Auteur: Tom de Hoog
Na jaren van afwezigheid bewerkt het Belgische Ewitherm weer actief de Nederlandse markt. Salesmanager Nederland Erwin Kerkhof vertelt openhartig hoe anders ‘Hollanders’ zijn.
Wat is volgens u het verschil tussen België en Nederland als het duurzame producten voor de bouw betreft?
“De verschillen zijn groot. Naar mijn mening heeft de economische crisis in Nederland ervoor gezorgd dat alle partijen, van ontwikkeling tot realisatie, zo’n 5 jaar in een coma terecht zijn gekomen. In België is anders gereageerd op de crisis. De overheid heeft op verduurzaming al snel een premie gezet, waardoor constructeurs zijn gaan nadenken en van het nadeel een voordeel hebben gemaakt. Denk aan de uitspraak van Johan Cruijff: ‘Ieder nadeel heb zijn voordeel.’ Bij Ewitherm hebben we geïnvesteerd in onderscheidende producten, terwijl het crisis was. In Nederland is men door de crisis in Nederland gaan downgraden. Door prijsdruk wil men steeds goedkoper werken. Daardoor is een grote kloof ontstaan. Ik zie echter in Nederland nu een toenemende aandacht voor verduurzaming. Iets wat wij al langer hebben toegepast voor onze producten.”
Nog andere verschillen?
“In ons productieproces gebruiken we kleuren op acrylbasis. Deze watergedragen lakken zijn milieuvriendelijk, waardoor medewerkers in de spuitcabines zelfs geen maskers dragen. Duurzaamheid en het gebruik van ecologisch verantwoorde producten gaan namelijk hand in hand. Ik denk dat we daarmee verder staan dan anderen. Daarbij, de markt eist dat we verduurzamen. Europa legt dat immers op. In Nederland zal men nog een tijdje ‘rond de pot draaien’, maar er moet echt vaart gemaakt worden met verduurzaming.”
Waar loopt u in uw marktbenadering tegenaan als prijs in Nederland nog steeds de primaire factor is?
“Ik geef een voorbeeld. Enkele weken terug werd een offerte van ons naast die van een Nederlandse onderneming gelegd. Wij hadden een compleet eindproduct aangeboden dat zo kon worden geplaatst, de Nederlandse partij offreerde massief Meranti, gegrond en zonder beglazing. Dat is voor ons ondenkbaar! Het was een vergelijking tussen appels en peren. Waarschijnlijk is dit terug te voeren tot de verschillen in bouwwijzen tussen Nederland en België. Laat ik het zo zeggen, ik probeer in Nederland een voet tussen de deur te krijgen maar het is moeilijk de deur te vinden. Daarom zijn we ook partner geworden van Duurzaam Gebouwd: wij willen meer voeling krijgen met de Nederlands markt, netwerken opbouwen en ons uitsluitend richten tot de professionelen.”
Hoe anders werkt de Belgische bouw?
“In België is de hiërarchie in het bouwproces anders. De architect bepaalt in hoge mate alle toe te passen materialen en draagt ook verantwoordelijkheid daarvoor. De aannemer heeft de verplichting het ‘lastenboek’ van de architect te volgen. Omdat de architect een grote verantwoordelijkheid heeft voor de prestaties van de door hem voorgeschreven producten, wil deze zich beschermen en werken met gecertificeerde en materialen. Onze offertes moeten volledig conform het lastenboek zijn, daarvan afwijken met houtsoort of isolatiewaarden is een risico en kan claims tot gevolg hebben.”
Waar vinden jullie producten vooral toepassing?
“In België zijn we onlosmakelijk verbonden aan passiefbouw en passiefhuizen. Veel mensen die zich verdiepen in deze visie op bouwen, komen met ons in aanraking. Bekend is ons Energy Plus-profiel dat uitgaat van Europese houtsoorten en specifieke verwerkingsmethoden toepast voor een hoge graad van duurzaamheid. Ook passen we verschillende houtsoorten toe en gebruiken we vaak Accoya, samen met kurk een zeer goede isolator. Wij proberen te vermijden dat we heel Brazilië moeten omhakken voor ons type producten. Zo halen wij de kurk uit Portugal. Daarnaast gebruiken we onder meer Accoya, een gemodificeerd naaldhoutsoort met een klasse 1-norm. Dat is gelijk aan tropisch hardhout, maar lichter en sterker. Daarmee waren we een van de eersten in de markt en zo is een voorsprong opgebouwd.”
Er is dus veel kennis over duurzaamheid opgebouwd bij Ewitherm?
“Op z’n minst 10 jaar in België en ons moederbedrijf Winter Holzbau in Duitsland is al zo’n 20 jaar actief met verduurzamingmethoden. Daar hebben ze bijvoorbeeld grote kennis van het ‘lamelleren’ van hout. Dat houdt in dat secties hout van 20 millimeter dik tegendraads op elkaar worden verlijmd. Zodanig dat de werking van het hout wordt opgeheven. Dat is op zichzelf al een verduurzamingsmethode, want het verlengt de levensduur van de eindproducten. Daarbij nemen we ook alsmaar meer afscheid van tropisch hardhout. Om ecologische redenen, maar zeker ook omdat het minder goed isoleert dan zachtere houtsoorten. Dat verklaart onze keuze voor Europees naaldhout en kurk.”