‘Iconen kunnen zorgen voor circulaire economie’

In het nieuwe, circulaire pand van Unipro in Haaksbergen vond in oktober een Round Table plaats over circulaire economie. “Bedrijven voelen de noodzaak niet om over te stappen naar de circulaire economie. Dit moet de overheid meer stimuleren.”

In het voorjaar van 2014 heeft koningin Maximá het nieuwe pand van Unipro geopend. Op het industrieterrein ‘Stepelerveld’ in het Twentse Haaksbergen denkt deze fabrikant van onder meer lijm en gietvloeren sindsdien mee welke bedrijven zich hier nog meer mogen vestigen. “Samen met de gemeente willen we hiervan een duurzaam industrieterrein maken”, vertelt gastheer Maurice Beijk. Hij is 3 jaar geleden speciaal aangenomen als specialist duurzaam om voor dit gebouw te zorgen. “Dit gebouw is volledig demontabel en heeft een GPR-score van 8,66 gehaald voor zijn duurzaamheidsprestaties.”

Samenvatting van de Round Table Circulaire Economie. Klik op de afbeelding voor een uitvergroting.

Naast Beijk nemen ook Berry ten Pas van Draaijer en partners, Debra de Leest van Interface, Gilbert de Nijs van Deerns, Peter Musters van VBI en Tessa van der Meer van Desko aan het gesprek deel. Laatstgenoemde opent met de stelling dat circulaire economie belangrijk is als systematische oplossing voor het probleem van een grondstoffentekort en -verspilling. “Het draait niet alleen om het tekort”, reageert Musters. “De basis is een maatschappelijke reden, dus de winning van materialen an sich en op de juiste manier gebruiken, dus ze niet te downgraden.”

Maak circulaire economie visueel

Ten Pas denkt dat dit niet eenvoudig te bewerkstelligen is. “Personen en bedrijven voelen vooralsnog de noodzaak niet. De overheid moet dit meer stimuleren, anders gebeurt dit niet.” Van der Meer vindt dat de overheid haast moet maken om dit onderwerp aan consumenten visueel te maken. “Dan zien mensen het belang pas. Ik erger me soms aan wat voor een spullen mensen bij de afvalbak zetten, wat eigenlijk nog gebruikt kan worden. Tal van mensen komen echter niet met de circulaire economie in aanraking.” Volgens De Leest moet hiervoor eerst het besef komen om over te stappen naar een circulaire economie. Hierover is Ten Pas echter somber: “Dan moet er eerst een ramp gebeuren.”

Bij De Leest kwam het besef toen ze plastic ging verzamelen om dit te kunnen scheiden van het overige afval. “Ik schrok ervan hoeveel plastic ik in een week verzamelde.” Ten Pas denkt dat dit besef start bij de volgende generatie. “Creëer bij hen het bewustzijn om over te stappen naar een circulaire economie.” Volgens Van der Meer kunnen hierbij iconen een belangrijke rol spelen. “Zet bekende Nederlanders of bekende bedrijven in om tot een circulaire economie te komen. Zo zou fastfoodketen McDonalds het mogelijk moeten maken om afval te scheiden.”

Te weinig kennis bij overheid

Volgens Beijk wil de overheid wel de overstap maken, maar is de kennis nog te weinig aanwezig. “Naar aanleiding van mijn presentaties krijg ik regelmatig vragen vanuit overheidsinstanties”, vertelt hij. “Soms schik ik van hun gebrek aan kennis. Zo krijgt de overheid het intern bij haar facilitaire dienst en technische zaken niet over de bühne, laat staan dat ze dit naar buiten kunnen communiceren. Hetzelfde geldt voor 14 gemeenten in de provincie Overijssel.” Ten Pas denkt niet dat de overheid de aangewezen partij hiervoor is. “Regelgeving loopt altijd achter de feiten aan.”

Hoogste vorm van duurzaamheid

Musters maakt de koppeling naar de bouwsector. “In onze wereld ligt veel belang bij de gebouweigenaar. Het zou goed zijn als hij meer kijkt naar de restwaarde van een gebouw bij demontage en hergebruik in plaats van de sloopkosten. De hoogste vorm van duurzaamheid is namelijk afval voorkomen.”

Beijk ziet hierin langzaam verandering komen. “Kijk maar eens naar PPS-constructies, mits dit goed aangepakt is. Ze zouden keuzes moeten maken op basis van langdurigheid. Gelukkig begint dit het en der te veranderen.” Daarnaast pleit hij voor bouw op basis van de levensloopcyclus van producten (LCA’s). “Bij de totstandkoming van dit gebouw heb ik ook de circulaire gedachtegang in mijn achterhoofd gehouden, daarom is het volledig demontabel.” De Leest meldde dat de voorschrijvers een belangrijke rol hierbij spelen. “Bij hen valt nog een stap te maken”, zo vindt ook De Nijs.

Maak circulaire producten goedkoper

Ten Pas spreekt de vrees uit dat bedrijven terugvallen in hun oude gewoonte, nu het weer beter gaat met de economie. “Het moet daadwerkelijk goedkoper worden om circulaire producten te kopen.” Volgens Musters ligt het belang niet bij de aannemer. “Het gaat om de opdrachtgever, hij moet duurzaam willen bouwen. Want voorlopig speelt in de bouw nog steeds de vraag ‘Wat wil je?’ de grootste rol.”

Daarom denkt De Leest dat het belangrijk is om buiten de sector te kijken. “Hierbij spelen verbinders een belangrijke rol”, weet De Nijs. Beijk sluit zich hierbij aan. “Ik merk dat partijen elkaar goed weten te vinden. Als je durft te verbinden, dan volgt het werk vanzelf.” Ook Musters ziet hiervan het belang in. “We kunnen het namelijk niet alleen.” 

Foto bovenaan: van links naar rechts Berry ten Pas, Peter Musters, Tessa van der Meer, Debra de Leest, Gilbert de Nijs en Maurice Beijk.

Deel dit artikel

permalink