Natuurlijk zijn droge goed geïsoleerde muren belangrijk en vanzelfsprekend zijn dubbel en driedubbel glas fantastisch. Het isoleert geweldig. En als je een kachel stookt, wil je die warmte zo lang mogelijk binnen houden. Toch lijkt het erop alsof de bouwkolom in deze isolatierace het kind met het badwater weggegooid heeft.
Het wordt hoog tijd om 1 belangrijke positieve eigenschap (los van de prijs) van enkelglas en enkelsteens weer in het zonnetje te zetten: de warmtedoorgifte. Maar dan wel slim en regelbaar toegepast. Niet of-of, maar én-én. Geen warmtelek, maar een warmteluik.
Architecten zijn ook een soort managers op het gebied van warmtedoorgifte. Waar wel, waar niet? Wanneer wel, wanneer niet? Het draait om materiaalkeuze en dimensionering, te veel of te weinig is nooit goed. Met name met het klimaat dat we recentelijk ervaarden, kou met veel laagstaande zon, houden geïsoleerde muren en ramen kachelwarmte binnen. Tegelijkertijd houden ze ook veel zonnewarmte buiten.
De infrarode straling van de zon gaat namelijk veel moeilijker door dubbel- dan door enkelglas, laat staan door driedubbelglas. Achter enkelglas en een enkelsteens dun muurtje kan op het op een zonnige winterdag prima toeven zijn. Het comfort verdwijnt dan weer als de zon weg is, maar alleen omdat we op dezelfde plek blijven zitten en niet actief op zoek gaan naar het meest warme, fijne plekje in huis. Dit terwijl dieren actief naar de beste locatie zoeken om te verblijven.
Natuur als voorbeeld
Een husky heeft wel 7 soorten haren; lang, kort, dik, dun, stijf en gekruld. Elke haar met zijn eigen specificaties; isolerend, waterafvoerend, zacht, reflecterend, absorberend. Eén haar is geen haar, dus vaak heeft een bosje haar met een bepaalde lengte en dichtheid pas de gewenste eigenschappen. Waarom zou je in woning, serre of muurkas met vele kanten, maar 1 soort glas gebruiken? Een huskyvacht isoleert ook fantastisch, met name rondom zijn borst, daar staat de wind volop. Zijn superzachte buikvacht isoleert ook wel, maar toch minder dan op zijn borst. Daar kan hij juist weer wat warmte afvoeren als hij heeft lopen rennen.
Als het ’s nachts echt koud wordt, krult hij zichzelf op. Zo is zijn buikvacht geen buitenschil meer, maar een binnenwandje (lees: doet de geïsoleerde deur naar z’n serre dicht). Warmtelek opgelost. In de biologie spreken ze niet van warmtelekken, maar van warmteluiken. Scheelt een paar letters, maar het is een wereld van verschil. Een warmtelek móet dicht, een warmteluik kun je naar believen open- en dicht zetten om overtollige warmte af te voeren of op te nemen.
Ideale woning
Uiteraard is de vacht op de rug van de husky naast isolerend ook waterafwerend. Op verschillende plekken gebruikt de husky hybridevacht, dus 2 soorten haar met verschillende eigenschappen door elkaar. Waterafstotend en isolerend bijvoorbeeld. Werkt super, zonder dat er scheuren of kieren ontstaan door krimp of uitzetting. Eigenlijk geldt dit voor alle dieren, ook voor bijvoorbeeld bevers, muizen en konijnen, hun vacht werkt gewoon. Daar moet de vacht ook nog eens zelfreinigend zijn als hij zijn hol in en uitrent. Zouden konijnen ook bezuinigen op ventilatieroosters of een luchtraampje in de serre wetende dat dit ten koste gaat van het comfort of zouden mieren beroerde ventilatie kanalen aanleggen in hun nest?
Konijnen, bevers, mieren en muizen hebben een soort mondiale consensus over hoe hun ideale woning eruit ziet: geen discussie, gewoon bouwen volgens instinct, natuurwetten en een bouwplan in het dna. Geen compromissen tussen zonoriëntatie en bouwkavelorïentatie. De zon en de warmtedoorgifte van de gebruikte materialen zijn leidend in het ontwerp, de rest volgt. Laten we inzetten op bouwmethodieken zonder compromis en verstandig gebruik van natuurlijke warmte.
Auteur Arno Vlooswijk werkt bij World of Warmth.