Auteur: Marvin van Kempen
Vraag menig bouwer om enkele eigenschappen van hout te benoemen en het blijft vaak ijzig stil. Dit geldt ook voor de duurzame aspecten van deze grondstof. Initiatieven als De Vrienden van Hout en het Bouw & Hout Convenant wakkeren de toepassing van de grondstof aan, maar weten opdrachtgevers en eindgebruikers eigenlijk wel waar de onderscheidende kracht van hout ligt? Vijf specialisten uit de markt bespreken in een rondetafelgesprek de kansen en voordelen.
Voor alle aanwezige partijen zijn de voordelen van hout helder en vanzelfsprekend. “Naast de oneindige toepassingen, bewerkbaarheid, duurzaamheid en het positieve psychologische effect op de eindgebruiker zijn er nog veel andere voordelen te noemen. Daarnaast is het bos het rijkste ecosysteem wat betreft biodiversiteit en slaat hout CO2 op”, somt Berdien van Overeem, voorzitter Verduurzaamd Hout Nederland (VHN) en moderator van het rondetafelgesprek, op. “Bouwpartijen, opdrachtgevers en eindgebruikers hebben deze kennis vaak niet in huis. Wat is er nodig om de vraagkant bewust te maken van het potentieel van hout?”
Opwaarderen
Raf Grieten is directeur van Ewitherm, dat onder andere houtkozijnen produceert. Hij beaamt dat de voordelen nog niet helder genoeg zijn voor sommige partijen, maar merkt wel dat de markt voor hout aantrekt. “Zeker de laatste vijf jaar is dat het geval. Eerst was de verkoopverhouding 80% kozijnen van kunststof en aluminium en 20% houtkozijnen. Nu zijn die verhoudingen omgedraaid. Daarnaast merken we dat er een markt is voor innovaties als ons passiefhuiskozijn, waar vurenhout gecombineerd wordt met een kurklaag en de buitenschil van Accoya-hout is. Zo waarderen wij hout op en krijgt het een meerwaarde.”
Meerwaarde toekennen aan hout doet Peter Swager, manager director bij Foreco, op zijn eigen manier onder de slogan ‘Innovatief in hout’. Ook hij ziet de mogelijkheden in de markt, vooral als het gaat om gevelsystemen van gebouwen. “Wij leveren het materiaal en brengen het zelf aan, door ons eigen montagebedrijf. Het klinkt simpel, maar hout in de gevel aanbrengen moet wel op de juiste manier gebeuren. Hoe mooi het materiaal ook is, als de constructie niet deugt gaat het alsnog mis. Als we de goede eigenschappen van hout willen benadrukken, dan moeten we ons beseffen dat de eindgebruiker geen specialist is, maar op een aannemer, architect of andere partij leunt. We moeten onze promotiepijlen richten op de mensen die aan de knoppen van het bouwproces zitten. “
Achterliggende behoefte
De deelnemers vinden dat er nog een wereld te winnen valt als het gaat om bewustmaking van partijen die de eindgebruiker adviseren. Hans Zwaanenburg, directeur van de Nederlandse Branchevereniging voor de Timmerindustrie (NBVT): “De eindgebruiker zoekt naar een nieuw bedrijfspand of een nieuwe woning, maar houdt zich niet of nauwelijks bezig met het materiaal waarmee het pand is opgebouwd. De grote winst zit hem volgens mij in het aanwakkeren van de achterliggende behoefte. We hebben te maken met een wens die de discussie over grondstoffen overstijgt, namelijk die van flexibiliteit. We willen allemaal een woning hebben waarin we kunnen groeien en die snel aanpasbaar is. Tegelijkertijd zijn wij als houtindustrie met het leveren van een complete buitenschil uniek ten opzichte van de cement- en betonbranche.”
Roel Nozeman, Netwerk Manager voor de bouwsector bij FSC Nederland, ziet bewustwording als een gezamenlijke taak voor alle partijen in de keten. “Je ziet nu gerecyclede kunststoffen op de markt komen en verwerkt worden in projecten, terwijl hiervoor in het verleden hout werd ingezet. Wat we ook zien is dat hout in de nationale milieudatabase niet altijd goed staat aangeschreven. Om toepassing van hout te stimuleren moeten we bewustwording bij adviserende partijen creëren, door deze partijen met de juiste gegevens voor te lichten. Eigenlijk is het vreemd dat belangrijke eigenschappen van duurzaam hout als CO2-opslag (0,9 ton per m3), recyclebaarheid en de positieve effecten op de mensen en dieren die van bossen afhankelijk zijn geen grotere rol spelen in het beslissingsproces van projectpartijen.”
Emotie
Swager en Grieten zien een gigantische markt als het gaat om woningrenovatie. Toch lijken beslissers, die bij dergelijke projecten betrokken zijn, moeilijk te overtuigen. Swager: “De architect krijgt een waterval aan productinformatie. Het is dus zaak om goede to-the-pointinformatie over hout te geven, onder andere over duurzaamheid en garantie. Natuurlijk komt er naast feitelijke informatie nog een stuk emotie kijken. Gelukkig hoef je de emotie voor hout niet uit te leggen: iedereen voelt zich er goed bij.”
Grieten is het roerend eens: “Breng hout in het spel als een grondstof die leeft en een positieve impact heeft op het leven van de eindgebruiker. Creëer die beleving voor hem.” Naast dit goede gevoel dat mensen beleven aan hout weet Zwaanenburg dat bewoners vaak gevoelig zijn voor hout vanwege flexibiliteit. “Een nieuwe kleur of iets laten ophangen kan prima. Daarnaast is een houten kozijn eenvoudiger te repareren. Deze onzichtbare voordelen kunnen voor bewoners – en dus woningcorporaties – de doorslag geven om te kiezen voor hout.”
Daan Bruggink
Het is duidelijk dat de branche nog een slag kan slaan als men helder communiceert, naar de juiste kanalen. De kansen aan de horizon zijn duidelijk zichtbaar. Zo noemt Van Overeem Life Cycle Analyse als voorbeeld, met daarbij wel een kanttekening. “We moeten het eerst met zijn allen eens worden over de systematiek achter de analyse”, vindt ze. Daarnaast liggen er kansen op het gebied van onderhoud en duurzaamheid. “Vooral de intrinsieke duurzaamheid mag beter belicht worden”, zegt Grieten.
Daan Bruggink, architect en oprichter van ORGA architect, denkt dat hout vanzelf een grotere impact krijgt in de bouw. “De toenemende energie-eisen doen het houtgebruik toenemen, net als de opkomst van prefab ontwikkelingen. Hout is een van de weinige écht constructieve biobased bouwmaterialen en daarin is de grondstof uniek. Verder is de opslag van CO2 een onderschatte waarde. In Groot-Brittannië is aangetoond dat de groei van de houtbouw zorgt voor opslag van 80% van de gestelde CO2-norm, conform het Kyoto rapport. Daarnaast zal hout een grote rol gaan spelen in de circulaire economie. Terwijl nu de focus nog op energie ligt, is het zaak om een manier te vinden waarop biobased materialen kunnen ‘scoren’ in duurzaamheid.”
Flexibel wonen
Onderhoudsafspraken kunnen volgens Zwaanenburg prima inspelen op de flexibiliteitswens van tegenwoordig. “Waarom zou je niet – net als bij een cv-ketel – onderhoudsafspraken van vele jaren maken? Architecten en opdrachtgevers zijn hier beiden gevoelig voor. Combineer dit met de flexibiliteit om bijvoorbeeld de kleur te veranderen, als je nieuwe eindgebruiker dit wenst. Het negatieve imago van onderhoud van hout kan prima omgevormd worden tot een positief imago. Je zou ook in kunnen zetten op hybride constructies en de dialoog aangaan met de staalindustrie om samen te werken.” Swager en Grieten knikken instemmend. “De hybride constructies zijn absoluut aantrekkelijk en hier liggen zeker groeimogelijkheden.”
De overheid kan de rol vervullen van aanjager, maar doet dit nog onvoldoende. Swager: “De houtbranche zit jammer genoeg niet in de topsector en ontvangt niet de aandacht die het verdient. Regeltjes zijn over het algemeen slecht voor innoveren. In Nederland ben je dan niet in een gunstig land. Hoe meer de overheid zich ermee bemoeit en zaken gaat verplichten, des te meer stagneer je.”
Oren open
Zwaanenburg: “We laten ons veel te vaak leiden door lobby en te weinig door visie. Dit zie je terug in discussies omtrent
warmteweerstand in woningen, waarbij men het heeft over een Rc-waarde van 5 of 6 in plaats van 3,5. Stel jezelf de vraag: ‘Is dit de kern als we het over duurzaam bouwen hebben?’ Ik ga er vanuit dat we over twintig jaar dunner isoleren en technische installaties met zonne-energie hebben waarmee we een enorme winst behalen. Een woning met minder isolatie is niets minder comfortabel. Er is meer dan alleen sturen op energiezuinigheid. We moeten onze oren open houden en luisteren naar de behoeftes van de markt. Dat doen we nog altijd te weinig en dat geldt voor de gehele industrie. Het is erg moeilijk om achter de achterliggende behoefte te komen, maar dat kunnen we wellicht doen in samenwerking met andere branches.”
Grieten ziet een aspect waar de Nederlandse overheid op kan inzetten. In België is er namelijk een focus op luchtdicht bouwen en regelgeving omtrent passief bouwen als norm. Dat kan prima vertaald worden naar Nederland, vindt hij. “In Brussel geldt de norm van passiefbouwen bij nieuwbouw. Als eenzelfde norm in Nederland opgelegd wordt, dan wordt het gebruik van hout ongetwijfeld populairder. Dit terwijl je in Nederland een discussie moet voeren met woningcorporaties om te overtuigen houten kozijnen te nemen.”
Constructie
Innoveren is in vrijwel iedere branche aan de orde van de dag, zo ook in de houtsector. Zo zijn er duurzame soorten hout en brandveilige soorten. Vooral de ontwikkelingen op het gebied van constructie lijken te inspireren. Swager: “Winst is vooral te behalen op het gebied van de fabricage van de constructie. Er is in het verleden nogal geprutst op het gebied van gevelsystemen. Dat kan mooier en vooral beter. De producten zijn er: Accoya-hout, NobelWood en meer. Nu de constructies nog. Innoveren kan de sector daarnaast op onderhoudscontracten, want dat gebeurt nog te weinig. Waarborg de kwaliteit voor bijvoorbeeld 25 jaar."
Grieten haakt in: “Het gebruik van Accoya-hout is ook een argument naar architecten en projectontwikkelaars. De voordelen van dit type hout, onder andere een logistiek lagere voetafdruk, zijn argumenten die we op tafel moeten leggen om architecten te overtuigen.” Volgens Bruggink kunnen innovaties eindgebruikers of architecten bewegen om hout te gebruiken: “Hout verkoopt zichzelf. De beste manier om te overtuigen is om helder uit te leggen wat hout doet en de toepassing ervan te laten zien. Voor de eindgebruiker is het van belang om hen te laten ervaren wat hout kan bijdragen aan een gebouw. Innovaties laten zien waartoe het materiaal in staat is.”
Overtuigingskracht haalt men daarnaast uit certificeringen als het DUBO-certificaat. Een certificering is vooral waardevol omdat het hobbels wegneemt en processen versnelt. Swager: “De kwaliteit is dan voor externe partijen meteen inzichtelijk. Het voorkomt herhalingsoefeningen. Niet onbelangrijk is dat we een stap voor lopen op andere stoffen met certificering van herkomst. Hiermee toon je aan dat je grondstoffen gebruikt van duurzaam beheerd bos.” Grieten: “Uiteindelijk trek je architecten en projectontwikkelaars hiermee over de streep. Een certificering is daarom een van de vele opties die we hebben om hout onder de aandacht te brengen. Benutten we al deze kansen, dan weet straks iedereen precies wat er met de veelzijdige grondstof hout mogelijk is.”
Foto: van links naar rechts Hans Zwaanenburg, Peter Swager, Berdien van Overeem, Roel Nozeman en Raf Grieten. Foto van Rockin Pictures.
Dit artikel is veschenen in Duurzaam Gebouwd Magazine #27. Meer lezen? Kijk dan op DuurzaamGebouwd.nl/Duurzaam-Gebouwd-Magazine.