De 5 G’s van een succesvolle renovatie

Voor een succesvolle renovatie zijn niet alleen 3 G’s – gebouw, gebruiker en geld – nodig, maar juist ook extra 2 G’s: gezond verstand en gedrevenheid. Dit bleek tijdens de Round Table over Renovatie en Transformatie bij het ingenieursbureau DGMR.

De Haagse locatie van DGMR was in mei gastheer van de Round Table over Renovatie & Transformatie. In dat kader toonde moderator en senior adviseur duurzame leefomgeving Douwe de Jong trots het meest opvallende project waaraan hij de afgelopen tijd heeft gewerkt: het Rijksmuseum.

De samenvatting van de Round Table over Renovatie en transformatie. Klik op de afbeelding voor een uitvergroting.

Zo’n enorm project is een uitzondering, gaf hij toe. “De grootste renovatieopdracht ligt bij flatgebouwen uit de jaren 50 en 60.” Dit beaamde Reynaers-projectmanager Theo van der Meijden. “Samen met onder meer Rockpanel hebben we meegeholpen aan de renovatie van De Weezenhof. 15 portiekflats in Nijmegen zijn compleet vernieuwd.” Daarbij pleitte hij voor meer standaardisering. “We vinden het wiel steeds opnieuw uit.”

Volgens De Jong is het daarom belangrijk om kennis met elkaar te delen. Hierbij sloot Melanie Bloem, Deerns-manager Adviesgroep VOC, zich aan. “Volgens mij gaat iedereen transparanter om met kennis.” In de ogen van Unica Ecopower-directeur Jan-Maarten Elias draait het vooral om het toepassen van deze kennis om ambities waar te maken. “Zeker als je je van de rest wil onderscheiden. Dat maakt een bedrijf uniek en attractief om mee samen te werken.”

Externe financiers

Bouwbedrijf De Vries en Verburg-planontwikkelaar Quincy Meurs liet weten dat een project niet van de grond komt, als het financieel onhaalbaar is. “In Almere staat een leeg kantoorpand, dat eigendom van Syntrus Achmea is en dat USG huurt. De gemeente wil dit transformeren naar kleine appartementen van 40 m2, maar krijgt de financiering niet rond.”

Van der Meijden vertelde dat Heijmans een samenwerkingsverband met de Franse bank Crédit Agricole als externe financier bij zijn projecten heeft betrokken. “Dat bedrijf zegt dan: ‘Oké, aannemer, garandeer dan ook maar het onderhoud voor de komende 15 jaar. Dan houden we de exploitatiekosten in de hand.’”

Dit gebeurt bijvoorbeeld bij de renovatie van scholen met te weinig liquide middelen en voor diverse gestapelde-woningbouwprojecten, legde hij uit. “Sinds dit jaar zijn scholen verantwoordelijk voor het onderhoud van hun panden, maar het geld ontbreekt hiervoor. Dankzij de financiële hulp van Crédit Agricole zorgt Heijmans voor een totale renovatie, zodat deze gebouwen de komende 15 jaar spik en span zijn. In België is AG Real Estate bezig met het bouwproject Scholen voor Morgen. Hierbij gaat het om de realisatie van 164 scholen in een PPS-constructie, waarbij de aannemer ook 15 jaar het onderhoud moet garanderen. De markt biedt kansen, als je ze maar ziet.” Strikolith-projectadviseur Claudia Koppenhagen zag ze ook. “Met subsidie is het mogelijk om monumentale panden te renoveren.

Gezond verstand en gedrevenheid

Volgens Elias helpt een ambassadeur of regiehouder bij een succesvolle renovatie. “Vanaf dag 1 weet hij wie de huurders zijn en verbindt hij alle partijen. Stevige, meefinancierende partijen geven hem ondersteuning. Hierbij is het wel belangrijk dat de regiehouder een goede visie heeft, zeker als het project complex wordt.”

Meurs denkt bij een succesvolle renovatie aan 3 G’s: “Gebouw, gebruiker en geld. Als 1 van de 3 ontbreekt, moet je leuren en wordt het lastig.” Hierop reageerde Elias: “Dat heb je nog de G’s van gezond verstand en van gedrevenheid, die zijn ook hard nodig.”

Aanpasbaarheid en flexibiliteit

Op De Jongs vraag of duurzaamheid een blok aan het financiële been is, reageerde Bloem dat ontwikkelaars dit belangrijk vinden voor vastgoed met oog op de toekomst. “Hiermee profileren ze zichzelf en huurders zijn eerder bereid naar een duurzaam gebouw te gaan.” Volgens haar hebben ontwikkelaars nu een ruimere visie over duurzaamheid. “Ze kijken nu ook naar aanpasbaarheid en flexibiliteit.”

Projectmatig gelooft Van der Meijden hierin. “Maar seriematig ligt het initiatief bij corporaties en vaak zijn dit speeltjes van de bestuurders. Zo renoveren ze 12 woningen duurzaam, terwijl aan de overkant van de straat 150 woningen met enkelglas staan. Is duurzaamheid dan een marketingtool? Wat moet er gebeuren zodat de duurzame bouw structureel plaatsvindt?”

Meurs’ overtuiging is dat de overheid duurzaamheid moet stimuleren. “Vergelijk het met de antirookcampagne: sinds de overheid zich hiermee bemoeit, daalt het percentage rokers in Nederland enorm.” Volgens DMGR-adviseur duurzame leefomgeving Mirjam Aarden is bij ieder bedrijf iemand nodig met een passie voor duurzaamheid. “Hij zet de benodigde extra stap.”

Nederland polderland

In de ogen van Dominique Goven van Rockfon is Nederland verder dan België op het gebied van duurzaamheid. “België richt zich alleen op energie, terwijl Nederland ook kijkt naar licht, lucht, geluid en Cradle to Cradle.”

In dat kader vond BASF-head of marketing Peter Michels dat er te veel duurzaamheidlabels bestaan. “BREEAM, LEED, GPR, Dubo. Misschien moeten we BREEAM afschaffen?” Daarmee was Meurs het niet eens. “BREEAM is aan het winnen. Het nadeel is dat Nederland te veel poldert. Dit keurmerk komt uit Engeland, een Angelsaksisch land waarin slechts 1 keuze geldt: goed of fout. Dat geeft duidelijkheid.”

5 sterren BREEAM: lastiger te halen

Elias vertelde dat de Dutch Green Building Council in theorie als doel zou kunnen hebben om BREEAM op de langere termijn juist op te heffen. “Dan zijn alle duurzaamheidscredits van BREEAM verankerd in het wettelijke, minimale bouwbesluit. Alle bouwprojecten zijn dan per definitie maximaal duurzaam. Wat dat betreft hebben het bouwbesluit uit 2014 en de aanscherping van de EPC-norm echt een stap gemaakt: met de huidige BREEAM-NL-norm is het lastiger om een 5 sterren BREEAM-certificaat te halen dan 5 jaar geleden.”

Foto: De deelnemers van de Round Table Renovatie en Transformatie.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Tim van Dorsten