Stel, je hebt een milieuvriendelijke auto. En daar ben je trots op. Dan breng je die auto met enige regelmaat naar de garage voor controle en onderhoud. Wellicht vind je het een sport om bij te houden hoe zuinig je kunt rijden. Met andere woorden: je wil je milieuvriendelijke auto volledig benutten.
Stel, je hebt een milieuvriendelijk gebouw. En daar ben je trots op. Dan wil je dat dit gebouw goed wordt onderhouden en je wil optimaal gebruikmaken van een prettige werkomgeving. Met andere woorden: je wilt een duurzaam gebouw volledig benutten. Klinkt simpel, maar toch: hoe doe je dat?
Planning en afspraken
Een duurzaam gebouw optimaal benutten begint bij een visie en de wil om bewust om te gaan met de middelen die je hebt. Inzicht in gegevens biedt een basis om doelen te stellen en richting te geven. Eenvoudige Excel-overzichten zijn veelal voldoende voor het bijhouden van de belangrijkste gegevens, zoals energie- en watergebruik.
Goed onderhoud en beheer worden vooral geborgd door de juiste afspraken en een goede planning.
Goed gebruik van een gebouw vraagt medewerking van de mensen die er werken. Hoe eenvoudiger en duidelijker het wordt gemaakt om ‘duurzaam te werken’, des te beter het resultaat. Vertel daarom aan medewerkers welke mogelijkheden het gebouw biedt en vertel ook wat je verwacht van hen. Deze communicatie kan via diverse kanalen, van mededelingen op een prikbord of via intranet tot afspraken in een persoonlijk ontwikkelingsplan.
Goede meetlat
Het uitvoeren van deze onderwerpen lijkt lastig. Wanneer is het goed genoeg? Heb ik aan alle onderwerpen aandacht besteed? Wat is eigenlijk duurzaam beheer en gebruik?
Die vragen stelden we ons ook bij Royal HaskoningDHV. Als adviseur op het gebied van verduurzaming van vastgoed hebben we onder meer ervaring met de methode BREEAM-NL In-Use. Deze methode toont in de breedte aan hoe duurzaam een gebouw is, hoe duurzaam het beheerd wordt en hoe duurzaam een gebouw in gebruik is. Vanuit onze kennis en ervaring wisten we dat deze methode een goede meetlat is. Dan is het best spannend om je eigen bedrijf te toetsen aan de hand van deze beoordelingscriteria. Zeggen dat je als bedrijf duurzaam bent is per slot van rekening niet hetzelfde als aantonen dat je bedrijf duurzaam is.
Oud en duurzaam
En dan te bedenken dat het hoofdkantoor van Royal HaskoningDHV gebouwd is in 1971 en dus 45 jaar oud is. Het is een bijzonder gebouw, een kantoortuin uitgevoerd in splitlevel. Uiteraard is het nodige verbouwd en in 2011 vond een uitvoerige renovatie plaats. De renovatie richtte zich vooral op energiebesparing met als resultaat een energielabel A, verbetering van het comfort en het creëren van een prettige werkomgeving. Ook de tuin kreeg een make-over, compleet met insectenhotel en vleermuizengrot. Deze aanpassingen zorgden voor een goede basis binnen de BREEAM-methodiek, waarin de 3 onderwerpen – energie, gezondheid en ecologie – beoordeeld worden. Deze methode bevat nog 6 andere onderwerpen:
- management
- transport
- water
- materialen
- afval
- vervuiling
Het was onbekend in hoeverre hierop gescoord zou worden.
Voor de test zijn we met vlag en wimpel geslaagd. Zonder extra aanpassingen verdiende ons hoofdkantoor in Amersfoort meteen de score ‘Very Good’, voor zowel gebouwprestaties, beheer als gebruik. Als een van de weinige kantoorgebouwen in Nederland scoort het kantoor op alle 3 de onderdelen 3 sterren. Het mooie is dat de drijfveer is ontstaan om steeds te verbeteren. De stappen naar een ‘Excellent’ certificaat worden al gezet!
Auteur Ragna Clocquet is Senior Consultant Energy & Sustainable Buildings bij Royal HaskoningDHV.
Oproep aan gebouweigenaren en -gebruikers!
Ellis ten Dam, directeur Business Development & Innovation bij Royal HaskoningDHV en expert bij Duurzaam Gebouwd: "Mooi verhaal hoe we als Royal HaskoningDHV stappen hebben gezet om onze kantoren te verduurzamen. Wat we natuurlijk al langer weten, en wat mijn collega Ragna zo mooi beschrijft is, dat het niet stopt bij een duurzaam gebouw zelf. Het onderhoud en het gebruik door de mensen zijn net zo belangrijk om de duurzame potentie van het gebouw te benutten.
Daarom poneer ik graag de stelling dat alle vastgoedaanbieders in samenspraak met hun eindgebruikers de uitdaging van een BREEAM In-Use (of vergelijkbaar instrument) moeten aangaan. Anders kun je wel zeggen dat je een duurzaam gebouw hebt, maar in de praktijk van het gebruik hoeft dat niet zo te zijn. En dan ben je dus als eigenaar en/of gebruiker niet zo duurzaam als je denkt."