‘Sloopbestek van nieuwe Venlose gemeentehuis is al klaar’

In de Cradle2Cradle-hoofdstad van de wereld – Venlo – vond in september een roundtable over Gebiedsontwikkeling plaats. “Kijk verder dan je eigen straatje. Als iedereen er beter van wordt, dan wordt ook het totaal beter.” 

Met een Cradle to Cradle (C2C)-gemeentehuis in wording, een C2C-sporthal en enkele scholen – HAS Hogeschool en Universiteit Maastricht – met verregaande aandacht voor dit gedachtengoed, heeft de gemeente Venlo zich goed op de internationale kaart gezet. Bezoekers uit de hele wereld komen dan ook naar Venlo.

De samenvatting van de Round Table over Gebiedsontwikkeling. Klik op de afbeelding voor een uitvergroting.

“Een stel uit Berlijn vroeg me zelfs naar de C2C-wandelroute”, vertelt Michel Weijers, algemeen directeur van gastheer C2C ExpoLAB. “Daarnaast zendt een Zuid-Afrikaanse televisiezender later dit jaar een documentaire over Venlo uit, met daarin veel aandacht voor deze visie. Daarom werken we nu aan een wandelroute, ook met oog op het internationale C2C-jaar in 2016.”

Beleid afstellen op duurzaamheid

Deze Venlose stichting is oorspronkelijk opgericht als puur gemeentelijke instelling, maar geeft inmiddels ook advies aan het bedrijfsleven over onder andere het gebruik van materialen. Sinds dit jaar staat C2C ExpoLAB dan ook los van deze Limburgse gemeente. Tussen advies en uitvoering bestaat een groot verschil, zo Weijers. “Dit is alleen haalbaar als het beleid hierop wordt afgesteld”, vindt Optigroen-directeur Henk Vlijm. “Wij kunnen namelijk allerlei zaken bedenken. Maar zolang dit niet in het beleid vastligt, verdwijnt duurzaamheid op de werkvloer. Dat komt ook omdat we in Nederland op het gebied van duurzaamheid niets verplicht durven te stellen.”

Directeur Bart Schinkel van ParkeerInfo.biz beaamt dit. “Zeker bij gebiedsontwikkelingen, dat zijn langdurige processen. Als je duurzame zaken van tevoren verankert, hebben ze de meeste kans van slagen.”

Iets anders dan duurzaamheid

Naast zijn functie als C2C ExpoLAB-directeur werkt Weijers twee dagen per week als projectmanager voor de gemeente Venlo. In die laatste hoedanigheid heeft hij deze Limburgse gemeente geadviseerd om bij de bouw van haar nieuwe gemeentehuis voor Cradle to Cradle te kiezen. “Duurzaamheid slaat vaak op efficiëntie en komt zo dus regelmatig alleen maar uit op energiebesparing”, legt hij uit. “Wij wilden iets anders en kwamen zo uit op Cradle to Cradle.” Vlijm snapt zijn keuze. “Duurzaamheid stopt meestal na veertig jaar, dan is het gebouw op.”

Arno Kleine Staarman van Aranto opteert daarom voor het volgende: “Het is belangrijk om mensen niet te verplichten, maar te verleiden om voor meerwaarde te kiezen.” Seniormanager Tjalling Hofstra van Brink Groep is hiermee eens. “Mede dankzij technologische ontwikkelingen kunnen we het gevoel van meerwaarde handen en voeten geven.”

C2C als objectief middel

Hiervan is Jan-Jaap Blüm van Ballast-Nedam geen voorstander. “Het is beter als bedrijven elkaar op een hoger abstractieniveau vinden. Hierbij kan Cradle to Cradle als objectief middel dienen. Als bedrijven elkaar dan vinden, kunnen ze in hun eigen straatje ermee aan de slag.” Kleine Staarman vult hem aan: “En de doorvertaling maken.”

Hofstra pleit ervoor dat bedrijven verder kijken dan hun eigen straatje. “Als iedereen er beter van wordt, dan wordt ook het totaal beter.”

Verzekeraars laten pitchen

Heijmans-directeur Strategie en Beleid Robert Koolen merkt op dat het niet eenvoudig is om een verzekeraar te vinden, die investeert in een wijk waarin de bewoners gezonder blijven dankzij de gebruikte C2C-materialen. “Er bestaan wel mogelijkheden om gezondere wijken/leefgebieden te creëren. Ondanks hun lagere schadelast dekken verzekeraars de investeringen hiervoor niet.”

VBI-manager Marketing & Innovatie Olivier Hamers snapt niet dat Heijmans dit niet toch doorzet. “Je gelooft er toch in?” Blüm heeft een ander idee: “Hou een pitch en laat verzekeraars hierop reageren. Dan krijg je gegarandeerd geïnteresseerden.” Zelf komt Koolen ook met een idee. “Breng als slogan naar buiten: ‘Als je in deze wijk woont, leef je vijf jaar langer.’”

Hofstra vindt dat bij een gebiedsontwikkeling de gemeente faciliterend op moet treden. “Zeker bij een gebiedsontwikkeling, waarbij meerdere partijen betrokken zijn. Zij kan de voortrekkersrol invullen en inzicht bieden.” Volgens Blüm werkt dit niet. “De gemeente kan geen afweging maken. Zo’n project komt pas van de grond als een marktpartij zich ermee bemoeit. Kijk maar eens het Rotterdamse Hart van Zuid en het Food Center Amsterdam.”

Gemeentehuis als grondstoffenbank

Terug naar de gemeente Venlo. Volgens Weijers had de gemeenteraad in 2008 nog niet echt een idee wat het implementeren van het principe voor de stad concreet zou betekenen. “Ze koos voor Cradle to Cradle vanwege economische prikkels”, legt hij uit. “Hierbij speelde de terugverdientijd een belangrijke rol.”

Volgens hem zijn de eerste positieve effecten op basis van de cashflow binnen twee jaar zichtbaar. “Ik vergelijk het met mijn zonnepanelen, die hebben in totaal € 13.000 gekost. Voor dit bedrag heb ik een lening afgesloten. Per maand los ik € 85 af, maar mijn energierekening is € 100 lager.”

Daarnaast geldt het nieuwe gemeentehuis als een grondstoffenbank. “We bouwen dit demontabel en het sloopbestek is inmiddels klaar. In potentie bevat dit gebouw meer dan € 5 miljoen aan grondstoffen.” Volgens hem is dit belangrijk. “Over 40 jaar kan dit kantoor een nieuwe functie krijgen. Dit is ook mogelijk op gebiedsniveau.”

Volgens Koolen is multifunctionaliteit hierbij van belang. Dit beaamt Schinkel. “Zo is de meerwaarde van een parkeerplaats, het niet-parkeren. Een parkeerplaats staat meer leeg dan vol.” Volgens Hamers leidt dit tot de conclusie: “Het uitgangspunt is dus de circulaire economie.”

Foto bovenaan, van links naar rechts: Henk Vlijm, Robert Koolen, David Wesdorp, Bart Schinkel, Jan Jaap Blum, Arno Kleine Staarman, Michel Weijers, Olivier Hamers, Tsjalling Hofstra.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Arno Kleine Staarman