Marten Valk
,
Auteur: Marten Valk
Over de energiezuinigheid van zorgvastgoed is al veel geschreven en in de zorg veel bereikt. Alhoewel hier nog veel te winnen is, ziet Deerns duurzaam vastgoed in een breder kader: een gebouw is pas duurzaam gebouwd, als het langdurig kan voldoen aan de ontwikkelende eisen van de gebruikers.
Het is interessant om af te vragen welke kant dat opgaat. De ontwikkelingen op het gebied van sensoring, communicatie en de quantified self gaan momenteel ontzettend snel. Wat rijst aan de horizon voor zorgvastgoedgebouwen die nog vaak bestaan uit traditionele bouwmaterialen en waar het accent van het gebouw ligt op het verlenen van zorg? Een belangrijk aspect voor duurzaam vastgoed is de beleving van de gebruiker en de cliënt.
De nadruk in het land van duurzaamheid ligt vaak nog op energie. Hoe kunnen we met elkaar minder energie gebruiken, zonder dat we hierop functioneel hoeven in te leveren? Dat is een goede benadering, maar belangrijker is het leveren van meer comfort. Met bouwkundige, installatietechnische en organisatorische voorzieningen kunnen we tegenwoordig een schijnbaar oneindige hoeveelheid comfort bieden.
Dit gaat echter vaak gepaard met een (onacceptabel) hoog energieverbruik. Het spanningsveld tussen comfort en energieverbruik staat altijd centraal in ons werk. Onze missie is om voor onze opdrachtgevers een gebouwde omgeving te creëren, die zowel energiezuinig, comfortabel en veilig is. Met een aantal concrete onderzoeken die Deerns heeft uitgevoerd, deel ik hier Deerns’ visie op zorgvastgoed van de toekomst. Dit doe ik in 3 delen, waarbij ik als eerst aandacht besteed aan:
Vaak staan we er niet bij stil hoe goed het menselijk gestel is en moeiteloos het omgaat met allerlei processen in ons lichaam. Pas als we koorts hebben, merken we dat. Niet als gevolg van de omgeving, maar omdat ons lichaam ontregeld is wat betreft temperatuur.
Om gebouwen goed op temperatuur te brengen en te houden, beschikken we in het bouwproces over bouwkundige en installatietechnische componenten. Het interessante is dat de normeringen voor thermisch comfort uitgaan van een soort standaardgebruiker. De dynamiek in ruimten waar zorgbehoevenden komen, past niet in de norm. Anders gezegd: reguleer je de temperatuur in een bedkamer voor de patiënt of voor het personeel?
Voor een goed ontwerp moet vooraf goed nagedacht worden over de uitgangspunten. Bij de uitwerking van de voorzieningen kan dan als aanbeveling komen om bij de patiënt plaatselijk een voorziening aan te brengen, die goed regelbaar is en voorziet in verwarming of koeling. Van oudsher wordt gedacht vanuit het gebouw en de ruimte en minder vanuit de gebruikers binnen dat gebouw. Juist als we het over zorgbehoevenden hebben vinden wij dat het comfort van de gebruiker voorop dient te staan.
Auteur Marten Valk is werkzaam bij Deerns als adviseur bouwfysica.
,