Circulariteit - wanneer eten we uiteindelijk onszelf weer op?

Het toppunt van recycling is sado-kannibalisme. Het nadeel is alleen dat als iedereen zichzelf als ‘levensmiddel’ gebruikt, dat leven vanzelf snel ophoudt. Paradox.

Het lijkt flauw, maar het jezelf opeten heeft alles te maken met circulariteit. In een volledig circulaire economie komt alles terug tot de essentie: nutriënten en mineralen die we als organismen eten. Dat geldt zelfs voor de bouw, waar – zo kennen we het Cradle to Cradle dogma – alle producten uiteindelijk van zuivere vernieuwbare bronnen afkomstig moeten zijn, of van ‘technische’ materialen die tot in de eeuwigheid kunnen worden hergebruikt. De laatste strategie zal uiteindelijk ook neerkomen op ‘zuivere’ producten, die ongevaarlijk terug kunnen keren in de natuur. Want uiteindelijk belandt elk stukje product in die natuur.

Nog niet zo eenvoudig

Sluiten van kringlopen is nog niet zo eenvoudig als je het thuis zelf probeert. We zetten nog steeds in te rap tempo afvalzakken aan de straatkant. De hoeveelheid ongesorteerd huisvuil is flink afgenomen sinds eerst glas, toen paper, toen GFT-afval wel en toen op veel plekken weer niet, toen plastic en toen kleine huishoudelijke apparaten apart ingezameld werden. Voorál door het scheiden van plastic: de gebruiksduur van een KOMO-vuilniszak is zienderogen opgerekt sinds we plastic verpakkingsmateriaal in aparte (plastic) tassen verzamelen. In vergelijking met de ons omringende landen lopen we nog achter op één onderdeel: blik en ander metaal wordt in bijna alle landen om ons heen apart ingezameld. In Nederland gaan we ervan uit dat de afvalverwerkingscentrales deze en vergeten stromen met filter-, blaas-, drijf-, schuim-, magnetische en handmatige technieken alsnog gescheiden worden van de bulk en dat zij daarmee de allesbrander ontlopen.

Wie erop let, merkt dat de meeste producten in huis nog niet zo eenvoudig te scheiden zijn. Denk aan geplakte en verkleefde andere materialen, nietjes in folders, geplastificeerd papier en ga zo maar door. En dan heb ik het nog niet over de zogenaamde ‘monstrous hybrids’, de vermengde materialen die niet meer te delen zijn. Onze economie is wat dat betreft nog lang niet circulair. Het zal nog even duren voordat we weer een stukje van ons eigen huishouden op het bord hebben.

Het zal moeten

In de bouw is de doelstelling wellicht nog complexer als we weten hoe ingewikkeld sommige materialen in elkaar zitten, met hun artificiële toevoegingen en eerder genoemde vermengingen, laat staan de samengestelde producten in de bouw, laat helemaal staan de integrale producten die wij gebouwen noemen. En toch zal het moeten. De eerste stappen naar volledige circulariteit worden gezet, en zodra iedereen rond 2020 doorheeft hoe hij een energieneutraal gebouw maakt, zal circulariteit de nieuwe inhoudelijke en procesmatige uitdaging vormen.

Circularity in the Built Environment

Wilt u niet wachten tot 2020 en een voorschot nemen op de economie van na 2020, dan kunt u het symposium Circularity in the Built Environment eigenlijk niet missen. Woensdag 1 juli aanstaande op de Faculteit Bouwkunde van de TU Delft. 

Foto: Faculteit Bouwkunde TU Delft, door Rob 't Hart

Het symposium behandelt de laatste ontwikkelingen op het vlak van circulaire bouw, vanuit de wetenschap en vanuit de markt. Stientje van Veldhoven (D66, verkozen tot duurzaamste kamerlid), Steven Beckers (circulair architect), Coert Zachariasse (Delta Projectontwikkeling, nr 1 duurzame vastgoed top 50 in 2014, tevens expert bij Duuraam Gebouwd) en – ja, ze is terug! – Anne-Marie Rakhorst (expert bij Duurzaam Gebouwd) verzorgen keynotes op het symposium dat ook interessante, interactieve workshopsessies kent.

We gaan elkaar en onszelf niet opeten, maar de catering zal duurzaam zijn. Dus wees niet bevreesd en meld u aan!

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door TU Delft