Auteur: Tim van Dorsten
“We gebruiken slechts 14% van de restwarmte in datacentra als verwarming. Hiermee besparen we 594 gigaJoule (GJ) aan energie, dat komt neer op € 8.910.” Dit vertelde Martijn Kolk van Apac Airconditioning tijdens het evenement IT Room Infra in ’s-Hertogenbosch.
Tijdens dit congres stonden computerruimtes en datacentra centraal. Op dit gebied valt nog veel winst te behalen op verschillende gebieden, zo bleek uit de diverse presentaties. Zo wilde Kolk van Apac Airconditioning met zijn presentatie bewustwording creëren over het hergebruik van restwarmte. “Dit bespaart energie, voorkomt energieverspilling en reduceert de CO2-uitstoot en het gebruik van fossiele brandstoffen”, lichtte hij toe.
In datacentra komt namelijk warmte vrij, omdat allerlei apparatuur – zoals servers, voedingskabels en generatoren – moet worden gekoeld. “Deze warmte komt vrij als lucht, water en gas. Het elektrisch opgenomen vermogen van servers komt nagenoeg 1-op-1 vrij als warmte. De reguliere installaties blazen dit echter af in de buitenlucht.”
Restwarmte gebruiken in gangen en kantoren
En dat terwijl deze restwarmte goed in het eigen datacenter van pas kan komen, liet Kolk weten. “Bijvoorbeeld om de generatoren voor te verwarmen, gangen en kantoren te verwarmen. Maar ook andere bedrijven en instellingen kunnen hiervan gebruikmaken. Dit kan bijvoorbeeld met warmteterugwinunits, warmtepompen, wko-systemen en laag-temperatuurverwarmingssystemen. Zo zijn gasaansluitingen en cv-ketels bijna niet meer nodig.”
Hij hamerde wel op het belang van de betrouwbaarheid. “Dat blijft het voornaamste. Als warmteafgifte niet mogelijk is, probeer het dan te bufferen. En hou het zo eenvoudig mogelijk.”
15% faalkosten bij bouw datacenter
Daarnaast merkte Leon van Ruijven van Croon Elektrotechniek op dat zaken als BIM, Datacenter infrastructure management (DCIM) en Gebouwbeheersystemen (GBS) nog regelmatig aparte eilandjes zijn. “Daarom vormen faalkosten 15% van de initiële kosten om een datacenter te bouwen”, legde hij uit.
In zijn ogen dienen BIM, DCIM en GBS met elkaar in contact te staan. “Dit voorkomt meervoudige invoer en inconsistentie in data. Zorg voor data-integratie en -uitwisseling, bijvoorbeeld met een open standaardenbibliotheek.”
Hij is blij met de toenemende opkomst van BIM in de bouwsector. Maar voor datacentra is dit pas het begin. “Zet DCIM vroeg in bij de bouw van zo’n centrum. Dit wordt namelijk leidend. Je bouwt een vioolkoffer toch ook uitsluitend voor een viool?”
Energierekening: helft van totale kosten
Ook Ed Boerema van Alticom zag een belangrijke rol voor energiebesparing. “Bij onze klanten zorgt de energierekening voor de helft van de totale kosten.” Zijn bedrijf biedt datacenterdiensten aan in 24 hoge mediatorens in Nederland. “Datacentra zijn niet alleen grootgebruikers op het gebied van energie, ze vormen ook een onderdeel van de oplossing om minder CO2 uit te stoten.”
Om hierbij een handje te helpen, heeft Alticom zich aangesloten bij het Europese onderzoeksproject Geyser. Dit project bestaat uit 8 industriële bedrijven en universiteiten. “Naast groene energie en koelen met buitenlucht is de volgende stap flexibele samenwerking van datacentra met de smart city”, lichtte hij toe. Dit gebeurt aan de hand van testen op 4 locaties, onder meer in Roermond. “Hier wisselen we energie, zoals elektriciteit en warmte/koeling, uit met de smart city. We stemmen het energieverbruik van de datacentra optimaal af op de beschikbare duurzame energiebronnen.”
Lokaal energie aanbieden en inkopen
Het huidige streven van Geyser is om een marktplaatsmodel te creëren, om hier lokaal energie aan te bieden en in te kopen. “Daarnaast willen we dat near realtime gereageerd kan worden op de wisselende vraag en aanbod”, aldus Boerema. De testperiode is afgelopen september gestart en duurt nog tot september 2016. Als vervolg zoekt Geyser aansluiting met andere belanghebbendeinvesteerders, zoals regionale netbeheerders, lokale energieproducenten en onderzoeksinstituten.