Volgens de Autoriteit woningcorporaties (Aw) geeft minister Stef Blok van Wonen en Rijksdienst een veel te positief beeld van de financiën van woningcorporaties.
Hiermee reageert ze op de indicatieve bestedingsruimte, een getal dat de minister voor elke corporatie heeft laten vaststellen dat aangeeft hoeveel een woningcorporatie maximaal zou kunnen lenen. Dit laat de vereniging van woningeigenaren Aedes weten.
Te hoog gespannen verwachtingen
De uitkomsten van deze bestedingsruimte zijn te positief, waardoor de verwachtingen van een gemeente mogelijk te hoog gespannen zijn over wat een corporatie kan investeren, zo waarschuwt Aw. “We willen niet dat met dit instrument het idee post vat dat de sector vrijwel ongelimiteerd beschikbare middelen tot zijn beschikking heeft”, vindt de toezichthouder. “Vanuit de optiek van prudentieel toezicht is dat zeer risicovol.”
Volgens de autoriteit houdt de indicatieve bestedingsruimte te weinig rekening met mogelijke tegenvallers en risico’s in de toekomst. “Het gaat uit van minimale grenzen van wat verantwoord investeren is en doet onvoldoende recht aan de verschillen tussen regio’s en corporaties. Daardoor kan een verkeerd beeld ontstaan van de beschikbare middelen en komen corporaties op achterstand te staan in het overleg met gemeenten.”
Evaluatie van methode
Ook Aedes vond de indicatieve bestedingsruimte te kort door de bocht om goede uitspraken te kunnen doen over de financiën van woningcorporaties. De minister onderkent overigens de kanttekening van de Autoriteit en zal de methode evalueren, zo laat hij weten in een brief aan de Tweede Kamer.
Foto: CorporatieNL