Op weg naar een universeel circulair financieringsmodel

Begin juni was de 2e ronde van de door Coare geïnitieerde rondetafel om tot een financieringsmodel voor circulariteit in de bouw te komen. De experts waren te gast bij Liander in Duiven (zie foto). Deze locatie is een krachtig argument voor circulair gebruik van materialen. Robuuste argumenten is ook wat gespreksleider Flip Verwaaijen zocht bij de groep om tot een werkbaar model te komen.

Met de vraag ‘Welke uitkomst breng je vandaag mee?’ gaf gespreksleider Flip Verwaaijen Pieter Noorlander (Gispen) het woord. Zijn case betrof de Rotterdamse Schouwburg en de renovatie daarvan. In totaal wordt bij deze renovatie 80% van de interieurmaterialen hergebruikt. Gispen heeft voor de renovatie een financiële overeenkomst met de schouwburg gesloten waarbij een klein deel up-front betaald wordt en het grootste deel gedurende de gebruiksperiode van 20 jaar. Daarbij is een soort pay-per-use van toepassing die een kortere afbetalingsperiode mogelijk maakt bij hoge bezoekersaantallen.

De schouwbrug blijft eigenaar van de materialen. Dat vond Wietse Walinga (Duurzaam Gebouwd) bijzonder, omdat het risico zo bij de verkopende partij blijft. Noorlander gaf aan dat ook bij Alliander in Duiven Gispen geen eigenaar is van de geleverd meubilair, maar dat er afspraken over de restwaarde zijn gemaakt. Daarnaast is een terugnamegarantie afgegeven. Volgens Bart Blokland (Alliander) was dat een logische zaak, omdat onder meer de financieringskosten voor Alliander zelf lager zijn dan die van Gispen. Vervolgens presenteerden Koen Elsing (Alliander) en Blokland een visie op circulair materiaalgebruik vanuit de positie van Alliander.

Direct stoppen met afval dumpen

Wat je moet elimineren in een organisatie, is het inkopen van niet-circulaire goederen volgens Elsing. En het dumpen van afval. Bij Alliander gaat nu 10% van de materialen die uit de grond komen bij vervanging of vernieuwing naar de verbrandingsoven. Daar moeten we direct mee stoppen, zei hij. Vervolgens maakte Elsing duidelijk dat als je de aanwezige grondstoffen in je organisatie koppelt aan beursindexen je een – betere – waardering krijgt. Big data zou dat mogelijk maken.

Van het woord eigendom moeten we afscheid nemen."

Bart Blokland, Alliander

Jan-Willem Leverstein (Coare) merkte op dat je dan weer uitkomt bij het vraagstuk over het van eigendom van de grondstoffen. Hij stelde voor een gemeenschappelijk belang aangaande die waarde te creëren om zo een optimaal moment voor (terug)verkoop te bepalen. Verwaaijen vatte dit deel van de sessie samen door het voorstel van Leverstein het label ‘circulair bv’ te geven, waarbij partijen gezamenlijk het eigendom hebben. Elsing zag daar mogelijkheden, maar wees erop dat daarvoor realtime data nodig is zodat bekend is waar her te gebruiken materialen vrijkomen.

Inzicht in voorraad herbruikbaar materiaal

Op dat aspect haakte Cees van der Spek (OVG) aan. OVG werkt bij 2 projecten met Superuse. Die hanteren een zogeheten ‘oogstkaart’, waarop de materialen in Nederland staan die zijn her te gebruiken. Aan die materialen hangt echter geen prijskaartje, maar volgens Van der Spek is van die oogstkaart iets centraals te maken met meerdere partijen. Vraag blijft dan de financiering en dus vroeg Verwaaijen naar de vertaling van dit idee naar een financieel model. Gert-Jan van Doormalen (Saint Gobain) merkte op dat de problematiek vooral in de onroerende goederen zit en vroeg zich af hoe zo’n model eruit gaat zien en wie dan verantwoordelijk is waarvoor. Barend Post (AKD) reageerde daarop met de constatering dat bestanddeelvorming is een financieel-technisch vraagstuk. “Je kunt prima werken met opstal- en erfpachtconstructies, waarbij je delen van een gebouw in feite loskoppelt door het vestigen van een recht van erfpacht of opstal.” 

Fiscaal rendement

Harrie van Duin (Meijburg & Co-KPMG) presenteerde een fiscaal perspectief. Hij maakte een berekening voor een financieel model voor circulaire – of groene – investeringen en wat het een belegger kan opleveren. Volgens sommige deelnemers slechts een voorbeeld van fiscale optimalisatie en zo ging de discussie weer richting circulair.

Leverstein vond dat eigendom toch in de weg zat en zou het leuk vinden als de koper meeprofiteert op het moment dat de materialen circulair worden ingezet. Post had daar gelijk een recept voor in de vorm van partij die putopties schrijft tegen een bepaalde bodemprijs. Zo blijft volgens hem het materiaal in de markt en circulair. Richard Klein (Duurzaam Gebouwd) kon daaraan toevoegen dat je dat idee goed kunt combineren met dat van de circulaire bv. 

Taxatiemodel verfijnen met grondstofwaardering

Als het gaat om werken met modellen, is Marcel de Boer (Troostwijk Groep) een expert. Hij liet zien dat taxatie een gebouw richting geeft in het economisch verkeer. Troostwijk-taxateurs hanteren daarvoor wiskundige berekeningsmethodes. Belangrijk was zijn opmerking over de informatie die hij gebruikt. Daarvoor is hij afhankelijk van partijen uit de markt. Verwaaijen vroeg De Boer of circulariteit in zo’n model zou passen dat Troostwijk al hanteert. Dat is volgens De Boer geen probleem want de modellen zijn er, aan circulaire data ontbreekt het echter grotendeels.

 

Ik zou het leuk vinden als de koper meeprofiteert op het moment dat de materialen opnieuw, dus circulair, worden ingezet."

Jan-Willem Leverstein, Coare

Voor Anne-Marie Rakhorst (Duurzaamheid.nl) reden om op te merken dat het bedrijf Search dagelijks grondstofinventarisaties doet en dat dus wel weet. Walinga kon melden dat in het gebouwpaspoort van Alliander precies staat wat eraan grondstoffen in het gebouw aanwezig is, tot op kilogrammen aan toe. Dat kan volgens hem ook zo in dat model. Verwaaijen vroeg zich aansluitend af in hoeverre de methodiek van Troostwijk is te koppelen aan een financieringsmodel. De Boer gaf aan dat dit zonder meer mogelijk is. Hij beveelt wel aan eerst naar het gebouw in zijn geheel te kijken en het dan als het ware ‘af te pellen’ naar onderdelen. Belangrijk was zijn opmerking dat hij met 100% zekerheid kon zeggen dat circulaire gebouwen gewoon meer waard zijn. 

Meerwaarde van een circulair gebouw

Bij het afsluiten van de rondetafel vroeg Verwaaijen wat ieders take-away was. Dat leverde uiteenlopende reacties op. Van Duin had het idee dat obstakels veel meer bij mensen tussen de oren zitten dan dat het technisch onoplosbaar zou zijn. Leverstein zag zijn ambitie in het nog meer laten renderen van eigenaarschap als producten circulair ingezet worden met de modelaanpak van Troostwijk als basis.

Walinga zag het probleem dat nog opgelost moet worden bij de verbinding tussen de disciplines en data-ontsluiting. Volgens Rakhorst moet er ook ontsloten worden, maar dan doelde zij op pensioengeld dat nu niet ten goede komt van de circulaire economie. Blokland gaf aan dat we van het woord eigendom afscheid moeten en Van der Spek vond het statement van De Boer dat een circulair gebouw meer waard is heel belangrijk. Verwaaijen had zelf ook een take-away. Die kwam erop neer dat de kracht en de oplossing zit in kennis delen en elkaar informeren over waar je mee bezig bent en kijken hoe je elkaar kunt helpen, zoals bij deze rondetafel. 

Dit artikel is een vervolg van het artikel 'Rondetafel circulariteit financieren in de bouw: de verkenningsronde', dat afgelopen april op DuurzaamGebouwd.nl is verschenen.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Tom de Hoog