en dat betekent dat we steeds meer met elkaar gaan werken, ook als Rijksoverheden'
Robin Aerts
Wat brengt de toekomst voor jou?
“Ik zie mezelf voorlopig bij Rijkswaterstaat blijven: het is zo’n interessante organisatie en er is zoveel te doen. Er lopen hier ook zoveel projecten, waarop je impact kunt hebben en het is heel bijzonder om daarop je stempel te kunnen drukken. Ik zit nu anderhalf jaar in deze functie, dus nog even doorpakken. En dan straks kijken we verder. Een stap naar omgevingsmanagement lijkt me interessant, dan wordt je ook geconfronteerd met stakeholders en hun wensen over ruimtelijke kwaliteit, inpassing en duurzaamheid. Dan ben je niet alleen vanuit je eigen ‘drive’ aan het werken, maar neem je ook die van een ander daarin mee. Dat lijkt me heel mooi om te doen.”
Complexe belangen aan elkaar verbinden…
“Zeker. En, de Omgevingswet komt eraan en dat betekent dat we steeds meer met elkaar gaan werken, ook als Rijksoverheden. Het wordt ‘ja, mits’ in plaats van ’nee, tenzij’. Dat biedt ook veel openingen om met elkaar in gesprek te komen.”
Wat heeft de universiteit je geleerd waar je nu nog veel aan hebt?
“Op de uni deed ik een bestuursjaar bij de studievereniging CHEOPS. Dat jaar blijft me bij: ik merkte toen dat ik het zo leuk vind om beleidsmatig te werken en mensen te enthousiasmeren. Ook werd mij toen duidelijk dat ik toch geen architect wilde worden. Ik ging erover nadenken wat ik dan wel wilde. Van de vaardigheden die ik in dat bestuursjaar aanleerde – draagvlak creëren en vergaderen – heb ik nog steeds profijt. Ik denk aan dat jaar met plezier terug.”
Heb je nog wel wat aan die kennis over architectuur?
“Ja, bijvoorbeeld hoe de bouw werkt. En, gevoel voor techniek en wat aannemerij is en hoe contractvorming plaatsvindt. En, dat je hier ingenieur bent bij al die civieltechnisch opgeleide collega’s bij RWS helpt. Ook heb ik geleerd creatief te denken en dat komt van pas bij speciale situaties. Neem Amelisweerd met het idee van ‘een dak op de bak’. Daar heb je vooral met vormgeving van die ruimte te maken. Dan helpt het als je gevoel voor ontwerpen hebt. Het is dus waardevolle kennis, zeker omdat bij RWS daar niet zoveel mensen rondlopen die dat hebben.”
Wat vind jij belangrijk om ook nog te melden?
“Als je denkt dat als je bent afgestudeerd het leren voorbij is. En dat er geen bijzondere momenten meer zijn. Dat is niet zo, ik heb gemerkt dat als je werkt dat er alleen nog meer aan kansen voorbijkomt. Het wordt alleen maar leuker en leuker.”