Auteur: Tim van Dorsten
‘De eindgebruiker vindt de warmteprijs het belangrijkste, maar keuzevrijheid en transparantie volgen direct. Kijk naar lokale burgerinitiatieven en leer van energiecoöperaties. De warmtesector kan alleen succesvol zijn als ze begrijpt wat de bewoners willen.’ Dit waren enkele conclusies van het DWA-seminar ‘Warmtenetten: klaar voor warm onthaal?’.
"Wat moet er gebeuren zodat consumenten op z'n minst neutraal zijn over hun aansluiting op een warmtenet en mogelijk juist positief gaan denken over een warmtenet? Welke rol is hierbij weggelegd voor energiecoöperaties?’ Met die centrale vragen trapte DWA-managing partner Hans Buitenhuis het seminar begin oktober in Bodegraven af.
Volgens hem is het imago van warmtenetten in Nederland namelijk niet geweldig. Vaak stonden tijdens het seminar dan ook de perceptie en betrokkenheid van de consument centraal. Ook de aanwezige huurders en eindgebruikers kregen het woord voor hun visie en vragen.
Meerdere routes mogelijk
Peter Heijboer van DWA presenteerde verschillende routes om tot een verduurzaamde bestaande bouw te komen. “Zo zorgt Energiesprong voor nul-op-de-meter bij rijtjeswoningen. Een andere manier is bijvoorbeeld door in een galerijflat geisers te vervangen door warmte-units en rendabele besparingsmaatregelen.”
In dit laatste geval zorgt een warmtenet voor de warmteversnelling. “Deze route heeft veel potentie voor snelle verduurzaming van binnenstedelijk gebied: deze oplossing is het meest kosteneffectief. Zeker bij optimale omstandigheden voor een warmtenet, waarbij de meeste gebouwen in de (deel)wijk in hetzelfde jaar op dit warmtenet worden aangesloten”, meldde hij. “En uit het project van de galerijflat blijkt dat een warmtenet tot minder zonnepanelen leidt dan in de nul-op-de-metervariant. Dit komt goed uit, omdat een flat minder dakoppervlak heeft.”
Wat de maatregelen ook zijn, uiteindelijk willen huurders volgens hem slechts 1 garantie: “Het mag niet duurder worden dan hun huidige energierekening.”
Huis snel verwarmen
Ook beleidsadviseur energie Claudia Umlauf van Vereniging Eigen Huis (VEH) herkent dit bij haar leden. “Consumenten willen dat hun huis snel warm is, zonder dat dit veel kost. Als ze hiermee kunnen bijdragen aan een beter milieu, dan is dit mooi meegenomen. Maar niet meer dan dat.”
Van de 600.000 huishoudens die afhankelijk zijn van warmtenetten, zijn er zo'n 250.000 eigenwoningbezitters. “Zij betalen jaarlijks gemiddeld € 2.000 aan energie en met een aansluiting op een warmtenet wordt dit bedrag jaarlijks € 100 tot € 275 hoger. Daarnaast klagen onze leden over onduidelijke definities, slechtere isolatie, een aansluitbijdrage en een gebrek aan helderheid. Waarom moet restwarmte zo duur zijn voor consumenten?”
Het voornaamste volgens Umlauf is dat 57% van de consumenten de keuze in eigen hand willen hebben op het gebied van warmteregeling. “Daarnaast dient er een level playing field met andere energiebronnen te zijn. Een lage energierekening en volledige transparantie over de opbouw van de warmteprijs, dat is belangrijk voor consumenten.”
Lokale warmte-initiatieven
Daarom ontstaan er steeds meer lokale initiatieven, op het gebied van warmtenetten. Zo liet onderzoeker Anne Marieke Schwenke weten dat een lokaal energiebedrijf in Den Haag warmte wil halen uit een afvalwaterzuivering en gebruikt de Amsterdamse Jaap Eden IJsbaan restwarmte om de ijshal en het restaurant te verwarmen. “Die lokale initiatieven bieden voor anderen een oplossing om een warmtenet te ontwikkelen en zo zelf gebruik te maken van duurzame warmte.”
Tijdens een debat over de wil van de eindgebruiker zei Pim Dumans van woningcorporatie Woonstad Rotterdam dat het om 3 zaken gaat: “Prijs, duurzaamheid en keuzevrijheid. Het gaat erom hierin de juiste balans te vinden.” Gerwin Verschuur, directeur van lokale coöperatie Thermo Bello, legde de nadruk op het voordeel van het door de wijk laten regelen. “Keuzevrijheid motiveert de bewoners sterk, Vanwege ons lokale initiatief zijn bewoners zeer betrokken en willen ze aan het warmteproject verbonden blijven. We doen ons best, maar de prijzen kunnen niet onder de gangbare warmtetarieven komen. Dankzij de inzet van vrijwilligers in de wijk redden we het wel.”
Daarnaast sprak Siward Zomer van Windvogel over het belang om binnen de sector met 1 mond te spreken. “Zo geven we de consument duidelijkheid.” Zomers coöperatieve vereniging ter bevordering van duurzame energie exploiteert 6 windturbines, dankzij de participatie van burgers. “Dit doen we met windenergie en gaan we regelen met warmte.”
Samenwerking en toekomstbestendig
De presentaties over nationaal, regionaal en gemeentelijk warmtebeleid hadden als kernboodschap: steden kunnen niet zelfstandig duurzaam worden, regionale samenwerking is nodig. Duurzame Energie Koepel-voorzitter Teun Bokhoven vertelde dat het energieakkoord belang hecht aan het versnellen van de transitie van verwarming van de gebouwde omgeving met gas naar verwarming met duurzame opties. “20 jaar om de transitie door te maken is relatief kort en vergt grote inspanning van alle partijen. Niet voor niets zijn 7 ambtenaren vrijgemaakt om de Warmtewet te herzien en implementeren. Nu is het tijd om vast te leggen in welke ontwikkelingen we investeren, zodat iedereen hierop kan voorsorteren.”
Dumans daagde een energieleverancier uit: “Maakt me niet uit hoe, maar bied een maatwerk tariefstelsel aan die wij voor onze bewoners willen. En wat moeten wij als corporatie dan betalen?” Hiermee bekeek hij de vraag aan de leverancier vanuit een ander licht dan gangbaar in 1 van de 4 korte pitches. Ook de ervaringen van 3 andere praktijkcases kwamen in de pitches aan bod. Shira Hollanders van Alliander DGO vertelde over het visualiseren, tastbaar maken en praktische informatie heel concreet maken voor huiseigenaren. Michael Boddeke van duurzame energiecoöperatie Apeldoorn deA wil het huidige warmtenet in Apeldoorn uitbreiden, zodat de coöperatie de hernieuwbare warmte van de aangeplante energiebosjes over 8 jaar kan inzetten.