Auteur: Gerrit Tenkink
Als we praten over de circulaire economie, dan wordt er al snel gedacht aan het hergebruik van producten en materialen om er zo voor te zorgen dat grondstoffen hun waarde behouden. Ook de Stichting Circulaire Economie (SCE) streeft dat doel na, maar probeert, bijvoorbeeld in de bouw, dat te bereiken door het hervormen van de keten.
“We willen met harde producten een zachte beweging in gang zetten. In de bouwkolom zijn we bijvoorbeeld steeds vaker op zoek naar creatieve coalities en nieuwe businessmodellen”, zegt SCE-voorzitter Erick Wuestman, die daarmee een stap verder gaat dan het hergebruik van materialen.
De Stichting Circulaire Economie (SCE) heeft zich als doel gesteld aanjager en innovatieplatform te zijn van de circulaire economie rondom interieur, (ge)bouwen, installaties, facilities en mobiliteit. Als spin in het (circulaire) web brengt SCE overheid, onderwijs en ondernemers bij elkaar en begeleidt hen in het realiseren van circulaire resultaten. Dat gebeurde onlangs bij een bijeenkomst bij de hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) , waar ondernemers, studenten en docenten met elkaar in gesprek gingen. Wuestman tracht zijn visie over te brengen bij alle partijen. “Je kunt de totale bouw door een circulaire wasstraat halen. Wij willen bijvoorbeeld de stoelenproducent bewust maken dat het recyclen van plastic niet genoeg is.”
Aanbesteden 3.0
Als voorbeeld noemt Wuestman de in de bouw bekende DBFMO-constructie, waarbij de architect een opdracht krijgt toegeschoven, die al zover is ingekaderd dat er minimaal ruimte is voor eigen invulling en zonder een goede wisselwerking met de klant. De manier waarop nog steeds het hedendaagse aanbesteden plaatsvindt ( Wuestman noemt het aanbesteden 1.0) is dat meerdere partijen inschrijven op een Programma van Eisen (PvE), dat is opgesteld door een opdrachtgever.
Erick Wuestman: "Je kunt de totale bouw door een circulaire wasstraat halen."
Na allerlei selecties komt de gunning en de realisatie bij één partij terecht. Voor de andere partijen betekent dat veel reken-en tekenwerk en dus ook kennis weggegooid geld is. “Bij het Nieuwe Aanbesteden 3.0 wordt een Plan van Prestatie (PvP) neergelegd op visieniveau. Na de aanbesteding blijft er een coalitie over, die doorlopend met de bouwende partijen en andere steakholders in gesprek blijft om te zorgen dat de klant optimaal wordt gefaciliteerd. Wij beginnen aan de Operate-kant. Bij het ontwerp schuiven we ook de vraag naar voren wat we bijvoorbeeld met het schoolgebouw gaan doen op het moment dat er minder kinderen zijn. Dat is een reële vraag in krimpende regio’s. De volgende vraag is dan of je een bepaald deel van het gebouw kunt ontkoppelen en de materialen kunt hergebruiken. De derde vraag: Hoe ga je je gebouw weer herinrichten en transformeren van school naar bijvoorbeeld en verzorgingstehuis? Bijvoorbeeld het gevelmateriaal vervangen en hergebruiken. Het zijn allemaal vragen die we op het bordje van de architect neer moeten leggen”, zegt Wuestman, die erop wijst dat het vooral een verandering van mindset is waar het wat hem betreft om draait.
“De klant wil ontzorgd worden, dus hij moet helemaal niet zeggen dat hij zeven klaslokalen wil, maar dat hij 200 leerlingen optimaal les wil geven. Geef dan vervolgens de coalitie de ruimte om dat in te vullen. Maar laat hen, samen met de bouwende partijen, de financiers en de rest van de steakholders blijvend verantwoordelijk zijn voor geleverde prestaties en desnoods meedelen in de winst en zij zullen optimaal gemotiveerd zijn om maximaal te (blijven) presteren.”
Nieuwerwets aanbesteden
Wuestman is zich ervan bewust dat zijn verhaal vooral in de traditionele bouwkolom voor veel vraagtekens zorgt. Toch is hij ervan overtuigd dat vroeg of laat het kwartje valt, te beginnen aan de kant van de opdrachtgever. “Met alle respect, maar de gemiddelde opdrachtgever weet niets van nieuwbouw. Maar als leek moet hij wel de architect en het adviesbureau, aansturen. Die komen met allerlei concrete vragen over de invulling, terwijl hij, de opdrachtgever, in het begin nauwelijks weet waarover hij praat. Die efficiëntere herindeling van de bouwkolom zorgt ervoor dat er bij de bouw al wordt nagedacht over een volgende functie of eventueel ontmanteling. Dat alles past precies in het plaatje van de circulaire economie.“