Gemeenten nog niet klaar voor nieuwe Omgevingswet

“Met de nieuwe Omgevingswet, die vanaf 2018 in werking treedt, krijgen gemeentes aanzienlijk meer vrijheid om lokale energievoorzieningen in te passen in hun plannen met betrekking tot gebiedsontwikkeling. Dat is belangrijk in het kader van de energietransitie en decentralisering.”

Dat vindt André Jurjus, directeur van Netbeheer Nederland. “Ga maar na: de plaatsing van een windturbinepark of pv-panelen, het toepassen van geothermie of het gebruikmaken van biomassa uit bosgebieden… De beslissing of bepaalde energievoorzieningen mogelijk zijn en hoe dat moet gebeuren, is direct gekoppeld aan de inrichting van de ruimte.”

Onvoldoende bewust van mogelijkheden

Volgens hem zijn gemeenten zich nog echter onvoldoende bewust van de mogelijkheden van de nieuwe Omgevingswet met betrekking tot energievoorzieningen. “En dat is jammer. We zien in veel gemeentes behoorlijk wat initiatieven op het vlak van duurzame energievoorziening. Maar omdat het totaaloverzicht van deze initiatieven ontbreekt, blijft een integrale en gebiedsgerichte aanpak uit. Een aanpak waarvoor de nieuwe Omgevingswet juist alle ruimte biedt, misinvesteringen voorkomt en mogelijkheden biedt om de verschillende initiatieven op een slimme manier aan te sluiten op het energienet.”

Decentrale energievoorziening

Naast de traditionele energiebronnen zoals kolen, gas en kernenergie, profiteren we inmiddels namelijk ook van de energie die zon, water, wind en aardwarmte bieden. Deze duurzame energiebronnen zijn niet alleen goed voor onze leefomgeving, maar bieden tevens de mogelijkheid om de energievoorziening van woningen decentraal in te richten. Dus per individuele woning, huizenblok, straat of kleine wijk.

Door de toenemende belangstelling voor een decentrale aanpak is de energievoorziening niet meer alleen een zaak van de grote energieleveranciers en netbeheerders, legt Jurjus uit. “Integendeel. Het is een lokale aangelegenheid geworden die niet alleen de burger zelf, maar zeker de gemeentebestuurders betreft. Deze mensen bepalen hoe de ruimte binnen hun gemeente wordt ingericht en met welke elementen.”

Plan van aanpak

Toch is het niet vreemd dat veel gemeentes nog niet klaar zijn voor een wet, die pas over een kleine 2 jaar van kracht wordt. Jurjus vindt het echter wel noodzakelijk dat gemeenten plannen maken en zich afvragen wat zij precies met duurzame energievoorzieningen willen. “Het is in eerste instantie noodzakelijk dat ze een blik werpen op de spelregels die de nieuwe Omgevingswet met zich meebrengt. Vervolgens kunnen ze kijken of er energieplannen zijn te ontwikkelen, die binnen dit kader en de gemeente passen. Daarbij uiteraard rekening houdend met de al genomen initiatieven.”

De nieuwe Omgevingswet biedt gemeenten meer mogelijkheden om duurzame energievoorzieningen te realiseren.

Bovendien zou het volgens hem een goed idee zijn wanneer gemeentes op dit vlak meer samenwerken. “Waar de ene gemeente ruimte en mogelijkheden heeft voor windturbines, profiteert een andere van bijvoorbeeld de mogelijkheden van getijde-energie. Ik vergelijk het wel eens met de aanpak van waterschappen die al 10-tallen jaren als 1 team samenwerken om Nederland te beschermen tegen het water. Zo moeten gemeentes eigenlijk ook samenwerken, maar dan met het oog op het beperken of tegengaan van de klimaatverandering die onder meer samenhangt met het gebruik van fossiele brandstoffen. Dat kunnen ze doen door binnen de eigen gebiedsgrenzen initiatieven te ondersteunen of te ontwikkelen die in een totaal plan passen.”

Nieuwbouw

Naast aandacht voor duurzame energievoorziening biedt dezelfde wet ruimte voor de bebouwde omgeving. Zeker wanneer het om nieuwbouw gaat, hebben gemeenten de sleutel in handen om duurzame energievoorzieningen mogelijk te maken – bijvoorbeeld een oplaad infrastructuur – en energieneutrale woningbouw te stimuleren. “En dat is weer belangrijk voor ons als Netbeheer Nederland. Alleen met vroegtijdige voorbereiding en een duidelijke regie van gemeenten weten netbeheerders immers waar zij hun netten op moeten voorbereiden en zo nodig aanpassen.”

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Marjolein de Wit - Blok