Energiesprong maken met warmteversnelling (deel 1)

Corporaties en andere vastgoedeigenaren kiezen momenteel veelvuldig voor het ombouwen van collectieve verwarmingssystemen naar individuele gasketeltjes. Een gemiste kans, want we binden bewoners en gebruikers daarmee voor lange tijd aan aardgas; een niet duurzame energieoptie met onvoorspelbare prijsstijgingen in de toekomst. Welke goede alternatieven zijn er naast het individueel verketelen? In deel één van een artikelreeks van drie artikelen vergelijken we verschillende routes waarmee bestaande woningen zijn te verduurzamen. 

De achtergrond van de genoemde verketeling is wel helder. Door de Warmtewet zijn collectieve systemen onaantrekkelijker geworden en zijn tarieven vaak naar boven bijgesteld. Corporaties, vastgoedeigenaren en VvE’s hebben er een administratieve last bij en dragen extra risico’s. Wat bedoeld was als bescherming voor de eindgebruiker is een last voor anderen geworden. De Warmtewet stimuleert onbedoeld het individueel verketelen van wooncomplexen en brengt de verduurzamingskansen op achterstand.

Welke goede alternatieven zijn er naast het individueel verketelen? In deze artikelreeks vergelijken we de verschillende routes waarmee bestaande woningen zijn te verduurzamen. Hoe presteren all electric concepten waarmee het
nul-op-de-meterprincipe is te bereiken ten opzichte van duurzame warmtenetten? En welke combinaties zijn er te maken met renovatie en verbeteringen in schilisolatie?

Duurzame warmtenetten bieden grote kansen voor verduurzaming van bestaande hoogbouw in binnenstedelijk gebied. Warmtenetten hebben eigenlijk maar één werkelijk probleem: een slecht imago. Er wordt al snel gedacht aan klassieke stadsverwarming, geëxploiteerd door een monopolist met gedwongen winkelnering in de vorm van een aansluitverplichting. We geven aan hoe dit is te verbeteren.

Nul-op-de-meter concept

De laatste jaren is vanuit het Energiesprongprogramma het nul-op-de-meterconcept ontwikkeld voor nieuwbouw en vergaand te renoveren bestaande bouw. Dit concept combineert vergaande schilisolatie van de woning, laagtemperatuurverwarming en een elektrische warmtepomp. De aardgasaansluiting kan vervallen. Het gehele elektriciteitsverbruik van de woning wordt gedekt door op de woning te plaatsen pv-panelen. Dit concept wordt betaalbaar gemaakt door de energierekening van een woning om te slaan in een investeringsbudget van zo’n € 30.000,- tot 40.000,-. De bewoners krijgen de garantie dat zij geen energierekening meer hebben, mits de bewoners binnen een zekere bandbreedte blijven qua huishoudelijk energieverbruik. Het bedrag dat de bewoner voorheen kwijt was aan de energierekening, wordt vertaald in een vast bedrag dat als ‘huurverhoging’ in rekening wordt gebracht. Per saldo behouden bewoners dus dezelfde woonlasten. Omdat dit vaste bedrag met de consumentenindex wordt gecorrigeerd, zijn bewoners beschermd tegen energieprijsstijgingen.

Het Energiesprongprogramma richt zich op woningen die een ingrijpende woningverbetering (levensduurverlenging met dertig tot vijftig jaar) ondergaan. Er wordt dan fors geïnvesteerd in de totale woningverbetering. De extra moeite om te investeren in het nul-op-de-meterconcept is dan relatief klein. Op korte termijn kan dit niet voor alle woningen uitgerold worden, omdat ingrijpende renovatie en het daarbij behorende budget slechts voor een klein segment woningen beschikbaar is binnen de meerjarenplanning van corporaties.

De investering voor de levensduurverlengende renovatie naar nul-op-de-meter is momenteel
€ 60.000,- tot 80.000,- per woning. De uitdaging voor de bouwsector is om dit bedrag de komende jaren te reduceren door verdere standaardisatie en fabrieksmatige aanpak van de renovatie. De proefprojecten met het nul-op-meterconcept van de afgelopen jaren zijn gericht op rijtjeswoningen. Bij dit type woningen is voldoende dakoppervlak aanwezig voor de benodigde pv-panelen die ook het huishoudelijk elektriciteitsgebruik kunnen dekken. Voor gestapelde bouw is dit dakoppervlak niet beschikbaar en moet naar andere oplossingen worden gezocht.

Bekijk de afbeelding op volledige grootte

De warmteversnelling

Een andere wijze van verduurzamen is de combinatie van besparingsmaatregelen op woningniveau met duurzame warmteopwekking op gebiedsniveau. Laten wij dit de warmteversnelling noemen. De warmteversnelling is toepasbaar in gebieden waar warmtelevering mogelijk is vanuit een duurzame bron zoals biomassa, geothermie of restwarmte. De warmteversnelling gaat uit van een warmtenet als toekomstige energiedrager in plaats van gas of all-electric.
De warmteversnelling is naar gelang de renovatieplannen te combineren met verbeteringen in de gebouwschil en ventilatie van de woning. De gebouwgebonden maatregelen en de warmtenetaansluiting zijn op zichzelf staande elementen en hoeven niet gelijktijdig uitgevoerd te worden. Schilisolatie kan gedurende de levensloop van het complex worden verbeterd, op momenten dat bijvoorbeeld kozijnen en daken vanuit het meerjarenonderhoudsplan aan vervanging toe zijn. Dit maakt de warmteversnelling ook geschikt voor jonger vastgoed.

Artikelenreeks 'Energiesprong maken met warmteversnelling'

Delen twee en drie van deze artikelenreeks worden respectievelijk op 8 en 10 juli gepubliceerd. In deel twee zien we hoe de verschillende verduurzamingsopties presteren. Deel drie zoomt in op warmteversnelling in de praktijk en hierin presenteren we tevens oplossingen.

Auteur: Peter Heijboer, DWA

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Peter Heijboer