‘Milieubeprijzing: sterke prikkel voor duurzaam gebouwontwerp’ 

In zijn boek 'De Vergeten Oplossing' schrijft ondernemer en auteur Eric Broekhuizen over milieubeprijzing. Hoe vertalen we een maatstaf voor duurzaamheid naar geld om zo duurzame prestaties mee te nemen in onze economische afwegingen? Dit is het 3e artikel in de reeks, die gaat over zijn visie op verduurzaming. 

Bedrijven die willen verduurzamen, lopen tegen het probleem aan dat er geen maat voor duurzaamheid bestaat. Er bestaan wel mogelijkheden om de milieueffecten van een product in kaart te brengen, maar zonder specialistische kennis zijn deze resultaten lastig te interpreteren. Daarom zijn milieuscores ontwikkeld, die een maat vormen voor de milieuvriendelijkheid van producten. Een voorbeeld van zo’n milieuscore is de CO2-voetafdruk van een product, ook wel carbon footprint genoemd.

Sinds de klimaatverandering het afgelopen decennium sterk in de belangstelling kwam, geldt de CO2-voetafdruk als een veelgebruikte groene maatstaf. Toch schiet deze maatstaf tekort als universele maat voor duurzaamheid. Het vertelt namelijk maar een deel van het verhaal. Zo tellen veel andere milieueffecten niet mee, zoals de uitstoot van zware metalen of bodemverzuring. Een begrijpelijke milieuscore die alle belangrijke milieueffecten omvat, kan een sterke bijdrage leveren aan duurzame ontwikkeling.

Levenscyclusanalyse maken

Elk product doorloopt gedurende zijn leven de cyclus van wieg tot graf, met daarin de fases productie, gebruik en afdanken. Om achter de milieueffecten van dat product te komen, brengen we deze gedetailleerd in kaart. Van elke levensfase kunnen we nauwkeurig bepalen welke en hoeveel grondstoffen en energie worden gebruikt en van welke uitstoot of andere effecten op het milieu en op de gezondheid van mensen daarbij sprake is.

Zo maken we een levenscyclusanalyse (LCA). Hiervoor bestaan gestructureerde, internationaal gestandaardiseerde methoden en vergt dit flink wat werk. Voor een complete LCA is het nodig om van elk onderdeel de samenstelling en ontstaansgeschiedenis te kennen en zijn gegevens nodig uit de hele toeleveringsketen.

Van LCA naar milieuscore

De inventarisatie levert een gedetailleerd overzicht op van alle benodigde grondstoffen en andere natuurlijke hulpbronnen, zoals brandstoffen en landgebruik. En van de uiteenlopende emissies – waaronder giftige stoffen, radioactieve straling en CO2-uitstoot – naar bodem, lucht en water die horen bij de levenscyclus van dat product. De resultaten hiervan worden met behulp van schademodellen vertaald naar de effecten op de omgeving en het milieu.

Door de verschillende categorieën van milieuschade een weging te geven en vervolgens bij elkaar op te tellen, resulteert dit in een milieuscore die een maat vormt voor de totale milieuschade. De eco-indicator is bijvoorbeeld zo’n score.

Milieuscore vertalen in geld

De praktische waarde van een milieuscore neemt sterk toe, als deze is uitgedrukt in geld. Dit gebeurt vooralsnog zelden met de gevolgen van ons consumeren en produceren op het milieu. Milieuwetenschappers en economen spreken daarom van externe kosten. Het zijn verborgen (milieu)kosten, aangezien ze nu niet in rekening worden gebracht. Daarom tellen ze niet mee in marktprijzen of in economische afwegingen.

Om deze milieukosten te bepalen, kunnen we een geldbedrag aan de eerder genoemde milieuscore koppelen. Het nadeel is dat deze score gebaseerd is op rekenmodellen voor milieuschade, die erg complex zijn en op veel aannames berusten. Dit bemoeilijkt de maatschappelijke acceptatie van berekeningen en scores waarbij milieuschade is uitgedrukt in geld. Een alternatief dat dit nadeel niet heeft, is het bepalen van de kosten om die milieuschade te voorkomen. Onder de naam ecokosten heeft de TU Delft een methode ontwikkeld om deze zogeheten preventiekosten te bepalen. De hoogte van de ecokosten wordt bepaald aan de hand van de werkelijke kosten in de praktijk, die gemaakt moeten worden om een bepaalde milieubelasting – en dus milieuschade – te voorkomen. Deze ecokosten vormen een goede milieuscore uitgedrukt in geld.

Internationale milieukostenstandaard

Ecokosten vertegenwoordigen de verborgen milieukosten die nu grotendeels niet in rekening worden gebracht, maar worden afgewenteld op de samenleving. Bedrijven doen er verstandig aan om er rekening mee te houden dat dit gaat veranderen. Als ze niets doen om de negatieve milieukosten van hun bedrijfsvoering terug te dringen, kunnen ze ecokosten zien als een schatting van de toekomstige milieulasten die bovenop de huidige kosten komen. Onder meer Trucost en True Price hebben alternatieven voor ecokosten ontwikkeld. Hoewel dergelijke opties op detailniveau sterk kunnen verschillen, geven ze in grote lijnen vergelijkbare uitkomsten als die bij het concept van ecokosten.

Volgens Broekhuizen is het principe achter de ecoprijs eenvoudig, net als deze puzzel.

De kans is groot dat ecokosten, of een daaraan gerelateerde methode, als basis gaat dienen voor een erkende internationale milieustandaard. Het aantal toepassingen voor ecokosten groeit. Zo gebruikt de bouwsector deze methode om de milieueffecten van bouwelementen te bepalen.

Van ecokosten naar ecoprijs

Door de ecokosten op te tellen bij de huidige prijs van een product, ontstaat de echte prijs van dat product: de ecoprijs. Deze omvat alle zichtbare en verborgen kosten van een product. Het boek De Vergeten Oplossing toont voorbeelden van ecoprijsberekeningen. Zo ligt de ecoprijs van een dagelijks bezorgde krant zo’n 60% hoger dan de huidige prijs voor diezelfde krant. De ecoprijs van de aanschaf en het gebruik van een wasdroger ligt circa 45% hoger dan diens levensduurkosten. Voor een traditionele woning is dit zo’n 30%.

Ecoprijzen in de bouwsector

Hoe meer berekeningen van ecoprijzen worden uitgevoerd, hoe meer data beschikbaar komen om sneller en eenvoudiger ecoprijzen te schatten zonder dat bewerkelijke levenscyclusanalyses nodig zijn. Zo blijken verbanden te bestaan tussen de ecoprijs en productkenmerken als materiaal, gewicht, volume, aanschafprijs, economische levensduur, levensduurkosten, transportafstanden en energieverbruik. Hieruit kunnen regels worden bepaald die productontwerpers of architecten kunnen benutten om ontwerpen te maken die een lage milieubelasting opleveren. Naarmate de veroorzakers in de toekomst in toenemende mate de milieukosten dienen te betalen, ontstaat een sterke prikkel om dergelijke ontwerpregels in acht te nemen.

De bouwsector levert eindproducten die tientallen jaren meegaan. In het bouwproces is de ontwerpfase de cruciaalste fase. Hierin wordt het overgrote deel van de beslissingen genomen, die bepalend zijn voor de levensduurkosten en de milieukosten tijdens die levensduur. Naarmate de totstandkoming van een gebouw vordert en de uitgaven sterk toenemen, nemen de mogelijkheden snel af om de levensduur- en de milieukosten te beïnvloeden. Het is daarom essentieel om in de ontwerpfase alle kennis te betrekken, die bijdraagt aan een duurzaam ontwerp.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Eric Broekhuizen