Auteur: Bas Hasselaar
Toegeven, zo scherp als ik het in de titel stel, hoeft het niet te zijn, maar ik ben wel degelijk van mening dat de BENG-eisen wéér een te sterke nadruk op energie leggen voor woningen. Een nadruk waarin zaken als welbehagen, comfort en misschien zelfs keuzevrijheid omwille van energiebesparing en rekenregels beperkt worden.
In 2020 vervallen de huidige EPC-eisen en worden deze vervangen door BENG. Op zich is dit goed. De EPC-eisen zijn inmiddels al voorbij de bruikbare houdbaarheidsdatum. Daarnaast is er behoefte aan een methode die de energieprestatie van een gebouw niet weergeeft in een dimensieloos getal, maar in energieverbruik per m2.
De BENG-eisen werken op drie vlakken:
1. De energiebehoefte voor verwarmen en koelen (inclusief ventilatieverliezen) mag niet meer zijn dan 25 kWh/m2.jr
2. Het primaire energieverbruik door installaties (inclusief warm tapwater) mag niet meer zijn dan 25 kWh/m2.jr
3. Minimaal 50% van de gebruikte energie moet afkomstig zijn uit hernieuwbare bronnen
Eisen 2 en 3 zijn van invloed op elkaar. Zo mag de opbrengst van pv-panelen worden afgetrokken van het primaire energieverbruik. Daarnaast ligt het grootste pijnpunt bij eis 1: het wordt voorgeschreven dat de energiebehoefte voor verwarmen en koelen niet hoger mag zijn dan 25 kWh/m2.jr en dat dit door bouwkundige oplossingen moet geschieden. Geen probleem zal u misschien denken, passiefhuizen moeten het immers doen met maximaal 30 kWh/m2.jr en die worden ook al jaren gebouwd.
Maar niet iedere woning is een passiefhuis, en niet iedere bewoner wìl een passiefhuis. Ik niet bijvoorbeeld, ik wil een Active House. Ik stel eisen aan mijn woning die misschien wel iets minder energiezuinig zijn, maar mij wel heel veel woonplezier en comfort opleveren. Daarbij krijg ik een vrijstaande woning met relatief veel oppervlak aan gevel en dak. Met ramen aan alle kanten, waardoor het voor mij een hele opgave is om voldoende energie te besparen om via isolatie aan de eis van 25 kWh/m2.jr te voldoen.
Oneerlijk
Maar nu blijkt in de huidige voorstellen voor de berekenwijze te zijn opgenomen dat warmteverliezen door ventilatie kunnen worden verminderd, door toepassing van een warmtewisselaar. Met andere woorden, als ik balansventilatie toepas waarbij de ventilatielucht wordt voorverwarmd door de afgezogen vuile lucht, raak ik minder energie kwijt dan als ik mijn ventilatielucht direct van buiten betrek.
Logisch, maar de manier waarop dit in de rekenmethodiek is opgenomen is oneerlijk. Ik wil namelijk geen balansventilatie. Ik wil mijn lucht direct van buiten halen, en de warmte uit mijn afgevoerde lucht terugwinnen via een warmtepomp. In praktijk ben ik dan net zo zuinig in mijn energiegebruik als balansventilatie, maar dit wordt niet in de eerste eis meegenomen. Mijn oplossing is namelijk installatietechnisch (net als balansventilatie overigens) en hoort dus in de tweede eis thuis.
Alternatief ligt voor de hand
De consequentie is dat door de huidige voorgestelde berekenwijze balansventilatie bijna wordt voorgeschreven, omdat het alternatief van nóg meer isoleren om het warmteverlies op die manier te beperken een veel kostbaardere oplossing oplevert. De overheid gaat zo bijna voorschrijven hoe ik mijn woning moet ventileren. En wel op een wijze waar ìk niet voor kies.
Terwijl een alternatief zo voor de hand ligt. Trek de hele berekening van warmteverlies door ventilatie buiten de woningschil: neem het verschil in luchttemperatuur tussen de ingezogen lucht en de uitgeblazen (vuile) lucht. Wat er in die woning met de lucht gebeurt is dan niet zo relevant, zolang je maar weet hoeveel lucht erin gaat en hoeveel eruit komt, met bijbehorende temperaturen.
Op dat moment kan ik namelijk gewoon blijven ventileren met mijn frisse buitenlucht, terwijl ik er niet voor wordt gestraft dat ik geen balansventilatie in mijn woning stop. Ik vind het prima dat de overheid eisen stelt aan hoeveel energie een woning gebruikt voor verwarmen en koelen. Maar dit behoren ze niet techniek-neutraal te doen, door bepaalde technieken een voorkeursbehandeling te geven in de berekeningswijze.
Deze blog verscheen eerder op de website van Active House NL.
Auteur: Bas Hasselaar, SBRCURnet