Auteur: Rijkert Knoppers
De aandacht voor de circulaire economie is de afgelopen jaren sterk gegroeid. Voor organisaties die hiermee aan de slag willen, vraagt dit om doorzettingsvermogen.
Schiphol krijgt in de terminal een nieuw verlichtingssysteem, dat dankzij de toepassing van ledlampen voor de helft minder elektriciteit verbruikt dan de huidige installatie. Daarnaast zijn er voor de luchthaven armaturen ontwikkeld met een levensduur die 75% langer is dan gebruikelijk. Het opvallendst is dat Philips, als de leverancier van de installatie, eigenaar blijft van de armaturen en de lampen. Schiphol betaalt voor het gebruik van het verlichtingssysteem.
Commitment, geduld en volharding
Deze vorm van circulaire economie betekent een belangrijke stap in de duurzaamheiddoelstellingen van de luchthaven. “De introductie van een circulaire economie lukt alleen als de top van het bedrijf voortdurend de vinger aan de pols houdt,” stelde Hans de Jong, CEO van Philips Benelux, tijdens een MVO Netwerk-bijeenkomst Circulair Ondernemen in Eindhoven. “De organisatie vindt een dergelijke omschakeling vaak lastig; ze vragen zich liever af of ze de targets halen. Het is een kwestie van commitment, geduld en volharding.” Volgens het samenwerkingsverband, waarbij behalve Schiphol en Philips ook Cofely betrokken is, maakt de toepassing van circulaire verlichting deel uit van een drastische vernieuwing van de terminal om reizigers meer comfort te bieden en Schiphols capaciteit te vergroten.
De Jong memoreerde tijdens de bijeenkomst hoe belangrijk uit oogpunt van duurzaamheid de introductie van ledverlichting is. “20% van het mondiale elektriciteitsverbruik gaat naar verlichting”, vertelde hij. "Met behulp van ledlampen is dat bijna te halveren. De digitale ledrevolutie verandert het gehele marktlandschap. In Madrid vervangen we alle 225.000 straatlampen vervangen door ledlampen: dat levert een energiebesparing van 44% op.”
Milieuaspect, kostenoverweging of grondstoffen
Volgens Michel Schuurman van MVO Nederland is de aandacht voor de circulaire economie de afgelopen jaren sterk gegroeid. “De vraag is of het ook tot een hype uitloopt”, vond hij. “Een dergelijke economie gericht op het maximaliseren van het hergebruik van producten en grondstoffen, heeft een aantal inherent positieve kenmerken. Hierdoor is de verwachting dat het niet op een hype uitloopt. Dat kan betekenen dat het een blijvend verschijnsel is.”
Volgens Schuurman is er een aantal motivaties, waar vanuit bedrijven bezig zijn met de circulaire economie. Zo kiest het ene bedrijf hiervoor uit angst voor de mogelijkheid dat bepaalde grondstoffen opraken, voor een andere firma speelt het milieuaspect meer, terwijl een derde partij uit kostenoverweging voor dit economisch model gaat. “Stuk voor stuk perfecte redenen, de ene motivatie sluit de andere niet uit,” legde Schuurman uit. “Wel van belang is het feit, dat de circulaire economie niet alleen over grondstoffen gaat. Dat is slechts een eerste stap. Want als je je ook niet richt op het verduurzamen van de grondstoffen of op het verbeteren van de efficiëntie, mis je een aantal essentiële benaderingen.”
Schuurman verwees hierbij naar het boek ‘Ondernemen in de circulaire economie’, dat MVO heeft uitgegeven. Dit behandelt onder meer een aantal belangrijke aspecten, zoals de technische levensduur van producten, het hergebruik van onderdelen en de inkomsten uit gerepareerde producten.
Onderscheid oude en nieuwe schaarste
Voor Wytske van der Mei van het ministerie van Infrastructuur en Milieu houdt de circulaire economie meer in dan alleen het recyclen van producten. Het gaat volgens haar ook om de duurzame winning van ruwe materialen, om een verantwoord productontwerp en om een duurzame consumptie. “Maak onderscheid tussen oude en nieuwe schaarste”, vertelde ze. “Onder oude schaarste vallen bijvoorbeeld mineralen, tot de categorie ‘nieuwe schaarste’ horen bijvoorbeeld schoon water, schone lucht en biodiversiteit. De markt kan de oude schaarste oplossen, maar om de nieuwe schaarste te beëindigen schiet de marktwerking tekort.”
Volgens Van der Mei faalt de Europese politiek op dit gebied. Zo is op 16 december 2014 binnen de Europese Gemeenschappen een 1e rapport over de circulaire economie weer ingetrokken. Dat is weliswaar jammer, vindt Van der Mei, “maar de commissie heeft beloofd dat we eind dit jaar een nieuw pakket krijgen. Dat biedt kansen voor een veel verdergaandere aanpak.”
Foto: Van links naar rechts Jonas van Stekelenburg (Schiphol), Hans de Jong (Philips) en Hero Boonstra (Cofely).