Op de Dag van de Duurzaamheid, afgelopen vrijdag 10 oktober, stond Duurzaam Gebouwd Op Locatie in het teken van Duurzame Scholen. De passende locatie was het duurzaamste schoolgebouw van Nederland: I/O-gebouw van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Hier spraken Gerard Lokhorst, Willem Adriaanssen en Thomas Bögl.
De aftrap vindt plaats door dagvoorzitter en Duurzaam Gebouwd-directeur Wietse Walinga, die een beeld schetst dat het speelveld op het gebied van duurzaamheid in scholen veel kansen biedt op onder andere de gebieden van leerprestaties, imago en financiering. Daarna richt Lokhorst zich op doordecentralisatie. “Vanaf 2015 zijn ook de scholen in het primair onderwijs zelf verantwoordelijk voor het totale onderhoud aan hun gebouwen”, vertelt de oprichter van Stichting Duurzame Scholen en directeur van DuurzaamGebouw. “Hierbij gaat het met name over de geldstromen.”
Gezondere scholen met betere leerprestaties
Om dit goed te organiseren is het in zijn ogen van belang een gebouw inzichtelijk te maken. “Daarom heb ik gezorgd voor het Digitaal Scholendossier”, legt hij uit. “Er bestond namelijk nog geen centrale database waar alle gegevens van alle scholen bewaard worden. Inmiddels maken de eerste scholen hiervan gebruik. We zijn nu bezig met nulmetingen om uiteindelijk te zorgen voor gezondere scholen, waarin betere leerprestaties mogelijk zijn. Het begint bij inzicht. Als je dit hebt, kun je betere beslissingen nemen voor het inzetten van de toch al krappe budgetten.”
Daarna legt hij enkele stellingen voor aan de aanwezigen, die hierop kunnen reageren. Zo is iedereen het erover eens dat samenwerking tussen het bedrijfsleven, gemeenten, scholen en schoolbesturen de innovatie rond huisvesting versnelt. “De reacties op deze stelling verschilt per doelgroep. Zo willen gemeenten dit zo veel mogelijk intern houden”, vertelt Lokhorst. “Daarom is het belangrijk dat mensen van verschillende instanties met elkaar praten en elkaar verstaan.”
De weg naar duurzame school
Met de stelling ‘Duurzame Scholen dragen bij aan de keuze van ouders en leerlingen’ is Willem Adriaanssen, partner bij vastgoedspecialist Hevo en Duurzaam Gebouwd-expert, het eens en dat vormt een mooi bruggetje naar diens presentatie. Hij vraagt zich af wat de weg naar een duurzame school is. “Zo speelt bijvoorbeeld nog steeds de laagste prijs een belangrijke rol in bouwprojecten. Helaas zorgt dit niet altijd voor het beste project.”
Daarom vindt hij een visie erg belangrijk. “Op het gebied van duurzaamheid bekijk ik dat graag vanuit twee invalshoeken. Allereerst is energie overal, we moeten het alleen nog leren opslaan en bufferen. Daarnaast zijn grondstoffen eindig, we moeten ze dus zorgvuldig winnen en koesteren.”
Hij adviseert om vanuit het einddoel terug te werken. “Alles draait hierbij om haalbaarheid: op financieel, politiek en maatschappelijk vlak. Hierbij ligt duurzaamheid op het snijvlak van people, planet en profit.” Volgens hem hangt haalbaarheid met name af van prioriteiten en principes. “Maar uiteraard spelen ook materiaalgebruik, energieverbruik, levensduurkosten en passieve en actieve maatregelen hierbij een belangrijke rol.”
Integrale bouworganisatievorm
Zo bevat het vernieuwde Lyceum Schravenlant veel cradle-to-cradlematerialen, waaronder het meubilair, het tapijt en het marmoleum. “Alleen met een integrale bouworganisatievorm, op basis van Design, Build, Maintain en Energy services, zijn duurzame prestaties gegarandeerd.” Die school in Schiedam is de connectie met de laatste spreker, want Thomas Bögl – partner bij LIAG architecten – heeft met zijn architectenbureau voor het ontwerp gezorgd van Lyceum Schravenlant. Daarnaast is LIAG geestelijk vader van het I/O-gebouw. “HAN had als doel dat dit gebouw 10% beter moest worden dan de Haagse Hogeschool Delft, dat tot dan het duurzaamste onderwijsgebouw was. Dit is dus ook gelukt.”
Naast duurzaamheid stonden twee andere zaken centraal. “Flexibiliteit en we moesten zorgen voor een gezonde omgeving voor leerlingen en medewerkers. Dit hebben we ingevuld door een vrije indeelbaarheid te creëren. Daarnaast speelt naast licht en lucht een ander aspect een belangrijk rol: het moest ook een leuk gebouw worden.”
Rekening houden met natuur
In vogelvlucht laat Bögl zien hoe dit project is verlopen, waaruit blijkt dat LIAG in het ontwerp met de natuurinvloeden rekening heeft gehouden. Uit zijn presentatie blijkt dat hij in zijn ontwerp duidelijk met de zon rekening heeft gehouden, in verband met de bestaande gebouwen in de omgeving. “Gezien de ontwikkelingen op dat gebied hebben we tot het laatste moment gewacht om zonnepanelen te bestellen. Het gevolg is dat ze nu een derde meer stroom opwekken. Dus meer duurzaamheid voor hetzelfde geld.”
In Bögls ogen spelen drie zaken een belangrijke rol om tot een duurzaam gebouw te komen. “Naast een ambitieuze opdrachtgever en de uitvoerende partijen ook gezond verstand.” Daarna verdelen de aanwezigen, circa 90 personen, zich op in vier groepen voor een rondleiding door het I/O-gebouw (zie foto boven). Bij terugkomst wacht hen koffie, koek en een mogelijkheid tot netwerken.
Terugblik
Op de terugblikpagina van Duurzaam Gebouwd Op Locatie: Duurzame Scholen vindt u onder andere meer foto's, de evaluatie en de presentaties van de sprekers. Het event werd beoordeeld met een 7,8.