David Polit: op naar duurzame veerkracht voor de stedelijke omgeving

Als Chief Resilience Officer zet grenzeloos talent David Polit zich in voor een geïntegreerde duurzame en milieuvriendelijk ontwikkeling van het stedelijke gebied. Dat doet hij in Quito te Ecuador. Inderdaad, dat was ook de locatie van Habitat III. 

Waar werk je?

"Ik werkte eerst in de stedenbouwkundige dienst van Quito en nu ben ik werkzaam als Chief Resilience Officer. Het hoofddoel is om te werken aan geïntegreerde duurzame en milieuvriendelijk ontwikkeling van het stedelijke gebied. Vanuit dat oogpunt ontwikkelden wij een tool om de ontwikkeling van de stad een focus te geven rond het eerste metrosysteem en de BRT (Bus Rapid Transit). Daarnaast stimuleert de tool het nemen van eco-efficiënte maatregelen voor gebouwen, die al voldoen aan milieunormen voor de stad, bijvoorbeeld door extra verdiepingen toe te voegen."

Wat doet een Chief Resilience Officer?

"Ik plan en ondersteun duurzame ontwikkeling om van Quito een bloeiende en welvarende stad te maken, ongeacht welke uitdagingen dat geeft. We werken als onderdeel van het programma '100 Resilient Cities', dat Rockefeller Foundation ontwikkelt. In Nederland nemen Rotterdam en Den Haag ook deel aan dit programma. Het idee is eenvoudig: door de deelnemende steden te koppelen, kan elke deelnemer profiteren van best practices en goede ervaringen van anderen. Het programma wordt verrijkt door technische ondersteuning van grote bedrijven en multilaterale instellingen, zoals de Wereldbank."

Heb je deelgenomen aan Habitat III?

"Jazeker! De Habitat III-conferentie in Quito gaf de lokale autoriteiten de gelegenheid om zich grondig te informeren over de waarde van resilience (veerkracht) door te luisteren naar experts, lokale en uit andere landen. Daardoor is het bewustzijn hier over dit onderwerp toegenomen. Ik was ook in staat om aan een groot publiek te tonen wat we hier doen en wat de focus op veerkracht betekent voor de komende jaren. Ook heb ik een aantal mensen uit Nederland ontmoet, die deelnam aan lokale projecten." Eerder vertelde Anne-Marie Rakhorst over haar belevenissen tijdens Habitat III.

Door de deelnemende steden te koppelen, kan elke deelnemer profiteren van best practices en goede ervaringen van anderen.'

David Polit

Je bent de co-auteur van 2 artikelen uit 2016: 'Het verborgen potentieel van steden gepland voor auto's' en 'Zonne-energie is misschien niet altijd een groene bron van energie'. Waar gaan deze artikelen over?

"Niet alles gericht op 'groen' draagt per se bij een aan duurzame ontwikkeling. In Ecuador komt nu al 85% van de energie uit hernieuwbare bronnen, want we maken veel gebruik van hydro-elektriciteit. Energieopwekking laten plaatsvinden met zonnepanelen zou in dit land de vervanging van ene soort van groene energie door een andere bron betekenen. Dat is niet efficiënt en zou resulteren in milieuverplichtingen die ontstaan doordat verouderde panelen chemisch afval bevatten. Het artikel over het verborgen potentieel van steden die zijn gepland voor auto's heeft betrekking op het feit dat onze ecologische voetafdruk voornamelijk voortkomt uit de manier waarop we ons in de stad voortbewegen, de particuliere auto. Als een stad investeert in massatransportsystemen – zoals de eerste metrolijn hier – maakt die beweging voor een deel autobezit overbodig. Daarmee is er de vraag waar die privé-auto infrastructuur, denk aan parkeerplaatsen, garages en winkels, voor gebruikt kan worden. Daar zouden dan diensten voor de gemeenschap en gericht op een duurzame samenleving een plek kunnen krijgen.”

Wat was de reactie op deze artikelen?

"Ik presenteerde deze publicaties op een conferentie over duurzame ontwikkeling in de Amerikaanse stad Phoenix. Er was veel belangstelling onder collega's. In Quito helpen deze publicaties om nieuwe ideeën te genereren op het gebied van duurzame ontwikkeling. De eerste stap is dat mensen beseffen dat niet elke duurzame oplossing elders geschikt is voor Ecuador en/of Quito. De tweede stap is dat we in het geval van Quito kunnen werken aan het beperken van de ecologische voetafdruk."

Welke waarde heeft je studie aan de TU Delft in je professionele leven?

"Mijn studie heeft me geholpen mijzelf te positioneren als iemand die vaart kan geven aan de agenda voor duurzame technische ontwikkeling en veerkracht. Ik probeer ook bij professor (en Duurzaam Gebouwd-expert, red.) Andy van den Dobbelsteen in beeld te blijven, want ik wil promoveren aan de TU Delft. Daarbij zijn zij ook geïnteresseerd in wat ik hier doe. Verder volg ik ze op Facebook en andere bronnen. In Quito geef ik colleges aan de universiteit als universitair docent: dat kan helpen bij het opzetten van een gemeenschappelijke agenda voor beide universiteiten."

Wat is een verbinding tussen Ecuador en Nederland?

"We hebben een sterk verbonden wereld en kunnen van elkaar profiteren. Als het gaat om de gebouwde omgeving, kunnen we zeker gebruik maken van de sterke expertise bij TU Delft om de ecologische voetafdruk van de gebouwen in Ecuador te verminderen. We zijn hiermee al begonnen, maar een beter overheidsbeleid is nodig. Ik probeer te kijken naar wederzijdse voordelen: wij kunnen TU Delft casestudies bieden voor analyse en op te lossen problemen en zo de mogelijkheid om wereldwijd te werken. Quito kan dan weer profiteren van de kennis en technische ondersteuning vanuit de TUDelft."

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Tom de Hoog