Auteur: Tim van Dorsten
“Bouwconcepten kun je niet kopiëren, want iedere locatie is anders. Daarom moet je het bouwproces standaardiseren.” Dat was een van de conclusies tijdens de Round Table over industrieel bouwen.
Voor dit rondetafelgesprek bij Duurzaam Gebouwd in Velp schoven 5 deelnemers aan tafel: Hans Zwaanenburg van NBvT, Niclas Pengel van Dyka, Gerard Wittebol van VBI, Ben Kruseman van De Ruwbouw Groep en Wim Mulder namens Bostik.
Klik op de afbeelding voor een uitvergroting.
Is prefab bouwen industrieel bouwen?
De laatstgenoemde beschouwde prefab bouwen als industrieel bouwen. “Bijvoorbeeld door een badkamer als afgemonteerd element in een woning te plaatsen.” Daarmee was Pengel het niet eens. “Als je alles prefab naar de bouwplaats brengt, moet iedereen nog bewerkingen doen om ieder element erin te bouwen. Dat is niet industrieel bouwen.” Volgens hem gaat het erom de diverse bouwprocessen in elkaar te vlechten. “De bouw bestaat uit een aantal processen, die naast elkaar lopen en (nog) niet met elkaar communiceren. BIM kan ervoor zorgen dat dit wel gebeurt. Maar voorlopig merk ik bij veel prefab-initiatieven dat iedereen alleen zijn eigen deel oppakt. Alleen de betonwereld is wat verder, want veel van de individuele processen hebben betrekking op het betonnen casco.”
Eerst virtuele oplevering
Kruseman verwacht dat een gebouw in de toekomst eerst virtueel wordt opgeleverd. “Daarna gaat het pas in de fabriek in productie om het vervolgens op de bouwplaats te assembleren. Zo elimineren we de faalkosten. Een belangrijk onderdeel hierbij is het lean bouwen, dit is gekoppeld aan het industrieel bouwen.” Dit vindt Pengel ook. “Prefab is een goed startpunt. Als we prefab slimmer en beter op elkaar afstemmen, dan behalen we een versnelling op de bouwplaats. De volgende stap is om de integraties naar de fabriek te halen en op elkaar af te stemmen. Dan gaan we lean bouwen en voegen nog meer processen samen.”
Bouwconcepten kun je niet kopiëren, want iedere locatie is anders. Daarom moet je het proces standaardiseren'
Ben Kruseman, De Ruwbouw Groep
Vaste maten iQwoning
Dit heeft Ballast Nedam gedaan met zijn iQwoning. “Jammer genoeg heeft deze bouwer een aantal stappen overgeslagen, waardoor ze geen voordeel van de leercurve heeft”, stelt Pengel. “Ik denk dat Ballast Nedam flink heeft geïnvesteerd in een nieuwe fabriek, maar meer verplaatsing van het werk – van bouw naar fabriek – heeft toegepast dan het echt integreren van werkprocessen.” Wittebol betwijfelt dat. “Ballast Nedam heeft bewust ervoor gekozen om woningen te maken van een bepaald aantal vaste maten. Als ze dit aantal uitbreidt, dan is het geen industrialisatie meer. Dan kost het proces namelijk te veel geld.” Hij ziet in industrialisatie mogelijkheden voor de toekomst. “Met de beperkingen die erin zitten. Het zijn allemaal faseringen.” Ook met Pengels commentaar over prefab is Wittebol het niet eens. “De sandwichgevels van Hurks zijn complete gevels met alles erin. En in Amsterdam hebben we met Logus een project gedaan met studentenhuisvesting: het complex beschikt over 640 compleet geprefabriceerde badkamers. Noem dat maar geen industrialisatie.” Ook Pengel vindt dit goede ontwikkelingen. “Dat bouwbedrijf heeft al stappen gezet om processen te integreren.”
Modulair bouwen
Naast prefab noemt hij echter ook modulair bouwen als onderdeel van industrieel bouwen. “Koppel niet alleen de modules aan elkaar, maar ontwikkel ze ook slim zodat ze flexibel zijn. Dit is ook belangrijk bij renovatie.” Dat vindt Wittebol ook. “Als we 20 jaar verder zijn en ik een nieuwe badkamer wil, dan kun je de oude eruithalen en de nieuwe erin schuiven.”
Als ik over 20 jaar een nieuwe badkamer wil, dan wil ik oude eruithalen en de nieuwe erin schuiven'
Gerard Wittebol, VBI
Van ambachtelijk naar procesgestuurd
Bij al deze ontwikkelingen kijkt Mulder kritisch naar vaklieden, zoals timmermannen. “Industrieel bouwen is de toekomst, maar dan zijn vakmensen niet meer nodig. Alles gebeurt namelijk in de fabriek.” Ook Zwaanenburg ziet deze ontwikkeling. “De timmerindustrie verandert van ambachtelijk naar procesgestuurd. Daarbij verandert het niveau van de mensen: in plaats van het vakdiploma ‘Timmerfabrikant’ hebben we inmiddels voor de managementopleiding ‘Industrieel bouwen met hout’ gezorgd. Hierin komen veel bedrijfskundige en marketingzaken aan de orde.”
Weerstand bij architecten
Waar de ambachtslieden met deze stroom meebewegen, denkt Mulder dat architecten het industrieel en modulair bouwen tegenhouden. “Zij willen opvallen en dat kan niet bij industrieel bouwen. Hierin zien ze een gevaar, dus verdedigen ze zich.” Kruseman heeft dezelfde gedachtegang. “In de conceptmatige bouw zien architecten dat hun rol is uitgespeeld. Hij krijgt de spelregels van het concept mee en daarmee mag hij wat spelen.”
Standaardisering bouwproces
Zwaanenburg kijkt hier anders tegenaan. “Is dat niet het huidige spanningsveld? Zo’n 10 jaar geleden werden honderden woningen tegelijkertijd gebouwd: toen had het industriële bouwen goed gepast. maar die tijd is voorbij en komt ook niet zomaar terug. Nu staan we voor hele andere uitdagingen, bijvoorbeeld met veel meer binnenstedelijke bouw. De aantallen te bouwen woningen nemen namelijk af.” Daarom denkt Kruseman dat het standaard proces centraal moet staan. “Bouwconcepten kun je niet kopiëren, want iedere locatie is toch anders. Daarom moet je het proces standaardiseren. Dan kunnen bewoners bijvoorbeeld hun eigen te bouwen woning online samenstellen. Conceptmatige processen in een softwareprogramma hebben alle technische details geborgd.”